1. Geluid maken en horen mavo

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

--> Op de volgende dia staat de betekenis van verschillende 
       pictogrammen (plaatjes) uitgelegd. 

--> Je kunt op deze pictogrammen (gele rondjes) klikken of dubbel klikken. 
      Er verschijnt dan bijv. Een linkje naar een filmpje of er speelt een geluidje af. 

--> rood gekleurde woorden zijn begrippen. Deze moet je dus zeker even in je 
      schrift schrijven met de betekenis er achter. De betekenis van het begrip 
      Vind je meestal in de zin waar het begrip in staat. (Voor het begrip bijvoorbeeld).

ā€”> naast begrippen zijn er andere belangrijke aantekeningen, daar staat 
        een bordje met het woord aantekening bij!
        Als dit bordje ergens bij staat, dan moet je dit ook in je schrift noteren 
        voor een goede samenvatting.

Slide 2 - Tekstslide

Pictogrammen in LessonUp
Aantekening in je schrift
Hotspot:
Aantekening in je schrift
Hotspot:
Extra uitleg
Hotspot:
Filmpje kijken
Hotspot:
Link naar  toepasing
Opdracht in je schrift maken
Opdracht op je iPad maken
Uitleg, tekst goed doorlezen
Hotspot:
Geluid luisteren

Slide 3 - Tekstslide

Geluid

Een voorwerp dat geluid maakt noem je een geluidsbron. Veel geluidsbronnen zijn door mensen gemaakt. Bijvoorbeeld: muziekinstrumenten, luidsprekers, machines en motoren.
Geluid ontstaat door de trillingen die een geluidsbron maakt bijvoorbeeld bij het geluid van je stem zijn het de stembanden die trillen, bij een luidspreker is het de conus die trilt en bij een gitaar de snaren.

Slide 4 - Tekstslide

Geluidsbron

Elk voorwerp dat geluid maakt is een geluidsbron. Wij maken geluid met onze stembanden. De lucht die we uitademen komt langs de stembanden. Als we onze stembanden aanspannen, gaan ze trillen. Door deze trillingen wordt de lucht die er langs komt afwisselend afgeremd, en dan weer doorgelaten.  We noemen dit geluidsgolven.
Alles dat deze geluidsgolven kan maken noemen we een geluidsbron. Bij een geluidsbron is er eigenlijk altijd iets dat trilt. Bij een gitaar is dat de snaar, bij een saxofoon is dat het rietje en bij een trommel is dat het vel.
Geluid heeft altijd een tussenstof nodig om zich te verplaatsen, zoals lucht. Geluid ontstaat dus bij de geluidsbron en gaat via de tussenstof naar de ontvanger.

Slide 5 - Tekstslide

Geluid door lucht

Slide 6 - Tekstslide

Menselijk gehoor
Gehoorbeschadiging?

Slide 7 - Tekstslide

Geluidssnelheid

Geluid heeft tijd nodig om zich te verplaatsen. Daar merk je in het dagelijks leven meestal niets van. Maar er zijn momenten dat dit goed te merken is. Denk maar eens aan het onweer. Je ziet de flits soms veel eerder dan dat je het geluid hoort. Dit komt omdat het licht veel sneller is dan het geluid. Hoe langer het duurt voordat je de donder hoort, hoe verder het onweer van je vandaan is.

Slide 8 - Tekstslide

Geluidssnelheid
Bij een toets krijg je de tabel er altijd bij, alleen lucht moet je uit je hoofd weten (343 m/s)

Slide 9 - Tekstslide

Geluidssnelheid - berekeningen

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1 - uitwerking

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 2

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 2

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 2 - uitwerking
Het antwoord moet je door 2 delen, want je hebt nu heen en terug uitgerekend. De diepte van de zee is een enkele reis.

Slide 15 - Tekstslide

Echo
Heb je je wel eens afgevraagd waarom je, als je roept, je stem een paar keer hoort klinken? Dat is een echo. Als het geluid ergens tegen aan botst, wordt een deel ervan weerkaatst, net als een spiegelbeeld. Als dat ver genoeg weg gebeurt, maakt het weerkaatste geluid een echo. Daarom kunnen we een echo alleen horen als we in de bergen, in het bos, in een grote grot.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide