Fictie sturingsmechanismen herhalen

Fictie sturingsmechanismen herhalen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Fictie sturingsmechanismen herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Vooruitblik komende periode
- Terugblik fictie voor de vakantie
- Terugblik sturingsmechanismen
- lezen
- Ingezonden brief nabespreken.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
1. Aan het einde van deze les ken de begrippen van fictie, uit de reader en kun je deze toepassen op een verhaal.

2. Aan het einde van deze les hebben we de ingezonden brief besproken.

Slide 3 - Tekstslide

Komende periode
Nog twee toetsen: fictie (gesprek) en leesvaardigheid

- fictiegesprekken vanaf 4 juni (telt 2x mee)
- leesvaardigheid in de laatste toetsweek vanaf 27 juni (telt 3x mee)

Focus ligt op leesvaardigheid, fictie tussendoor.

Let op! boekopdracht van boek 4 staat in Magister.

Slide 4 - Tekstslide

Welke vier vertelperspectieven kennen we?

Slide 5 - Woordweb

Wat is het verschil tussen verteltijd en vertelde tijd?

Slide 6 - Open vraag

Wanneer de lezer midden in het verhaal start, zonder context over eerdere gebeurtenissen of wie de personages zijn, noemen we dit:
A
Ab ovo
B
In media res

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Van welke sturingsmechanismen werd gebruik gemaakt in de vorige scene? Met andere woorden: hoe werd het spannend gemaakt?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de historische tijd van dit fragment?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Van welke sturingsmechanismen werd gebruik gemaakt in de vorige scene? Met andere woorden: hoe werd het spannend gemaakt?

Slide 13 - Open vraag

Lezen
Welke sturingsmechanismen herken je in je eigen boek?
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Ingezonden brief
1. Op je tafel ligt alleen een potlood, de toets en eventueel een rekenmachine.
2. Heb ik een foutje gemaakt (bijvoorbeeld de punten verkeerd opgeteld), schrijf dit met potlood op de Post-It.
3. Ik loop rond om eventuele zaken op te helderen, ik ga niets bespreken over puntentelling etc. Schrijf dit op de Post-It.

Slide 15 - Tekstslide