Directe rede

Directe rede
Ik herhaal hoe ik leestekens kan plaatsen in zinnen met directe rede.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Directe rede
Ik herhaal hoe ik leestekens kan plaatsen in zinnen met directe rede.

Slide 1 - Tekstslide

Directe rede

Slide 2 - Tekstslide

Welke leestekens zijn er nodig voor zinnen in directe rede?

Slide 3 - Open vraag

Waar kom je zinnen in directe rede vaak tegen?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de directe rede?
A
Een feit uit een tekst.
B
Een mening uit een tekst.
C
Een letterlijke uitspraak van iemand (citaat)
D
Een oproep om iets te doen.

Slide 5 - Quizvraag

Waar staat de zin goed in directe rede?
A
Goed zei Youri,' ik benoem Isa vandaag tot voorzitter.'
B
'Goed' zei Youri,' ik benoem Isa vandaag tot voorzitter.'
C
'Goed', zei Youri,' ik benoem Isa vandaag tot voorzitter.'
D
'Goed', zei Youri,' ik benoem Isa vandaag tot voorzitter'.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste directe rede bij de zin?
A
Ik vraag: "Gaan we het journaal kijken?"
B
Ik vraag "Gaan we het journaal kijken?"
C
Ik vraag: gaan we het journaal kijken?

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste directe rede bij de zin?
A
Hij zegt "Ik heb geen mening."
B
Hij zegt: "Ik heb geen mening."
C
Hij zegt: Ik heb geen mening.

Slide 8 - Quizvraag



Wat is hier de directe rede?
A
Ik zei:"Dat ga ik niet doen."
B
Hij zei dat het niet gebeurt.
C
De man zegt van niet.
D
Iedereen zegt dat ze het willen.

Slide 9 - Quizvraag

Welke is juist?
(directe rede)
A
Chaimae zegt blij: 'Wat leuk om jou weer te zien.'
B
Chaimae zegt dat ze het leuk vindt om jou weer te zien.
C
'Wat heb jij een mooie handschrift,' zegt Chaimae
D
Chaimae zegt dat jij een mooie handschrift hebt.

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf de zin in de directe rede.
Begin met directe rede.

Anna zei dat ze de les af heeft.


Slide 11 - Open vraag

Zet in directe rede:
Emiel zei kwaad had ik jou maar nooit geloofd!

Slide 12 - Open vraag

Zet in de directe rede:
Goedemorgen zei de juf alle agenda's de lucht in

Slide 13 - Open vraag

Zet in de directe rede:
Oeps zei Youssef ik ben mijn agenda vergeten

Slide 14 - Open vraag

Schrijf een zin in de directe rede.

Slide 15 - Open vraag