3.3 brood en spelen

Het Romeinse Rijk


. Brood en spelen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het Romeinse Rijk


. Brood en spelen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de mensen in en rondom de stad Rome leefden.

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden van natuurlijke grenzen zijn:
A
Bergen, rivieren en forten
B
Forten, woestijnen en zeeën
C
Rivieren, woestijnen en zeeën
D
Forten, woestijnen en bergen

Slide 3 - Quizvraag

De limes was een natuurlijke grens
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Welk volk kwam in 69 n. Chr in opstand tegen de Romeinen?
A
Tubanten
B
Friezen
C
Cananefaten
D
Bataven

Slide 5 - Quizvraag


De Romeinse samenleving


Het Romeinse Rijk is een agrarisch-stedelijke samenleving
de meeste mensen leven op het platteland. Toch heeft de stad 
Rome rond het jaar 100 n. Chr. ongeveer 1 miljoen mensen.  
De verschillen tussen de Romeinen zijn groot: slechts een klein aantal 
leeft in grote luxe, terwijl de meesten het zwaar hebben.

Slide 6 - Tekstslide


Grootgrondbezitters


Rijke mensen zijn vaak grootgrondbezitters
Meestal wonen ze in villa’s, omdat het in Rome vooral ’s zomers 
veel te warm, te vol en te vies is. 
Alleen voor politiek of voor zaken gaan ze naar de stad. 
Op hun landgoed verbouwen slaven graan, druiven en olijven.

Slide 7 - Tekstslide

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 8 - Tekstslide


Proletariërs

Proletariërs zijn arme Romeinen die vrijwel niets hebben. Soms zijn zij boeren geweest die niet konden concurreren tegen de grote boerderijen. Het woord komt van proles (kinderen): 'het enige dat zij hebben zijn hun kinderen.' 

Toch zijn ze erg belangrijk voor rijke Romeinen: ze mogen namelijk stemmen en kunnen rijke Romeinen machtig maken. (video vanaf 4.11)

De huizen van proletariërs hadden geen eigen toiletten. Je moest dan naar dit soort openbare toiletten in Rome: gezellig met z'n allen roddelen terwijl je je behoeften doet. Echt schoon was het allemaal niet: uit recent onderzoek werd duidelijk dat het enorme bron van parasieten en infecties.
Privé-toiletten kwamen pas later, en alleen voor mensen die dat konden betalen. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video


Slaven


Slavernij was bij de Romeinen heel normaal. Slaaf werd je bijvoorbeeld omdat jouw land was veroverd, of omdat je je schulden niet kon betalen. 

Er waren veel slaven in Rome: 
van de miljoen inwoners waren ongeveer 400.000 slaven!
Twee jonge slaven. De linker draagt water en handdoeken; de rechter een mand met bloemen.

Slide 11 - Tekstslide





Het werk dat slaven deden was heel verschillend: van zwaar werk in de mijnen, tot leraar voor de kinderen van Rijke Romeinen. Vooral Griekse slaven werden voor dat laatste veel gebruikt.
Je kon vaak niet zien of iemand slaaf was. Sterker nog: sommige slaven waren beter gekleed dan arme, vrije Romeinen!
Twee slavinnen helpen hun meesteres bij het opmaken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video


Vrijgelatenen


Je kon als slaaf worden vrijgelaten. Als vrijgelatene ben je nog geen Romeins burger, dat worden je kinderen pas.

En op jouw grafsteen zal ook de letter 'L' staan, dat libertus betekent: vrijgelatene. Meestal stond de naam van je vroegere eigenaar erbij.
Sextus Maelius Stabilio, Vesinia Iucunda, en Sextus Maelius Faustus. Vermoedelijk man en vrouw (dat kun je zien aan het handschudden en de sluier) en hun zoon. Slaven mochten niet trouwens, vandaar dat dit echtpaar op latere leeftijd is getrouwd.

Slide 14 - Tekstslide


Vrouwen in Rome


Romeinse vrouwen hadden meer rechten dan met vrouwen in bijvoorbeeld Athene. 
Vrouwen mochten zich buitenshuis begeven, maar ze bezaten echter geen politieke rechten en konden vaak niet beschikken over hun eigen vermogen.
De Romeinen maakten prachtige mozaïeken. Dit mozaïek is de oudste afbeelding van vrouwen in bikini. Het was de vloer van een Romeinse villa op Sicilië (Italië), gebouwd in de derde eeuw na Christus.

Slide 15 - Tekstslide


Het Romeinse huwelijk


Veel huwelijken zijn privé-afspraken tussen families. Er waren best wat regels als het gaat om trouwen. Zo mag een meisje vanaf haar 12e trouwen, en moest ze voor haar 20e levensjaar een kind hebben gekregen.
Huwelijken tussen verschillende groepen (zoals bijvoorbeeld met slaven) 
was niet toegestaan.


Paquius Proculus en zijn echtgenote (fresco uit Pompeii, 1e eeuw n. Chr.)

Slide 16 - Tekstslide


Brood en spelen

Panem et circenses, oftewel 'brood en spelen'. Rijke Romeinen hadden snel in de gaten dat het gewone volk en proletariërs, rustig blijft zolang het maar wat te eten heeft en/of zich niet gaat vervelen.

Het volk kreeg dus 'brood' en 'spelen' in het Colosseum.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


Badhuizen


Rijke Romeinen waren regelmatig in badhuizen (thermen) te vinden. Niet alleen omdat ze het prettig vonden, maar ook om te vergaderen.
In sommige badhuizen zaten complete bibliotheken.

Een Romeins badhuis in Bath (Eng.)

Slide 19 - Tekstslide


Gladiatoren


Hoewel veel gladiatoren slaven zijn (geweest), zijn het echte sterren. 
Een goede gladiator (de naam komt van gladius, het korte zwaard) is daarom duur. 
Gevechten op leven en dood komen voor, maar worden als het even kan, voorkomen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide


Alle wegen leiden naar Rome

In hun hele rijk leggen de Romeinen verharde wegen (via) aan. 
Hierdoor kan niet alleen het Romeinse leger snel in alle uithoeken van het rijk zijn, maar ook handel wordt hierdoor makkelijker.

En inderdaad: alle wegen leiden écht naar Rome!

Slide 23 - Tekstslide