voorzetsels + Modalverben

Modalverben
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Modalverben

Slide 1 - Tekstslide

dürfen betekent: 1 woord opschrijven

Slide 2 - Open vraag

mögen betekent:

Slide 3 - Open vraag

mögen ( du )

Slide 4 - Open vraag

wollen ( ich )

Slide 5 - Open vraag

können ( er )

Slide 6 - Open vraag

dürfen ( ihr )

Slide 7 - Open vraag

wissen ( ich )

Slide 8 - Open vraag

müssen ( du )

Slide 9 - Open vraag

mögen ( ich )

Slide 10 - Open vraag

voorzetsels für en vor

Slide 11 - Tekstslide

Das ist ........ dich. ( voor )

Slide 12 - Open vraag

Das ist ......... meinen Lehrer ( voor)

Slide 13 - Open vraag

Er steht ...... der Schule ( voor )

Slide 14 - Open vraag

Es ist Viertel .... drei. ( voor )

Slide 15 - Open vraag

nach, zu, in

Slide 16 - Tekstslide

Er fährt ........ Berlin ( naar )

Slide 17 - Open vraag

Wir gehen ........ das Kino ( naar )

Slide 18 - Open vraag

Er geht ........ der Schule ( naar )

Slide 19 - Open vraag

Hier musst du ...... links ( naar )

Slide 20 - Open vraag

Um 10 Uhr gehe ich...... Hause ( naar )

Slide 21 - Open vraag

Ich bin schon ...... Hause ( thuis )

Slide 22 - Open vraag