6.5 Energie

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

6.5 Energie
- uitleggen wat het vermogen van een apparaat te maken heeft met energiegebruik;
- rekenen met energie = vermogen × tijd;
- berekenen hoeveel je moet betalen als je het energiegebruik kent.

Slide 2 - Tekstslide

James Watt
De hoeveelheid energie die een apparaat per seconde gebruikt, noem je het vermogen van dat apparaat. De eenheid van vermogen is watt (W).

Slide 3 - Tekstslide

Kilowatt
Een apparaat zoals een stofzuiger gebruikt in één seconde veel energie. Dan is het handiger om kilowatt (kW) te gebruiken in plaats van watt (W). Eén kilowatt is gelijk aan 1000 watt.

Deze stofzuiger is dus 600/1000= 0,6 kW. De mixer is 100/1000=0,1kW

Slide 4 - Tekstslide

Vermogen

Een apparaat met meer vermogen (meer Watt) is sterker dan een apparaat met minder vermogen. 


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

E=Pxt
Deze tv staat 1,5 uur aan. Hoeveel energie is er verbruikt?

Gegevens: P=63W=0,63kW, t=1,5h. 
Gevraagd: E
Formule: E=Pxt
Oplossing: E=0,63x1,5=0,95kWh
Antwoord: E=0,95kWh

Slide 7 - Tekstslide

Prijs van energie
Eén kilowattuur elektriciteit kost ongeveer € 0,25. Je betaalt voor de energie die je gebruikt. De energiekosten vind je door het aantal kWh aan energie te vermenigvuldigen met de prijs van één kWh.

Slide 8 - Tekstslide

Deze wasmachine draait in 2 uur een bonte was. Wat zijn de energiekosten van deze was?
Gegeven: t=2h, 1kWh=0,25, P=2300W=2,3kW
Gevraagd: Energiekostenkosten
Formule:
* E=Pxt
* energiekosten = energie × prijs 1 kWh
Oplossing: 
* E=2,3 x 2= 4,6 kWh
* energiekosten= 4,6 x 0,25= 1,15
Antwoord: De energiekosten zijn E 1,15. 

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Maak paragraaf 6,5 Energie. 

Weektaak is 6,5. 

Slide 10 - Tekstslide