Hoofdstuk 3 de tijd van Grieken en Romeinen het Romeinse rijk

1.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

1.

Slide 1 - Tekstslide

Het Romeinse rijk was erg groot;
Welke landen hoorden bij dit rijk
Kies het antwoord, met de juiste combinatie
2.
A
Schotland, Nederland, Oostenrijk en Italië
B
Engeland, Duitsland, Egypte en Roemenië
C
Engeland, Frankrijk, Tunesië en Egypte
D
Denemarken, Japan, Brazilie en Australie

Slide 2 - Quizvraag

3.

Slide 3 - Tekstslide

OPDRACHTEN PAR. 3.1.
Lees Learnbeat par. 3.1. (D. Theorie). 
Beantwoordt de onderstaande vragen
1. Wie zijn Romulus en Remis
2. Waarom keken de Romeinen bijna alles af van de Grieken?
3. In welke eeuw maakte het Romeinse rijk de grootste groei door? 
4. . Wie is Julius Caesar?
5. Welk beroep hadden de meeste soldaten eigenlijk?
6. Wie deden in het Romeinse rijk het meeste werk? 
7. Wie waren de grootste vijanden van het Romeinse rijk?

8. Maak in learnbeat bij opdrachten (B) opdracht 3 tot en met 7
9. Maak uit Learnbeat de samenvattingsopdracht C.


4.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De Romeinen kenden een bijzondere gevecht tactiek, die "de Schildpad" werd genoemd.
5.

Slide 6 - Open vraag

Wat is waar over de Romeinen?
6
A
De Romeinen zijn een vredelievend volk handelen graag en hebben weinig vijanden
B
De Germanen en Romeinen handelen veel met elkaar en waren vrienden
C
De Germanen vochten regelmatig tegen de Romeinen, De Romeinen hebben de Germanen nooit helemaal verslagen.
D
De Germanen kenden de Romeinen niet, omdat d Romeinen nooit d Rijn overstaken.

Slide 7 - Quizvraag

3.2. Leven aan de Noordgrens
7

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Welke Germaans volk(en) werd de bondgenoot van de Romeinen in ons land
8.
A
Asterixen en de Obelixen
B
De Bataven en de Franken
C
De Friezen en de Bataven
D
De Tubanten en de Germanen

Slide 10 - Quizvraag

Midden in ons land liep de Noordgrens van het Romeinse rijk.
Hoe heette die grens, welke rivier vormde de grens en Welke steden ontstonden toen aan die grens. Noem er drie.
Upload ook een plaatje van de Limes (kaart, of afbeelding)
9.

Slide 11 - Open vraag

9.
Romanisering
uit de tekst en vooral de film komen een aantal zaken naar voren die de Romeinen bij de Bataven/Friezen (Germanen) invoerden. Dit namen ze mee uit Rome en de Inwoners van dit land werden daardoor steeds Romeinser.
Noem er 5 en leg uit wat dit inhield voor de Bataven.
Als je dit niet uit het filmpje kan halen kijk dan in Learnbeat bij par. 3.2 Leven aan de Noordgrens

Slide 12 - Woordweb

1






Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
10.
Opdrachten learnbeat par. 3.2 en 3.3. 
 1. lees eerst Theorie D. van par. 3.2.
 2. Bekijk het filmpje over koningin Boudica en de Romeinen, dat in             de dia is bijgevoegd. maak dan de Vragen over dit filmpje;
-a. Van welk volk was Bouadica de konngin.?
-b. waarom kwam ze in opstand tegen de Romeinen?
-c. Hoe is deze optand afgelopen voor Bouadica?
-d. Waarom denk je dat de Romeinen uiteindelijk gewonnen hebben           en Boudica en haar volk niet? 
-d Koningin Bouadica wordt in Engeland tot op de dag van vandaag 
      als een heldin gezien, Ben je het daarmee eens, of vindt je haar       
      vooral een wrede en domme vechtjas. (als je antwoord niet weet 
 
4 lees par. 3.3. op Dia 11 Koningrijk republiek, keizerrijk. .
-maak learnbeat par. 3.3. opdrachten B, vraag 1,2, 6, 8, 10, 11,  


 



10

Slide 13 - Tekstslide

3.3. Koningstijd republiek keizertijd
11.

Slide 14 - Tekstslide

1. Tijdens de tijd van de Republiek was de leiding van het Romeinse rijk in handen van:
2. en het overleg vond plaats in;
12.
A
twee consuls
B
vier generaals
C
het senaat
D
een keizer

Slide 15 - Quizvraag

Op de afbeelding staat een beroemde gebeurtenis afgebeeld. Daarbij horen namen en uitspraken, zorg dat de juiste uitspraak naar de juiste naam gesleept worden 
13
Julius Ceasar
Hij slaat zijn purperen mantel om zich heen als hij de dolksteken voelt
Senator Brutus
Keizer Augustus 
Hij heeft de moordenaars van zijn stiefvader stuk voor stuk gestraft 
Hij stak met 32 anderen, zijn beste vriend dood

Slide 16 - Sleepvraag

de Romeinse gouverneur Pilatus vraagt het volk van Jeruzalem of Jezus moet sterven...
14
Opdrachten Learnbeat par. 3.4. Christendom  en
Par.  3.5. einde Romeinse rijk.
1. Lees par. 3.5. F. Theorie en 
2. maak samenvattingsopdracht D.  
3.  lees de theorie over het Christendom in Par. 3.4. (F Theorie).
beantwoord de onderstaande vragen:
a. Uit welke oude godsdienst komt het Christendom voort, wie was de stichter van het Christendom en hoe noemen we zijn volgelingen?
b. Waarom was het Christendom zo populair onder vrouwen, arme mensen en slaven?
c. Waarom kon het Christendom zich zo snel verspreiden in het Romeinse rijk.?
d. De romeinen waren boos op de Christenen waarom?
e. Wat is een bisschop, wat is een paus en waar woont deze?
f. De jaartallen 313 n. Chr. en 394 n. Chr. en de namen Constantijn en keizer Theodosius zijn heel belangrijk voor het Christendom in het Romeinse rijk. Leg uit waarom. (zoek desnoods op internet op...)

Slide 17 - Tekstslide

15
Par. 3.4. Het Christendom

Slide 18 - Tekstslide

2

Slide 19 - Video

01:30
Het West Romeinse rijk stopt in het jaar 476 n. Chr.
Welke gebeurtenis zorgt hiervoor?
Leg uit dat na deze gebeurtenis in het Westen een nieuwe periode aanbrak, maar in het Oosten van Europa niet.
16.
Tekst

Slide 20 - Open vraag

01:10
Waarom lukte het de Romeinen in het Westen van hun Rijk na 394 niet langer hun grenzen goed te bewaken
15.
A
Het Romeinse rijk was zo groot geworden dat het niet meer te verdedigen was. n.
B
Het Romeinse rijk was gesplitst in Oost en West en het West Romeinse rijk was arm en kon geen soldaten werven,
C
Het Romeinse rijk was christelijk geworden en daardoor wilden de Romeinse soldaten niet meer vechten voor de Romeinse keizer.
D
Het Romeinse rijk was gesplitst in West en Oost. De Oost Romeinse keizer, wilde de keizer van Westen het niet helpen en daardoor overwonnen de Germaanse stammen het Westen.

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Waarom werden christenen vervolgd in het Romeinse rijk
17.
A
Zij vernielden tempels van de Romeinen en zongen christelijke kerk liederen
B
Zij geloofden alleen in hun eigen god, de enige ware god volgens hen.
C
Zij wilden de Romeinse goden niet accepteren en wezen ook de Keizer af als god.
D
Zij werkten samen met de Germanen en probeerden hen ook christelijk t maken

Slide 23 - Quizvraag

par. 3.4. Einde (west) Romeinse rijk.
De grote Volksverhuizing
1. 250 n.Chr.  -->  Germaanse stammen komen steeds vaker het Romeinse rijk binnen  (begin volksverhuizingen) 
De Romeinen kunnen steeds moeilijker de Germanen buiten hun rijk houden. 
- De Hunnen zorgen voor het begin van de Volksverhuizing. Vandalen,, door alle volken voor zich uit te jagen. 
- De Vandalen plunderen Rome
2. 396 n.Chr. --> Het Romeinse rijk 
wordt in twee delen gesplitst. = 
begin van het verval van het West Romeinse rijk. 

3. 476 n.Chr.  --> Het West Romeinse rijk stopt.
De laatste Romeinse keizer wordt afgezet. 
Het Frankische volk wordt de leidende macht in West- Europa. 


17
.

Slide 24 - Tekstslide

Wat is verschil tussen Christendom en andere godsdiensten in Europa rond het jaar 100 n. Chr.
16
A
Christendom is een monotheïstische godsdienst
B
Iedereen mag geloven in het christendom
C
Bij het Christendom zijn man en vrouw gelijk
D
Bij het Christendom zijn rijk en arm gelijk

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een staatsgodsdienst?
Leg de betekenis uit door ook een voorbeeld van een land en staatsgodsdienst te geven
17

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

Einde Romeinse tijd, De Middeleeuwen beginnen 
18

Slide 28 - Tekstslide