Rekonomie havo H4 vervolg

Rekonomie

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Rekonomie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Bespreken opdrachten 4.10 t/m 4.14
  • Terugblik op Lesbrief Rekonomie
  • Start Lesbrief Vragers & Aanbieders
  • Aan de slag met opdrachten van WIMS

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken
Opdracht 4.10 t/m 4.14

Slide 4 - Tekstslide

Gegeven: Qv = -200P + 25.000
(P in €, Qv in stuks)
Bereken de gevraagde hoeveelheid bij een prijs van € 20

Slide 5 - Open vraag

Gegeven: Qv = -200P + 25.000
(P in €, Qv in stuks)
Bereken bij welke prijs de gevraagde hoeveelheid 10.000 stuks is.

Slide 6 - Open vraag

Gegeven: Qv = -200P + 25.000
(P in €, Qv in stuks)
Bereken bij welke prijs er geen enkel product wordt gekocht.

Slide 7 - Open vraag

Gegeven: Qv = -25P + 3.000
(P in €, Qv in duizenden stuks)
Bereken de gevraagde hoeveelheid bij een prijs van € 20.

Slide 8 - Open vraag

Gegeven: Qv = -25P + 3.000
(P in €, Qv in duizenden stuks)
Bereken de gevraagde hoeveelheid bij een prijs van € 40.

Slide 9 - Open vraag

Gegeven: Qv = -25P + 3.000
(P in €, Qv in duizenden stuks)
Bereken bij welke prijs de gevraagde hoeveelheid 1,5 miljoen stuks is.

Slide 10 - Open vraag

Vraag en aanbod
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt. 

Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.

Slide 11 - Tekstslide

Verband P en Qv
Het verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid kan beschreven worden met een vraagvergelijking of een vraagfunctie.
Er is altijd een tegengesteld of negatief verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid.
Dat zie je terug in de vraagfunctie door het minteken.
Voorbeeld: Qv = -10P + 500

Slide 12 - Tekstslide

Vraag-functie
De vraag-functie van een product geeft weer wat de gevraagde hoeveelheid is bij een bepaalde prijs.
Qv = -1,45p + 4000
(p in €, Qv in stuks)

Slide 13 - Tekstslide

Verband P en Qa
Het verband tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid kan beschreven worden met een aanbodvergelijking of een aanbodfunctie.
Er is een positief verband tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid.
Dat zie je terug in de aanbodfunctie door het "plusteken".
Voorbeeld: Qa = 10P - 500

Slide 14 - Tekstslide

Aanbod-functie
De aanbod-functie van een product geeft weer wat de aangeboden hoeveelheid is bij een bepaalde prijs.
Qa = 0,25P – 5
(p in €, Qv in stuks)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Marktevenwicht
Wanneer vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn is er marktevenwicht.
Dus marktevenwicht is er wanneer:
Qv=Qa

De prijs in het marktevenwicht kunnen we uitrekenen door de vergelijking Qv=Qa op te lossen

Slide 17 - Tekstslide

Markt, marktevenwicht berekenen en tekenen
Hoe pakken we dit aan? Marktevenwicht bij:
Qa = Qv

  • 4 P – 120 = −2 P + 240
  • 6 P = 360 
  • P = 60 <- de marktprijs


Slide 18 - Tekstslide

Markt, marktevenwicht berekenen en tekenen
  • Hoe pakken we dit aan? Marktevenwicht bij:
  • Qa = Qv
  • P = 60
  • P invullen bij Qa → Qa = 4 x 60 - 120 = 120 stuks
  • en bij Qv → Qv = -2 x 60 + 240 = 120 stuks
  • Er moet bij Qa en Qv hetzelfde uitkomen, anders is er iets mis gegaan

Slide 19 - Tekstslide

Markt, marktevenwicht berekenen en tekenen
  • Qa = 3P – 30   en   Qv = -2P + 60
  • Bereken P.
  • Bereken Qa.
  • Bereken Qv.
  • Qa = Qv → 3P – 30 = -2P + 60 → 5P = 90 → P = 90 / 15 = 18 → de marktprijs is € 18.
  • Qa = 3 × 18 – 30 = 24; Qv = -2 × 18 + 60 = 24 


Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag met
Opdracht 4.10 t/m 4.14

timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Bespreken
Opdracht 4.10 t/m 4.14

Slide 22 - Tekstslide

Gegeven: Qa = 6P -240
(P in €, Qv in stuks)
Bereken de aangeboden hoeveelheid bij een prijs van € 100

Slide 23 - Open vraag

Gegeven: Qa = 6P -240
(P in €, Qv in stuks)
Bereken bij welke prijs de aangeboden hoeveelheid 180 stuks is.

Slide 24 - Open vraag

Gegeven: Qa = 6P -240
(P in €, Qv in stuks)
Bereken bij welke prijs er geen producten meer aangeboden worden.

Slide 25 - Open vraag