In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Kun jij de metrieke reeksen uit je hoofd noteren?
"kan het dametje met de centimeter meten?"
Oversteek tussen soorten inhoud via liter <-> dm3 en cm3 <-> ml
1 are = 100 m2
1 hectare = 1 ha = 10.000 m2 / 1 ton = 1000 kg
Slide 3 - Tekstslide
opgave 1 - TIJD
Er wordt een estafetteteam samengesteld bestaande uit 4 jongens. Om de snelste vier te kiezen gebruikt de trainer de tijden van een hardloopwedstrijd. In de tabel vind je de tijden van vijf jongens. Wat is de gezamenlijke tijd van de vier snelste jongens?
1 Wie valt er af?
2 Totaliseer de honderdsten (achter komma)
3 Totaliseer de seconden
4 Totaliseer de minuten
5 Wat is de totaaltijd?
A
3:19,33
B
12:19,33
C
13:19,33
D
15:19,33
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
opgave 2 - TIJD
Je vliegt van Amsterdam naar Kuala Lumpur volgens het vluchtschema. Genoemde tijden zijn plaatselijke tijden. Hoelang duurde de totale reis van Amsterdam naar Kuala Lumpur?
1 "in het vliegtuig" zet je de klok alvast 7 uur vooruit
2 Vertrektijd Amsterdam = ?
3 Aankomsttijd Kaula Lumpur = ?
4 Reistijd tot middernacht + na middernacht = ?
A
17:45 uur
B
12:49 uren
C
16:45 uur
D
13:49 uur
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
opgave 3 - OPPERVLAKTE
Je vervangt de wanden van deze schuur door nieuwe planken. Er is één raam: de oppervlakte is 0,18 m2. Er is één deur: de oppervlakte is 1,6 m2. Voor de driehoekige stukken muur naar het dak reken je in totaal 1,2 m2 extra. Hoeveel vierkante meter planken moet je minimaal kopen?
1 Oppervlakte = L x B
2 Opp lange zijde (2x!)
3 Opp korte zijde (2x!)
4 Opp driehoeken erbij (gegeven)
5 Opp raam en deur eraf (gegeven)
1,8 m
2,3 m
1,9 m
A
15 m2
B
16,78 m2
C
13,8 m2
D
14 m2
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
opgave 4 - OPPERVLAKTE
Er wordt een grasveld aangelegd in de vorm van een cirkel met een diameter van 16,8 meter. Om het grasveld in te zaaien is er 30 gram graszaad per vierkante meter nodig. Oppervlakte cirkel = straal x straal x 3,14 Voor welk bedrag moet er minimaal graszaad ingekocht worden als je de goedkoopste oplossing wilt?
1 Bereken de straal
2 invullen: Opp cirkel = straal x straal x 3,14 = ? m2
3 Bereken hoeveel zaad nodig is.
4 Welke dozen zijn samen het goedkoopst?
A
€ 80,89
B
€ 81,89
C
€ 82,90
D
€ 84,84
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
opgave 5 - OPPERVLAKTE
In de keuken komt een nieuwe tegelvloer in het patroon zoals afgebeeld. De afmetingen van de keuken is 6 x 6 m. De tegels zijn 25 x 25 cm. Hoeveel zwarte tegels zijn er nodig om de vloer volgens dit patroon te leggen?
1 Maak eenheden gelijk
2 Bereken Opp keuken en Opp 1 tegel
3 Hoevaak past 1 tegel op de keukenvloer?
4 Welk deel van de tegels is zwart? (4 van de ...)
5 Neem dat deel van alle tegels.
A
265 tegels
B
256 tegels
C
320 tegels
D
576 tegels
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
opgave 6 - KUBIEKE INHOUD naar LITERS
Het aantal vissen dat je maximaal in dit aquarium kunt houden, wordt bepaald door de lengte van de vissen. Per cm vislengte moet 1 liter water beschikbaar zijn. De vissen zijn gemiddeld 4 cm lang.
Hoeveel vissen kun je maximaal in dit aquarium houden? Rond af op een tiental.
1 4 liter water nodig per vis
2 1 liter = 1 dm3, dus zet cm om naar dm
3 Inh = L x B x H (invullen in dm)
4 Deel het aantal liters door 4
LxBxH=81 x 36 x 45cm
A
30 vissen
B
33 vissen
C
40 vissen
D
42 vissen
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
opgave 7 - KUBIEKE INHOUD naar LITERS
Je wilt de bovenste 10 centimeter van de bak vullen met grind. Grind weegt 1,5 kg per liter. Je koopt zakken grind van 10 kilogram per stuk. Hoeveel zakken grind heb je minimaal nodig?
1 1 liter = 1 dm3, dus zet cm om naar dm
2 Alleen bovenste 10 cm!
3 Inh = L x B x H (invullen in dm)
4 bereken gewicht van het grind
5 bereken aantal zakken grind
A
8,5 zakken
B
9 zakken
C
85,5 zakken
D
90 zakken
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
opgave 8 - 'VLOEIBARE' INHOUD
Voor een feest wordt een niet-alcoholische cocktail gemaakt. In een kom met een inhoud van 6 liter worden allerlei gezonde dingen gedaan (zie hiernaast). De kom wordt tot de rand toe aangevuld met water. Hoeveel deciliter water past er nog bij? Rond je antwoord af op één decimaal.