Hoofdstuk 1 - webshop - voor de toets

Welkom webshoppers
Stop je telefoon in je tas en laat hem daar
Pak je laptop en zet hem dichtgeklapt voor je
Pak je boek en leg het dicht voor je op tafel



1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom webshoppers
Stop je telefoon in je tas en laat hem daar
Pak je laptop en zet hem dichtgeklapt voor je
Pak je boek en leg het dicht voor je op tafel



Slide 1 - Tekstslide

programma 15 oktober
1. intro en afwezigen
2. herhaling toetsstof
3. toetsstof praktisch maken voor je eigen webshop
4. zelfstandig werken
5. toets (2e uur) in lokaal 420
6. afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

log in bij Lessonup.com
Klascode:qvdzl
onderin beeld staat de pincode

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

voorbeeld smal assortiment

Slide 5 - Woordweb

vorige les: 
MR Marvis
en
jouw eigen webshop

Slide 6 - Tekstslide

lesdoel
Aan de hand van de bestudeerde stof van hoofdstuk 1 kun je aan het eind van deze les invullen:
- welke producten je wilt verkopen
- hoeveel productgroepen je gaat verkopen
- welk rand- en kernassortiment je wilt aanbieden
- of je A-merken, B-merken of C-merken wilt verkopen
in jouw webshop

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Prodructgroep
Verschillende producten in het assortiment die met elkaar te maken hebben noem je een productgroep. 

Productgroepen zijn vaak samengesteld naar:
  • Het soort klant voor wie de producten bedoeld zijn 
  • De manier waarop producten worden gebruikt
  • De prijs van de producten
  • Het materiaal waarvan de producten zijn gemaakt


Slide 9 - Tekstslide

1. in mijn webshop koop je...
2. ik denk aan ... produktgroepen

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

1. Mijn kernassortiment is:
2. Mijn randassortiment is:

Slide 12 - Woordweb

zelfstandig werken
hoe? 
- alleen (individueel)
- zachtjes overleggen met je buurman/-vrouw mag
- muziek luisteren via je laptop mag
- extra uitleg kun je krijgen aan de instructietafel: maximaal 2 leerlingen tegelijk
klaar?
document: mijn webshop invullen in Classroom
extra opdrachten maken  of extra uitleg in Lessonup
begrippen / samenvatting / ppt in Magister 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Alle producten die je in een winkel verkoopt noem je:
A
een productgroep
B
het assortiment
C
alle producten

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een productgroep?
A
Alle producten die je verkoopt
B
Alle producten in je assortiment die met elkaar te maken hebben.
C
Alle spullen die je niet verkoopt

Slide 16 - Quizvraag

Dimensies van het assortiment
  • Breedte van het assortiment: Veel verschillende productgroepen is breedt assortiment, weinig is een smal assortiment.
  • Lengte van het assortiment:  Lang assortiment veel producten in productgroepen en kort assortiment weinig producten
  • Diepte van het assortiment: Diep assortiment veel productvarianten. Ondiep assortiment is weinig productvarianten.
  • Hoogte van het assortiment: Hoog assortiment duurdere merken. Laag assortiment goedkopere merken
  • Consistentie van het assortiment: Als product groepen bij elkaar passen.

Slide 17 - Tekstslide

Veel producten in productgroepen
Noem je een:
A
Lang assortiment
B
Kort assortiment
C
Diep assortiment
D
Smal assortiment

Slide 18 - Quizvraag

Als er weinig verschillende productgroepen zijn noem je dit een:
A
Kort assortiment
B
Ondiep assortiment
C
Smal assortiment
D
Laag assortiment

Slide 19 - Quizvraag

Een winkel verkoopt veel dure merken. De winkel heeft dus een
A
Hoog assortiment
B
Laag assortiment
C
Diep assortiment
D
Lang assortiment

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

classroom: vul het document in

Slide 22 - Tekstslide

classroom: vul het document in
het dodument heet: mijn webshop

Slide 23 - Tekstslide

moeilijkere vragen en meer uitleg

Slide 24 - Tekstslide

Een dierenspeciaalzaak heeft een ...?
A
smal en diep assortiment
B
breed en ondiep assortiment
C
Smal en ondiep assortiment
D
breed en diep assortiment

Slide 25 - Quizvraag

Wat zijn impulsartikelen?
A
Waarvoor je naar de winkel ging
B
Artikelen die bij een ander artikel horen
C
Aankoop zonder dat je het van plan was te kopen
D
Artikel om iets anders beter te gebruiken

Slide 26 - Quizvraag

Wat zijn rage artikelen?
A
Artikelen die je snel verkoopt
B
Artikelen zijn artikelen die kort erg populair zijn
C
Artikelen die lang erg populair zijn
D
Artikelen die je niet snel verkoopt

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een B merk?
A
Huawai
B
Sony
C
Samsung
D
Apple

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een follow up artikel bij een printer?
A
papier
B
een computer
C
inkt
D
stroom

Slide 29 - Quizvraag

In een schoenenzaak koopt iemand veters. Waar horen de veters bij?
A
Diep assortiment
B
Consistent assortiment
C
Kernassortiment
D
Randassortiment

Slide 30 - Quizvraag

Cool Cat is een kledingwinkel met als doelgroep de jeugd. Ze verkopen voornamelijk kleding. Welk begrip hoort hierbij?
A
consistent
B
inconsistent
C
lang assortiment
D
kort assortiment

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een productvariant?
A
De Bakker
B
Brood
C
Bruin brood
D
Bruin volkoren brood

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video