Keuzeles water preventie

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Door wie wordt het waterbeheer in Nederland uitgevoerd?

1. De gemeente
2. De Provincie
3. Rijkswaterstaat
4. Waterschappen & Rijkswaterstaat

In Nederland valt er op jaarbasis

1. Minder neerslag dan er verdampt
2. Meer neerslag dan er verdampt
3. Evenveel neerslag als er verdampt

De drie grote waterwerken

1.  De Zuiderzeewerken
2. De Deltawerken
3. Ruimte voor de rivier

Welke van de drie grote waterwerken zijn het meest van belang voor onze veiligheid in NH?

1. Zuiderzeewerken
2. Deltawerken
3. Ruimte voor de rivier

Hoe beschermen we ons tegen die overstroming?

• Preventie
• Gevolg beperken
• Rampenbestrijden en crisisbeheersing

Laag 1: Preventie

• Versterking van dijkbekleding
• Verbreden van dijken
• Verhogen van dijken
• Opspuiten van zand bij de duinvoet en op het strand

Noem een manier om de dijkbekleding te versterken

Laag 2: Gevolg-beperkende maatregelen

• Compartimentaliseren
• Bouw in risico gebieden verbieden
• Kwetsbare objecten op hoger gelegen grond
• Grond ophogen
• Inrichting zodat evacuatie snel mogelijk is

Wat zou men verstaan onder kwetsbare objecten?

1. Middelbare school
2. Zwembad
3. Ziekenhuis
4. Boerderij

Laag 3: Rampenbestrijding en Crisisbeheer

• Het rampenbestrijdingsplan
• Tegenwoordig zien we een storm aankomen, dus kan het plan al in werking gesteld worden voordat er een ramp is.
• Verschillende fases

Fase 0

Rijkswaterstaat informeert de hulpdiensten

Fase 2

Dijkpatrouilles controleren en verstevigen dijken waarnodig

Rampenbestrijdingsteam komt bijeen. Evacueren of niet?

Fase 1

Er worden dijkpatrouilles ingezet

Wat is eigenlijk het verschil tussen een overstroming en wateroverlast?

Waterschap en wateroverlast

• Groot deel van de Zaanstreek ligt onder NAP
• Waterschap beheert het waterpeil in de slootjes en kanalen
• Doormiddel van pompen wordt het water afgevoerd naar de boezem, die vervolgens het water afvoert richting bijvoorbeeld het Noord-Zeekanaal of het Marker/IJsselmeer.

Maak opdrachten hoofdstuk 5

Opdracht 23 tot en met 29