2.1 Steden in de wereld

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2 Steden

2.1 Steden in de wereld

Hoe ziet dit hoofdstuk eruit?

Paragraaf 2.1 t/m 2.5

Topo toets in de toetsweek!

PT - opdracht: stad ontwerpen

Leerdoelen

• Je weet het verschil tussen soorten steden.
• Je begrijpt waarom een gunstige ligging en een stedelijk netwerk belangrijk is.

Waar denk je aan bij een grote stad?

Elke stad heeft veel inwoners, veel gebouwen op een klein gebied, veel werk in de industrie en diensten en ten slotte ook veel belangrijke voorzieningen, zoals een ziekenhuis:

Megastad: Hier wonen meer dan 10 miljoen mensen. Die vind je vooral in Azië 

Wereldstad. Deze heeft veel invloed op de wereld, zoals New York, Tokyo, Londen en Parijs

Hoofdstad. Hier zit meestal de regering van het land. Het hoeft niet de grootste stad te zijn. New York is dertig keer groter dan Washington.

Primate City

Een gunstige ligging voor een stad is als deze in een vlak gebied ligt met rivieren of aan de kust. Dan is het vervoer gemakkelijk. Ook gunstig is een vruchtbaar gebied of een gebied met grondstoffen. Dan ontstaat industrie en handel.

Primate City

Moskou ligt heel gunstig en is drie keer zo groot dan de tweede stad St. Petersburg, én veel belangrijker. Moskou is daarom een primate city. Dat is nadelig voor een land, omdat bijna alle activiteiten naar die ene stad trekken. Het is gunstig voor een land als er tussen de steden wegen, spoorwegen, rivieren en kanalen zijn. Daardoor is vervoer van mensen en goederen tot in alle uithoeken mogelijk.

Groei van steden = urbanisatie

Er zijn twee oorzaken.

Ten eerste de migratie van het platteland naar de stad voor werk en een beter leven. Ten tweede het hoge geboortecijfer in de stad, want de meeste migranten zijn jong en stichten een gezin.

Aan de slag -> huiswerk!

Paragraaf 2.1

Opdracht: 1 - 2 - 3 - 4 - 5 & 6

Klaar: online aan de slag met de box