les 4

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • objectifs
  • parler
  • les heures
  • comment utiliser le dictionnaire?
  • répéter des affaires
  • devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Objectifs
  • Ik kan mijzelf en anderen voorstellen.​
  • Ik hanteer hierbij de uitspraakregels op de juiste manier.​ 
  • Ik kan hierbij het bezittelijk voornaamwoord op de juiste manier gebruiken.​ 
  • Ik beheers de kloktijden in het Frans.​ 
  • Ik weet hoe ik snel en efficiënt iets op kan zoeken in het woordenboek.
  • Ik weet (weer) hoe ik zinnen ontkennend maak in het Frans.​ 

Slide 3 - Tekstslide

parler
Réponds aux questions en phrases complètes.

Slide 4 - Tekstslide

les heures
Quelle heure est-il?
À quelle heure tu..

Slide 5 - Tekstslide

comment utiliser le dictionnaire

Slide 6 - Tekstslide

vertaal : de molen

Slide 7 - Open vraag

vertaal : twee gele snorfietsen

Slide 8 - Open vraag

vertaal : zij legen de prullenbak

Slide 9 - Open vraag

vertaal : ik klim in een boom

Slide 10 - Open vraag

Let op:
  • znw -> zoek bij het enkelvoud
  • ww -> zoek bij het hele werkwoord

Slide 11 - Tekstslide

Répéter des affaires

Slide 12 - Tekstslide

ontkenning

In het Nederlands:

Marc loopt op straat.  ->  Marc loopt niet op straat.


In het Frans:

Marc parle français.                   ->  Marc ne parle pas français.

Marianne mange une glace.  ->  Marianne ne mange pas une glace.

Je suis hollandais.                     ->  Je ne suis pas hollandais.

J'ai un frère                                   ->  Je n'ai pas un frère.




Slide 13 - Tekstslide

ontkenning

Wat is de regel?

1.   Zoek de persoonsvorm (eerste werkwoord in de zin).

2.  Zet ne voor de persoonsvorm

3. Zet tweede deel van de ontkenning achter de persoonsvorm


Begint de persoonsvorm met een klinker/h  -> n'



Slide 14 - Tekstslide

ontkenningen
ne ... pas                  =         niet
ne ... jamais            =         nooit
ne ... plus                 =         niet meer
ne ... pas encore   =        nog niet
ne ... rien                  =         niets
ne ... pas du tout  =         helemaal niet

Slide 15 - Tekstslide

Marc mange des frites. (nooit)

Slide 16 - Open vraag

Nous sommes à Bruxelles. (niet meer)

Slide 17 - Open vraag

C'est fantastique! (helemaal niet)

Slide 18 - Open vraag

Répéter des affaires
Maak deel 2 af.
Klaar?  -> apprendre B 
                              faire écouter / lire

Slide 19 - Tekstslide

Objectifs
  • Ik kan mijzelf en anderen voorstellen.​
  • Ik hanteer hierbij de uitspraakregels op de juiste manier.​ 
  • Ik kan hierbij het bezittelijk voornaamwoord op de juiste manier gebruiken.​ 
  • Ik beheers de kloktijden in het Frans.​ 
  • Ik weet hoe ik snel en efficiënt iets op kan zoeken in het woordenboek.
  • Ik weet (weer) hoe ik zinnen ontkennend maak in het Frans.​ 

Slide 20 - Tekstslide