Taalverrijking - klas 4

Taalverrijking - klas 4
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Taalverrijking - klas 4

Slide 1 - Tekstslide

In wat voor soort woordenboek, vind je de herkomst van woorden?
A
gewoon woordenboek
B
etymologisch woordenboek
C
puzzelwoordenboek
D
spreekwoordenboek

Slide 2 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een leenwoord.

Slide 3 - Open vraag

Je doet mee aan een prijsvraag en zoekt een ander woord voor ‘fiets’.
Welk woordenboek gebruik je?

A
gewoon woordenboek
B
etymologisch woordenboek
C
puzzelwoordenboek
D
spreekwoordenboek

Slide 4 - Quizvraag

Je wilt de betekenis van ‘met de kippen op stok gaan’ weten.
Welk woordenboek gebruik je?
A
gewoon woordenboek
B
etymologisch woordenboek
C
puzzelwoordenboek
D
spreekwoordenboek

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer ontstond in Nederland de eerste echte officiële taal?

Slide 6 - Open vraag

'Hij heeft honger als een paard'
is een ...
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
eufemisme

Slide 7 - Quizvraag

'De zon lachte me toe'
is een ...
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
eufemisme

Slide 8 - Quizvraag

'Vandaag is mijn cavia heen gegaan'
is een ...
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
eufemisme

Slide 9 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een metafoor.

Slide 10 - Open vraag

Wat is geen retorische vraag?
A
Ik ben toch niet gek?
B
Ga jij dat allemaal opeten?
C
Ben je er vanavond bij?
D
Zo kan het toch niet langer?

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent 'hyperbool'?

Slide 12 - Open vraag

Wat is geen stijlfiguur?
A
tautologie
B
pleonasme
C
reductorie
D
contaminatie

Slide 13 - Quizvraag

'Wat een mooie ronde cirkel'
is een ...
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie

Slide 14 - Quizvraag

'Hij beseft zich dat hij wint'
is een ...
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie

Slide 15 - Quizvraag

'Want het is immers zo'
is een ...
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie

Slide 16 - Quizvraag

Verbeter de tautologie:
'Ik krijg nooit niks nieuws'

Slide 17 - Open vraag

Verbeter de contaminatie:
Dit ding kost heel duur.

Slide 18 - Open vraag