4 Voortplanting en seksualiteit: Geboortebeperking

Voortplanting en seksualiteit
Geboortebeperking
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Voortplanting en seksualiteit
Geboortebeperking

Slide 1 - Tekstslide

Zwangerschap
De eerste 12 weken van een zwangerschap
heet het ongeboren kind een embryo.

Daarna heet het een foetus.

Slide 2 - Tekstslide

Zwangerschap
9 maanden (3 trimesters)
1.  Het embryo ontwikkelt zich tot een foetus. Placenta en navelstreng worden gevormd. Foetus wordt beschermd door vruchtvliezen en vruchtwater.

2. Foetus wordt levensvatbaar. Ontwikkeling van organen (oren, ogen, haartjes, nagels en longblaasjes). Bij de moeder ontwikkelen de melkklieren zich.

3. De foetus is bijna af en de moeder krijgt een dikke buik. 
 Alleen de longen moeten zich nog ontwikkelen. In de laatste weken 
gaat de baby indalen.

Slide 3 - Tekstslide

In de eerste 12 weken heet het ongeboren kind een..
A
Embryo
B
Foetus

Slide 4 - Quizvraag

De geboorte
  1. Ontsluiting
  2. Uitdrijving
  3. Nageboorte

Slide 5 - Tekstslide

Prenataal onderzoek
  1. echografie
  2. vlokkentest
  3. vruchtwaterpunctie

Slide 6 - Tekstslide

Geboortebeperking

Voorbehoedsmiddelen
Gebruik van het condoom
Abortus
Criteria

Oranje
  • Je benoemt verschillende soorten voorbehoedsmiddelen.
  • Je benoemt hoe een zwangerschap kan worden afgebroken.

Rood
  • Je legt de werking van verschillende voorbehoedsmiddelen uit.
  • Je legt uit hoe een zwangerschap kan worden afgebroken.



Slide 7 - Tekstslide

spiraaltje
(voorkomt innesteling)

hormoonstaafje
(geen eisprong)

hormoonring
(geen eisprong)

periodieke onthouding
(niet heel veilig)

condoom 
(geen bevruchting)
anticonceptiepil 
(geen eisprong)

seksuele onthouding 
(geen bevruchting)

pessarium 
(geen bevruchting)

Slide 8 - Tekstslide

Betrouwbare voorbehoedsmiddelen

  • Voorkomen dat de zaadcellen bij de eicel komen.
  • Voorkomen dat het embryo zich kan innestelen.
  • Zorgen dat er geen eisprong plaatsvindt.

Het condoom is het enige voorbehoedsmiddel tegen soa's.

Slide 9 - Tekstslide

Het condoom
https://www.youtube.com/watch?v=dhSvq5nObcE&t=346s&ab_channel=SpuitenenSlikken

5:08-8.38

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De morning-afterpil
Binnen 72 uur kun je op doktersrecept de morning-afterpil halen. 

De morning-afterpil:  bevat een flinke dosis hormonen. De hormonen in de morning-afterpil stellen de eisprong uit, waardoor zwangerschap wordt voorkomen.


Slide 14 - Tekstslide

Abortus
Abortus: het afbreken van de zwangerschap

Overtijdbehandeling: als de abortus voor zes weken in de zwangerschap gebeurt. 

Slide 15 - Tekstslide

Abortus
Abortuspil 
  •  een pil die weeën opwekt
  • te gebruiken tot 6e-9e week

Zuigcurretage =
  • het embryo uit de baarmoeder halen met een soort stofsuigertje
  • tot 13e week

Late abortus
  • Zware ingreep/operatie waarbij embryo wordt verwijdert
  • Eerst een gesprek met arts nodig, daarna verplicht 5 dagen bedenktijd
  • tot 23e week

Slide 16 - Tekstslide

Abortus

Slide 17 - Tekstslide

Hoe later, hoe zwaarder de ingreep

  • In het 3e trimester altijd een gesprek met de arts en 5 dagen bedenktijd.
  • Na 22 weken is er geen abortus meer mogelijk.

Na een abortus: lichamelijke en geestelijke gevolgen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide