12/12 v4 LA RENNAISSANCE

week 50 en week 21
=>  La Renaissance : klassikaal nemen we een deel van deze lessonup door. Verwerk de lessonup door aantekeningen te maken en de filmpjes te bestuderen. Maak ook de opdracht over Montaigne en Ronsard in je schrift.

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

week 50 en week 21
=>  La Renaissance : klassikaal nemen we een deel van deze lessonup door. Verwerk de lessonup door aantekeningen te maken en de filmpjes te bestuderen. Maak ook de opdracht over Montaigne en Ronsard in je schrift.

Slide 1 - Tekstslide

Les faits
• rond 1450: Uitvinding van de  boekdrukkunst in Europa.
 • 1453: Val van Constantinopel: vlucht van kunstenaars en wetenschappers naar Italië.
 • 1492: Columbus ontdekt Amerika.
 • 1517: Begin van de reformatie.
 • 1515 – 1547: Regering van François I er, de renaissancekoning.
 • 1562 – 1598: Godsdienstoorlogen, strijd van de katholieken tegen de protestanten.
• 24 aug. 1572: Sint-Bartholomeusnacht: tijdens het huwelijk van Marguérite de Valois, dochter van de Franse koning, en de protestantse Henri de Navarre werden de protestantse gasten in één etmaal afgeslacht.
  • 1589 – 1610: Regering van Henri IV.
 • 1598: Edict van Nantes: vrijheid van godsdienst.
 


uit : digiboek Literatuur Libre Service

Slide 2 - Tekstslide

La littérature
• Renaissance = wedergeboorte: de literatuur uit de Griekse en Romeinse oudheid wordt ‘herontdekt’, maar ook
 de mens wordt ‘herontdekt’ als een individueel persoon, die vrij is om van zijn leven op aarde te genieten.
 • Humanisme = de filosofie die stelt dat de mens als individu belangrijk is en zichzelf kan en moet ontplooien.
• François Rabelais schreef Pantagruel (1532) en Gargantua (1534): verhalen over reuzen, die zichzelf ontplooien en
kritiek uiten op ‘domme’ middeleeuwse gewoontes en ideeën.
• Michel de Montaigne vond een nieuw genre uit: het essay, een genre waarin de schrijver als individu centraal staat. In Les Essais (1580 – 1588) is de invloed van  klassieke schrijvers duidelijk zichtbaar.
• La Pléiade, een groep jonge dichters in Parijs, introduceerde het sonnet, bedacht door de Italiaanse dichter Francesco Petrarca. Ook greep La Pléiade terug op de ode, een versvorm uit de klassieke
oudheid. De bekendste dichters van La Pléiade waren Pierre de Ronsard  en Joachim du Bellay. 

In Lyon was een andere groep dichters actief. Daar hoorde ook een dichteres bij: Louise Labé.

uit : digiboek Literatuur Libre Service

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent
'La Renaissance'

Slide 7 - Woordweb

Welke gebeurtenis is niet uit de Renaissance?
A
boekdrukkunst
B
ontdekking Amerika
C
Edict van Nantes
D
100-jarige oorlog

Slide 8 - Quizvraag

Waarom de hernieuwde belangstelling voor de oudheid?
  • In Italië waren natuurlijk al veel overblijfselen van de Romeinen en de Grieken. 
  • De val van Constantinopel in 1453 (komt in handen van de Turken, het Otto romaanse rijk) zorgde ervoor dat veel geleerden vluchtten uit het Byzantijnse rijk naar het westen en ze namen belangrijke geschriften over wetenschap, mensbeeld, de oude filosofen  mee, zaken die lange tijd verdwenen waren , komen ineens terug. Er komt dus een boost van klassieke teksten terug in het westen.
  • Teksten uit de Klassieke oudheid en Middeleeuwen werden verbeterd. Monniken maakten wel eens fouten bij het overschrijven en een groep mensen wilde dat verbeteren.
  • De klassieke waarden van de oudheid werden dus opnieuw geboren: vandaar de naam renaissance. Naître = geboren worden, la naissance de geboorte en re- als voorvoegsel betekent her, opnieuw.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat zijn die waarden?

  • De mens wordt belangrijk en staat centraal als mens en niet meer als iemand die slaafs doet wat de kerk voorschrijft.
  • De mens moet zichzelf ontwikkelen. Hij heeft de plicht zichzelf beter te maken en te leren,  op zoveel mogelijk gebieden, kennis verwerven (uomo universale) De bekendste homo universalis is Leonardo da Vinci (1452-1519), een man die eigenlijk alles kon, experimenten deed, zich verdiepte, dingen uitvond en zich steeds verder ontwikkelde en dat ook opschreef.
  • Dit denken heet humanisme : de mens is belangrijk en moet zichzelf blijven bestuderen. 
  • Nieuw motto: Het leven op aarde is de moeite waard. Verschuiving van Memento mori (Gedenk te sterven) naar Carpe diem (Pluk de dag)
  • Gezag en dogma's moeten de mens niet beperken.

Slide 11 - Tekstslide

Wat was de impact van de uitvinding van de boekdrukkunst in 1450?
  • Boeken worden minder kostbaar en kennis kan zich sneller verspreiden. 
  • Het onderwijs spreidt zich uit en meer mensen kunnen daardoor lezen.
  • Nieuwe kritische ideeën over het geloof kunnen zich snel door Europa verspreiden.
  • Hervormers als Luther en Calvijn vertalen de Bijbel in volkstaal en de gewone mensen krijgen nu toegang tot boeken en kunnen zelf kennis nemen ervan en kritisch nadenken.
  • Johannes Gütenberg was de uitvinder.

Slide 12 - Tekstslide

Wat wordt in de Renaissance herontdekt?
A
De Middeleeuwen
B
Latijn
C
Gallië
D
De klassieke oudheid

Slide 13 - Quizvraag

Politieke situatie in Frankrijk tijdens de Renaissance
Les rois pendant la Renaissance
LOUIS XI (1461-1483)
CHARLES VIII (1483-1498)
LOUIS XII le Père du peuple (1498-1515) 
FRANÇOIS Ier, le Père et Restaurateur des Lettres (1515-1547) 
HENRI II (1547-1559) 
FRANCOIS II (1559-1560) 
CHARLES IX (1560-1574) 
HENRI III (1574-1589) 
Henri IV (1589-1610) 

Slide 14 - Tekstslide

La littérature pendant la Renaissance
  • le roman satirique : François Rabelais
  • les essais : Michel de Montaigne
  • les poètes de la Pléiade
  • le sonnet: Pierre de Ronsard | Joachim du Bellay

Slide 15 - Tekstslide

François Rabelais (ca 1494-1553)
kan de eerste Franse humanist genoemd worden.
  • schrijver en arts,gaf les in de medicijnen in Montpellier en in Lyon.
  • genre: satire = mix van humor, fantasie en maatschappijkritiek
  • Bekendste werken: Pantagruel (1532) en Gargantua (1534)
  • stijlfiguur: hyperbool (sterke overdrijving)
  • le burlesque = platte humor
  • serie van 5 boeken over reuzenfamilie, waarvan eerste deel onder een pseudoniem dat een anagram is van zijn echte naam: Alcofribas Nasier
  • thema's: onderwijs, spreekkunst,  maatschappelijk leven,  oorlog
Pantagruel en Gargantua zijn reuzen met een enorme eetlust en een enorme honger naar kennis. De verhalen zitten vol maatschappijkritiek, maar de platte humor ervan was nog erg middeleeuws.

Slide 16 - Tekstslide

opdracht ; in het voorwoord richt Rabelais zich tot de lezer. Wat zegt hij dan?
Les situations sont grotesques, les images exagérées, très peu de vraisemblance. Le personnage principal est grossier et maladroit, mais devient un géant plein d'énergie et bienveillant qui devient très instruit grâce à son maître Ponocrates. Rabelais s'adresse dans son prologue aux lecteurs: 'Il ne faut pas s'arrêter aux apparences, il faut chercher un sens plus profond à ces aventures joyeuses'.

Slide 17 - Tekstslide

THEMA : 
De mond 
=>  als uitdrukkingsorgaan van het zelfstandig denkend individu dat zich heeft ontwikkeld.
 => als doorgeefluik van gargantueske hoeveelheden voedsel en drank en als uitlaatklep van groteske oprispingen en boeren.
=> als medium van overdrijving en leugen.

Rabelais en Cervantes zijn de grondleggers van deze 'moderne' roman, een nieuw genre dat zich kenmerkt door grenzeloze vrijheid. Hij is aan de ene kant serieus over het humanistische ideaal, maar relativeert dat door het kluchtige kader waarin hij het verhaal situeert.

Slide 18 - Tekstslide

Michel de Montaigne (1533-1592)
essay
schrijver als individu
zelfonderzoek
motto: Que sais-je?:
filosoof en politicus

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

La vie personnelle
Montaigne wordt in 1533 geboren als Michel Eyquem op het kasteel van Montaigne, vlakbij Bordeaux. Zijn familie was rijk geworden door de vishandel en de wijnbouw. Zijn vader werd burgemeester van Bordeaux en Michel ging rechten studeren. Tijdens zijn studie verdiepte hij zich in teksten uit de klassieke oudheid en in geschiedenis.
Montaigne leefde in de tijd van de Renaissance en liet zich, net als vele andere filosofen uit zijn tijd, inspireren door de cultuur van de klassieke oudheid. Zo geeft hij aan dat hij zich in zijn werk onder andere baseert op Plutarchus en Seneca. Aanvankelijk ziet hij veel heil in de Stoïcijnse standvastige leefwijze, maar vindt dit later onmenselijk. Hij meet zich steeds meer een houding van een scepticus aan, en stelt dat het beter is om vragen te stellen dan om vaste antwoorden te prediken.


Slide 21 - Tekstslide

Michel de Montaigne als politicus
Montaigne was niet alleen een filosoof, maar bekleedde ook belangrijke functies in Bordeaux. 
1557 tot 1570: magistraat bij het gerechtshof van de stad
1582 -1585 burgemeester, in de voetsporen van zijn vader. In de tussenliggende periode leidde hij echter een teruggetrokken bestaan, waarin hij zijn hoofdwerk schreef.

Slide 22 - Tekstslide

Les Essais 
kenmerkend voor de Renaissance:
 =>persoonlijk werk is van de schrijver 
=> er wordt veel gerefereerd aan stukken uit de Oudheid.
 => in elk 'Essai' doet Montaigne een zelfonderzoek gebaseerd op maatschappelijke of filosofische kwestie.
 
Losse vorm van schrijven: het is net of iemand die je goed kent tegen je praat. 

Slide 23 - Tekstslide

Les Essais
- Lees de aanhef en eerste zin. 
- Lees vervolgens de onderstreepte zinnen. 
- Wat valt je op? Wat zegt Montaigne hier? 

Slide 24 - Tekstslide

  • Les poètes de la Pléiade 

  • Zevengesternte -> groep van zeven dichters
  • Doel? Franse taal en literatuur met behulp van klassieke en buitenlandse voorbeelden op hoger plan brengen
  • Nadruk? Gedichten op het aardse leven en liefde tussen man en vrouw
  • Pierre de Ronsard

  • Leider van de groep
  • Sonnet 
  • Vooral liefdesgedichten 
  • 'Cueillez dès aujourd'hui les roses de la vie'  

Joachim du Bellay
  • Les Regrets 
  • Dichtbundel geschreven 
      vanuit Italië waarin hij zijn 
      geboortestreek vergelijkt.
  • Nostalgie is een belangrijk onderwerp

Slide 25 - Tekstslide

Ode à Cassandre
1. Wat wil de dichter Cassandra laten zien in de tuin?

2. Wat vertelt Ronsard in de tweede strofe?
3. De natuur wordt door dichters vaak 'Moeder Natuur' genoemd. Ronsard noemt hier de natuur een 'stiefmoeder'. Waarom zou hij dat doen?  (puisque.....)

 In de derde strofe vergelijkt Ronsard Cassandra met de roos.
4. Welke raad geeft Ronsard aan Cassandra in de laatste strofe?
7. Welk motto uit de renaissance verwoordt Ronsard in Ode à Cassandre? 


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Rabelais
Montaigne
Ronsard
du Bellay
Les Essais
Cueillez dès aujourd'hui les roses de la vie.
Les Regrets
Pantagruel et Gargantua

Slide 28 - Sleepvraag

  • La Renaissance: 

  • 1450- 1550: ontstaat de moderne wereld
  • Spanjaarden, Portugezen en Fransen ontdekken nieuwe continenten. 
  • Klassieke oudheid wordt herontdekt
  • Het verspreiden van geprinte printen verandert de betrekking naar de autoriteiten. 
  • Techniek en wetenschap ontwikkelen
  • De mens ziet zichzelf vanuit een vernieuwd standpunt. Hij voelt dat er een menselijkere wereld gemaakt kan worden.  
  • De aristocratie blijft de dominante klasse. De ongelijkheid verergerd tussen rijk en arm.  
  • L'humanisme
  • Montaigne schrijft Essais waarin hij zich een moralist noemt die twijfelt aan de goedheid van de mens.
  • Studie van werken van de klassieke oudheid die leiden tot nieuwe politieke, morele en religieuze waarnemingen. 
  • De katholieke Sorbonne komt in opstand tegen deze 'humanisten'. 
  • Een humanist is nieuwsgierig op allerlei gebieden: wetenschap, recht, geschiedenis. 
  • Er wordt gestreden tegen onwetendheid. Er komen encyclopedieën, woordenboeken.
  • Onderwijs: kweken van wijsheid en een kritische geest. 

Slide 29 - Tekstslide

Leonardo da Vinci wordt ook wel homo universalis genoemd. Wat is dat?

Slide 30 - Open vraag

récapitulons.......

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Sonnet
  • in Italië ontstaan
  • een rijmend gedicht van 14 regels. 
  • een wending tegen het einde van het sonnet 
  • verschillende varianten. 
  • het klassieke sonnet:
    - twee kwatrijnen/twee terzinen, met variërend rijmschema 
  •  het meest traditionele rijmschema is: abba abba cdc dcd.


Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Waarom was de boekdrukkunst zo belangrijk in de Renaissance?

Slide 43 - Open vraag

Wat is geen kenmerk van de Renaissance?
A
humanisme
B
Klassieke Oudheid
C
hoofse liefde
D
kritisch denkvermogen

Slide 44 - Quizvraag

Wat is een alexandrijn?

Slide 45 - Open vraag

Wat is een essay?

Slide 46 - Open vraag

Wat is een homo universalis?

Slide 47 - Open vraag

Wie hoort hier niet thuis?
A
Leonardo da Vinci
B
Chrétien de Troyes
C
Michel de Montaigne
D
Joachim du Bellay

Slide 48 - Quizvraag

Wat zijn de kenmerken van een klassiek Frans sonnet?

Slide 49 - Open vraag

Hoe heet de beroemde dichtersgroep in de Renaissance?

Slide 50 - Open vraag

Chenonceau
Chambord
In het volgende filmpje leer je iets meer over de bekendste kastelen in de Loirestreek die dateren uit de Renaissancetijd.

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Video