H3.5 Geld te kort

Welkom
Wat gaan we doen vandaag?:
  • Bespreken huiswerk paragraaf 4
  • Doornemen theorie paragraaf 5
  • Werken aan paragraaf 5


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Wat gaan we doen vandaag?:
  • Bespreken huiswerk paragraaf 4
  • Doornemen theorie paragraaf 5
  • Werken aan paragraaf 5


Slide 1 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1
A) Bijvoorbeeld: Een artikel dat een aantal jaren meegaat. 

  • B) Bijvoorbeeld: Bed, kast, bureau, muziekinstallatie, tv. 

Slide 2 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2
A) 680 : 100 x 110 = 748 euro

  • B) 748 : (4 x 12) = 15,58 euro

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 3
A) 




  • B) (2100 - 450) : (10 x 12) = 13,75 euro
  • C) 2100 euro (vervangingswaarde) & 450 euro (restwaarde)

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 4

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 5
A) 





  • B) Ja, want reserveren is een keuze. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdstuk 3.5
Geld te kort
Open je boek op bladzijde 96

Slide 7 - Tekstslide

Wat zou jij doen als je geld te kort hebt maar iets echt moet kopen omdat je het nodig hebt? 
Introductie

Slide 8 - Woordweb

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat je kunt doen als je geld te kort komt. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Financieringsprobleem= Je hebt geld nodig, maar hebt dit niet beschikbaar. 

Wat te doen:
1. Prioriteiten stellen
2. Spaargeld of reserves gebruiken


Geen geld beschikbaar 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bezuinigen = Het verminderen van uitgaven.






Bezuinigen 

Slide 13 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding. Jennifer bezuinigt op haar dagelijkse uitgaven. 




Vraag: Op welke manier kan ze bezuinigen op haar dagelijkse uitgaven? 

Bezuinigen 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

  • Lenen is de duurste aanpak omdat je naast aflossing ook rente moet betalen.
  • Bij een structureel probleem is lenen niet verstandig. 



Lenen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Voor advies kan je terecht bij:
  • Het Nibud 
  • De consumentenbond 




Advies over geld
Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Bijvoorbeeld: 

  • Dagelijkse uitgaven: Boodschappen, broodje, koffie etc. 
  • Vaste lasten: Je ziet de woning van Paul en zijn auto. 
  •  Incidentele uitgaven: De ring.
Afsluitende video bespreken vragen

Slide 20 - Tekstslide

Bijvoorbeeld: 

Hij kan bezuinigen op zijn dagelijkse uitgaven of hij kan geld lenen (bij een bank of bij vrienden/familie) als hij de ring direct had willen kopen. 

Hij kan ook gaan sparen om de ring in de toekomst te kunnen kopen. 
Afsluitende video bespreken vragen

Slide 21 - Tekstslide

Bijvoorbeeld: 

Hij kan bijvoorbeeld B merk producten kopen i.p.v. A-merken en hierdoor besparen op zijn dagelijkse uitgaven.  
Afsluitende video bespreken vragen

Slide 22 - Tekstslide

Aan het werk!
Maak de volgende opdrachten in je boek (Huiswerk):
 opdracht 5 t/m 11




--> Doe dit zelfstandig of vraag hulp
 (fluisterend) aan je buurman/buurvrouw
--> Kom je er niet uit? Vraag het dan aan de docent
timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat je kunt doen als je geld te kort komt. 

Slide 24 - Tekstslide