Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
De Grote Signaalwoorden Quiz klas 2
Signaalwoorden gebruik je om...
A
een signaal te geven.
B
structuur in de tekst aan te brengen.
C
om verbanden aan te geven tussen alinea' s.
D
om verbanden aan te geven in de tekst.
1 / 27
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Signaalwoorden gebruik je om...
A
een signaal te geven.
B
structuur in de tekst aan te brengen.
C
om verbanden aan te geven tussen alinea' s.
D
om verbanden aan te geven in de tekst.
Slide 1 - Quizvraag
Tekstverband: VERGELIJKING
A
net als
B
kortom
C
als
D
waarmee
Slide 2 - Quizvraag
Welk tekstverband geeft
'om...te...' of 'met behulp van' aan?
A
oorzaak - gevolg
B
redengevend
C
doel - middel
D
concluderend
Slide 3 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het tekstverband 'tijdsvolgorde'?
A
Terwijl
B
Daarnaast
C
Toch
D
Vervolgens
Slide 4 - Quizvraag
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 5 - Quizvraag
Wouter heeft jaren met Lady Gaga samengewerkt. Hij heeft dus een enorme werkervaring met celebs.
A
Redengevend
B
Concluderend
C
Oorzakelijk
D
Vergelijkend
Slide 6 - Quizvraag
Wat is geen tekstverband?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
D
doel
Slide 7 - Quizvraag
Anne wil wel collecteren voor de Dierenbescherming, want zij wil dieren in nood helpen.
A
Redengevend
B
Concluderend
C
Opsommend
D
Voorwaardelijk
Slide 8 - Quizvraag
Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: VOORWAARDE
A
mits
B
waardoor
C
omdat
D
alles bij elkaar
Slide 9 - Quizvraag
Welk tekstverband herken je? 'Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden.'
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
Concluderend verband
Slide 10 - Quizvraag
Je kunt een tekstverband herkennen aan een signaalwoord. Bijvoorbeeld: maar = tegenstellend tekstverband
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
voorbeeldgevend
C
tegenstellend
D
redengevend
Slide 12 - Quizvraag
'want' hoort bij het tekstverband...
A
uitspraak-tegenstelling
B
middel-doel
C
oorzaak-gevolg
D
uitspraak-vergelijking
Slide 13 - Quizvraag
Signaalwoord: omdat
Tekstverband?
A
uitspraak-vergelijking
B
middel-doel
C
uitspraak-reden
D
uitspraak-opsomming
Slide 14 - Quizvraag
Tekstverband: TIJD
A
terwijl
B
waardoor
C
omdat
D
kortom
Slide 15 - Quizvraag
Tekstverband: VOORWAARDE
A
mits
B
waardoor
C
omdat
D
alles bij elkaar
Slide 16 - Quizvraag
'En' hoort bij het tekstverband:
A
Conclusie
B
Opsomming
C
Tegenstelling
D
Voorbeeld
Slide 17 - Quizvraag
Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: OPSOMMING
A
daarnaast
B
alles bij elkaar
C
al met al
D
zoals
Slide 18 - Quizvraag
Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: CONCLUSIE
A
kortom
B
alles overziend
C
met dat doel
D
daarentegen
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een tekstverband?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.
D
Relaties tussen verschillende delen van de tekst.
Slide 20 - Quizvraag
Een opsommend tekstverband =
A
Die een tegenstelling laten zien
B
Een tekstverband op tijdvolgorde
C
Zaken die opeenvolgend genoemd worden
D
Tekstverband die uitleg geeft.
Slide 21 - Quizvraag
Tekstverband: SAMENVATTING
A
hierdoor
B
concluderend
C
om
D
kortom
Slide 22 - Quizvraag
Wat is géén tekstverband?
A
redengevend
B
opsommend
C
tegenstrijdig
D
uitleggend
Slide 23 - Quizvraag
Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 24 - Quizvraag
Wat is GEEN tekstverband?
A
opsomming
B
voorwaarde
C
synoniem
D
tegenstelling
Slide 25 - Quizvraag
Ben jij voorbereid op de toets ...?
De Grote Signaalwoorden Quiz
Meer dan lezen: Paragraaf 1.2 en 1.3
Slide 26 - Tekstslide
Zelfstandig aan het werk
20 minuten stil en zelfstandig werken aan proeftoets onderdeel:
1. hoofd- en bijzaken / kernzinnen
2 . tekst
Jaloers? Mooi!
( vragen beantwoorden)
Geen vragen stellen
timer
20:00
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
De Grote Signaalwoorden Quiz
Oktober 2021
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
De Grote Signaalwoorden Quiz
Oktober 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Signaalwoorden en tekstverbanden
April 2017
- Les met
18 slides
door
Examentraining
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Examentraining
Signaalwoorden 2
November 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
§5.3 - deel 2
Juni 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Tekstverbanden mavo 4
Maart 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Tekstverbanden
12 dagen geleden
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 4
Tekstverbanden
3 dagen geleden
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 4