1.1 elektrische stroom

1.1 Elektrische stroom
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

1.1 Elektrische stroom

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
  • Je kunt een model uitleggen hoe een elektrische stroom rond stroomt in een stroomkring
  • Je kunt aangeven hoe je een stroommeter moet schakelen om een bepaalde stroom te meten
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen serie- en parallelschakeling, en wat dit betekend voor de stroomsterkte
  • Je kunt berekeningen uitvoeren met verschillende stroomsterktes in een serie- parallel- (en gemengde) schakelingen.

Slide 2 - Tekstslide

Schakelschema
  • Schakeling: 
  • Elektrische onderdelen die met elkaar verbonden zijn. 
  • Schakelschema:
  • Eenvoudige tekening van een schakeling

Slide 3 - Tekstslide

symbolen voor schakelschema's

Slide 4 - Tekstslide

Isolators en geleiders

Slide 5 - Tekstslide

De stroommeter
  • Met een stroommeter meet je de stroom in een stroomkring
  • De stroommeter is serie geschakeld in de stroomkring
  • De stroomsterkte meet je in Ampére (A) 

Slide 6 - Tekstslide

Stroommeter (Ampère-)

Slide 7 - Tekstslide

Omrekenen
24 A = ......... mA
A
0,24 mA
B
2400 mA
C
24000mA
D
2,4 mA

Slide 8 - Quizvraag

Gesloten stroomkring
Als je een elektrisch apparaat aanzet dan maak je een gesloten stroomkring. De stroom loopt dan rond.

Slide 9 - Tekstslide

Elektrische stroom
Elektrische stroom in een draad bestaat uit bewegende elektronen.
De spanningsbron pompt de elektrische stroom rond.

Stroom         I     in Ampère    (A)



Slide 10 - Tekstslide

Elektrische stroomkring
Water stroomkring

Slide 11 - Tekstslide

Regels voor het tekenen van stroomkringen
  1. Gebruik altijd de goede symbolen! 
  2. De draden worden alleen horziontaal of vertikaal getekend.
  3. Altijd hoeken van 90 graden tekenen.
  4. De afstand useen de apparaten in de tekening zegt niets over de werkelijke afstand.
  5. Het schema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Stroomkring

Slide 14 - Tekstslide

Serie schakeling:          1 Lange stroomkring.
Parallel schakeling:     Verschillende stroomkringen die aan 
                                          elkaar geschakeld zijn

Slide 15 - Tekstslide

Stroomsterkte

Slide 16 - Tekstslide

Serieschakeling





Parallelschakeling
Itot=I1=I2=I3=....
Itot=I1+I2+I3+....

Slide 17 - Tekstslide

Wat gebeurd er als je er 1 lampje uit de stroomkring haalt bij een serieschakeling?
A
er gebeurd niets
B
de lampjes blijven branden
C
alle lampjes gaan uit

Slide 18 - Quizvraag

Is het een serieschakeling
of een parallelschakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 19 - Quizvraag

Samenvatting
  • Je kunt een model uitleggen hoe een elektrische stroom rond stroomt in een stroomkring
  • Je kunt aangeven hoe je een stroommeter moet schakelen om een bepaalde stroom te meten
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen serie- en parallelschakeling, en wat dit betekend voor de stroomsterkte

Slide 20 - Tekstslide