4 - Les 9 - De voordelen van lezen

6 - De voordelen van lezen
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

6 - De voordelen van lezen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Academische woordenschat 2
Maak de oefeningen om de eerste reeks academische woordenschat in te oefenen:
Nederlands 6BCW/6WW - oefeningen - Academische woordenschat 
  • Academische woordenschat 1
  • Academische woordenschat 1 - afgeleide vormen

Schrijf intussen een lijst met de woordenschat op een apart blad. Woorden opschrijven helpt je om ze te leren. 

timer
30:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aya Sabi

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een podcastaflevering beluisteren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

14 december 2023 schrijft Aya Sabi haar laatste column. Waarom doet ze dit?

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

We beluisteren een podcastaflevering
Podcasts zijn een goede bron om informatie te vinden over allerlei onderwerpen. 
We beluisteren een aflevering uit de podcast "De 9 levens van Yassine"

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 9 levens van Yassine - Aya Sabi
Aya Sabi is gestopt met columns schrijven en heeft haar eerste roman geschreven. Hier willen we meer over te weten komen.

Bestudeer de bron:
  • Is de bron betrouwbaar?
  • Ga je het antwoord hieruit kunnen halen?
  • Wat verwacht je te weten te komen in deze podcast?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat verwacht je te weten te komen in deze podcast?

Slide 10 - Woordweb

Fictie
Wat is het doel van deze podcast?
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
ontroeren

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We beluisteren de aflevering
Neem een kladblad. Na het beluisteren van de  aflevering geef je een uitgebreid antwoord op de vragen: 

  1. Aya Sabi beweert dat ze "niets nieuws" schrijft met Half Leven, maar toch iets toevoegt aan de Nederlandse literatuur. Leg uit
  2. Welke personages komen voor in haar boek? Waarin verschillen de personages van elkaar?
  3. Wat bedoelt ze met "Ik ben een mooie naam om op een lijstje te zetten"?
  4. Waarom is Aya Sabi gestopt met columns schrijven?
  5. Waarom maakte ze de overstap naar fictie?
 luisterdoel

Slide 12 - Tekstslide

02:03
1. Waarom durft Aya Sabi niet te beweren dat ze iets nieuws maakt met haar boek Half Leven?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Welke personages komen voor in haar boek? Waarin verschillen de personages van elkaar?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Wat bedoelt ze met "Ik ben een mooie naam om op een lijstje te zetten"?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Waarom is Aya Sabi gestopt met columns schrijven? (2 redenen)

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Waarom maakte ze de overstap naar fictie?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Open plek
Wanneer je een literaire tekst leest, vraag je jezelf snel af waar de tekst eigenlijk over gaat. Je krijgt al lezend informatie over de gebeurtenissen en de personages waar je verbanden tussen gaat leggen. Bij een literaire tekst krijg je die informatie – over personages, de ruimte, de tijd – meestal niet in een keer, de informatie is vaak ook niet meteen duidelijk. Een literaire tekst wordt dan gekenmerkt door zogenaamde ‘open plekken’.
 
Een open plek is een tekstgedeelte binnen een verhaal of roman die voor de lezer onduidelijk is en dat vragen oproept. Open plekken maakt de lezer actief. De lezer gaat zichzelf vragen stellen over de tekst en gaat op zoek naar passages waarmee hij de onduidelijkheden kan wegnemen. Hij zal proberen om de open plekken in te vullen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht tijdens leesuur:
Je bent aan het begin van je boek. Maak notities tijdens het lezen.
  • Welke "open plekken" kom je tegen? 
  • Welke vragen worden opgeroepen? 





  • Exit ticket: beantwoord de vraag in Google Classroom. 
Waarom doet het personage dit? 
Wat bedoelt de auteur hiermee? 
Wat is hier precies gebeurd? 
Welk geheim heeft dit personage?
Wat is de betekenis van deze ruimte? 
Welk conflict speelt er tussen deze personages? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht na leesuur:
Lees tijdens de vakantie +/- 50 pagina's van je boek. Maak daarbij de volgende opdracht: 
  • Welke open plekken kom je tegen? 
  • Citeer de tekst
  • Motiveer waarom dit vragen bij jou oproept
  • Heb je intussen al een antwoord op je vraag?
  • Google Classroom: Literatuur

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fragment uit Half Leven

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interne dialoog
eigen materiaal

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interne dialoog
Je krijgt het eerste hoofdstuk van het boek. 
De eerste stap is het lezen van het romanfragment en je tijdens het lezen bewust vragen te stellen. Deze vragen noteer je tijdens het lezen (bv. in de kantlijn van het fragment). Uit onderzoek blijkt immers dat goede lezers zich tijdens het lezen vragen stellen en op zoek gaan naar antwoorden of voorspellingen doen over wat volgt. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interne dialoog
Lees het fragment. Welke vragen komen bij je op?
Schrijf minstens 3 vragen op.

Voorbeelden:
  • Wat bedoelt de auteur hiermee? 
  • Waarom doet of zegt het personage dat? 
  • Wat betekent dit woord precies?
  • Wat gebeurde toen?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Externe dialoog
Groepjes van drie:
Bespreek:
  • Welke vragen komen overeen?
  • Op welke vragen kan je antwoorden geven? 
  • Zijn er vragen waar je al een antwoord op vindt in de tekst? 
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literaire analyse: gelaagdheid 
spanningsboog 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literaire analyse: open plekken
spanningsboog 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga op zoek naar drie open plekken in het boek dat je aan het lezen bent:
  • Citeer de tekst
  • Motiveer waarom dit vragen bij jou oproept

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literair gesprek
Cultuur:



1. pg.75-92
pg.99-100
pg.139-143

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Richtvragen
Cultuurgebonden
  • Met welke cultuur of culturen krijg je te maken in het verhaal? Kan je je hierin inleven? Heb je geleerd over deze cultuur wat je nog niet wist? 
  • Op welke plaats en in welke tijd speelt het verhaal zich af? Welke verschillen en gelijkenissen vertoont deze plaats met je eigen omgeving?
Persoonsgebonden
  • Komen er conflicten voor in het verhaal? Beschrijf het conflict en leg uit voor welke partij jij het meeste begrip kan opbrengen. 
  • Staat het personage voor een moreel dilemma? Welk dilemma? Kan jij de keuze van het personage begrijpen? 



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Richtvragen
Binnenstappen in de tekst: 
  • Zijn er specifieke zinnen of passages die je mooi vond? Welke en waarom?
  • Kan je jou identificeren met de personages?
  • Vanuit welk perspectief wordt het verhaal verteld? Op welke manier word je als lezer in het verhaal getrokken?
  • Hoe beschrijft de auteur de ruimte en de omgeving in het verhaal? Kan je je hier een beeld bij vormen? Welke details helpen je hierbij?
  • 15. Kan je de ruimte in het verhaal vergelijken met een ruimte die je kent in je eigen leven? Welke overeenkomsten zijn er?



Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Richtvragen
  • Wat vind je van de normen en waarden van het personage? Kan je jezelf hierin vinden? Waarom wel/niet?
  • Zijn er personages die zich verzetten tegen bepaalde maatschappelijke verwachtingen?

Kunstzinnige vorming
  • Hoe draagt het taalgebruik van de auteur bij aan de sfeer en het gevoel van de tekstwereld?
  • Kan je beeldspraak herkennen in de tekst? Welke betekenis zit erachter? Wat vind je hiervan?
  • Welke beelden roept de tekst bij jou op?



Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Richtvragen
Kritiek
  • Hoe beoordeel je de setting van het verhaal? Is de wereld waarin het verhaal zich afspeelt goed uitgewerkt en geloofwaardig?
  • Wat vind je van de dialogen in het boek? Zijn ze natuurlijk en overtuigend of juist geforceerd en onnatuurlijk?
  • Wat vind je van de interactie tussen de personages? Zijn de conflicten goed uitgewerkt en geloofwaardig?

Stilstaan bij stijl:
1. Hoe beoordeel je de schrijfstijl van de auteur? Wat zijn sterke en zwakke punten?
2. Vind je de schrijfstijl passend bij het thema? Waarom?




Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luistertoets
We lezen drie hoofdstukken uit deze roman. Deze hoofdstukken koppelen we aan drie functies van de literatuur:



  1. Culturele vorming: we leren andere werelden van binnenuit kennen.
  2. Sociale vorming: Welke conflicten komen voor in het verhaal? Hoe sta jij er tegenover? 
  3. Persoonsvorming: kan je je herkennen in het personage? 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een synthese schrijven
pg.93

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 9 - een synthese schrijven
pg.93

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een samenvatting met informatie uit verschillende bronnen
pg.96

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.96

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tips heb je voor het maken van een goede samenvatting?

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

pg.96

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.96

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een synthese schrijven
Maak deze oefening in Bookwidgets. Ontdek zo stap voor stap hoe je een synthese schrijft. 
Nederlands 6BCW/6WW - oefeningen - 6 - Les 9
  • Een synthese schrijven oriënteren

Houd ook je boek bij de hand, zodat je de teksten grondig kan verwerken. 

Je synthese schrijf je in een andere oefening. Zorg dat je eerst de oriëntatie juist hebt.

pg.98-103

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wetenschappelijk schrijven
eigen materiaal

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Link

Deze slide heeft geen instructies