GX TA klas 1 les 5: Beginnen met Spaans

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo
• Leerjaar 1,2

Grow XL Travel Academy

Les 5: Beginnen met Spaans

Wat gaan we de komende weken doen met GXL Travel Academy?

Reizen naar Spaanse landen
 Les 1: Oriëntatie: Spanje

  -> Les 5: Beginnen met Spaans

Les 6: De Spaanstalige wereld

Les 7: Verdiepingsopdracht Spaanstalig land
 Les 8: Verder werken verdiepingsopdracht Spaanstalig land
   Les 9: Presentatie verwerkingsopdracht

 Les 10: Reisgids maken Spaanstalig land

Les 11: Verder werken reisgids Spaanstalig land
Les 12: Reisgids afmaken en uitprinten

 

Deze les

• Spaans:
  - Jezelf voorstellen
  - Belangrijke vragen stellen
  - Mannelijk of vrouwelijk?
• Spaans oefenen met Duolingo
• Landen van Europa quiz Blooket

Español

Herhaling:

- Latijnse taal -> lijkt op Frans, Italiaans en beetje Engels.

Gesproken door 500 miljoen mensen wereldwijd.

Hoe zeg je 'hallo' in het Spaans?

1. Hallo
2. Ola
3. Hola
4. Hello

Présentarse en español

Begroeten:

- Hola!

Voorstellen:
- Mijn naam is  = Me llamo
- Ik ben X jaar oud = Tengo X años

- Ik woon in X = Vivo en X

- Ik ben Nederlander = Soy holandesa

- Ik ben een leerling = Soy estudiante

Hallo, ik heet Peter en ik ben 14 jaar oud.

1. Ola, me llamo Peter y tengo 14 años
2. Hola, me llamo Peter y tengo 14 años
3. Hola, me llamo Peter y soy 14 años
4. Hola me nombre Peter y tengo 14 años

Preguntas importantes

Belangrijke vragen:

- Kunt u mij helpen? = Me peudes ayudar?
   Ik heb hulp nodig = Necesito ayuda.
   Noodgeval =  ¡Ayuda!

- Waar is X?  = Donde esta X?

- Wat is (dat)? = Que es (eso)?

Mannelijk of vrouwelijk?

Net zoals sommige andere talen heeft het Spaans mannelijke en vrouwelijke lidwoorden (de/het en een) en vrouwelijke vormen van zelfstandige naamwoorden.

Leraar = profesor (mannelijk) of profesora (vrouwelijk)

El profesor of la profesora

Un profesor of una profesora

Boek = libro
Wat is Spaans voor het boek?

1. El libro
2. La libro
3. Un libro
4. Una libro

Hij is een student
El es .....

1. el estudiante
2. un estudiante
3. una estudiante
4. la estudiante

Sara is docent.

1. Sara es profesor
2. Sara soy profesora
3. Sara es profesora
4. Sara soy profesor

Sara en Lily zijn docenten
Sara y Lily son ......

1. profesora
2. profesor
3. profesors
4. profesoras

Aan de slag!

Wat: Opdrachtenblaadje maken.

Wat heb je nodig: Pen.
Vragen/klaar? Hand opsteken, docent komt helpen/controleren.

Klaar? Spaans oefenen via Duolingo.

Laatste 10 minuten: Landen quiz blooket