In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
Planning
- Instructie
- Zelfstandig bezig met het huiswerk
- Lesafsluiting
- We gaan leren wat evenredig en omgekeerd evenredig betekent.
- Je gaat oefenen met evenredige en omgekeerd evenredige verbanden.
Slide 2 - Tekstslide
Hoe gaat het met jullie?
Goed, bijna weekend
Goed, ik heb een goed cijfer behaald!
Redelijk
Matig ben toe aan vakantie
Slecht
Slide 3 - Poll
timer
1:00
Hoe noemen we een tabel waarin we een verhouding kunnen aflezen?
Slide 4 - Woordweb
Vorige les
Vraagstuk vorige les:
Voor 1 taart heeft bakker Brutus 300 gram bloem nodig. Hoeveel bloem heeft Brutus dan nodig voor:
- 2 taarten?
- 4 taarten?
- 8 taarten?
- 16 taarten?
Slide 5 - Tekstslide
Evenredig verband
Evenredig verband:
Verdubbelt de
hoeveelheid taarten?
...dan verdubbelt ook
de hoeveelheid bloem!
Slide 6 - Tekstslide
Omgekeerd evenredig verband
Vraag: Juno doet mee aan De Meergronden 100 km challange. Elke dag loopt ze 6 km. De tijd die ze over de 6 km doet hangt af van de snelheid waarmee ze loopt. De verhoudingstabel laat een paar metingen zien.
snelheid (km/h)
3
6
12
24
tijd (in uren)
2
1
0,5
...
Slide 7 - Tekstslide
Als Juno 24 km/h loopt, hoe lang doet ze over 6 km? Wat valt je op?
Slide 8 - Open vraag
Omgekeerd evenredig verband
Omgekeerd evenredig verband:
Als de snelheid verdubbelt,
halveert de tijd.
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 1: Vul de tabel verder in:
Slide 10 - Open vraag
Opdracht 2: leg in je eigen woorden uit wat 'omgekeerd evenredig' betekent
Slide 11 - Woordweb
Opdracht 3: Hoeveel Kcal verbrand brutus na 7 x 30 minuten trainen?
Slide 12 - Open vraag
Opdracht 4: Leg in je eigen woorden uit wat 'evenredig verband' betekent:
Slide 13 - Woordweb
Zijn er nog vragen?
Slide 14 - Woordweb
Zelfstandig werken
Aan de slag
Eerste 10 min. stilwerken, daarna in tweetallen (fluisterend)