Samenvatting H4 beweging

H4 Beweging
Samenvattingsles 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H4 Beweging
Samenvattingsles 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les 
  • Vorige les?
  • Leerdoelen met vragen bij langs van heel H4

Slide 2 - Tekstslide

Ga naar LessonUp naar de klas
Per leerdoel verschillende vragen 

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 4.1 Snelheid 
Je gaat leren 
  • wat snelheid precies betekent
  • welke grootheden een eenheden je hierbij gebruikt
  • Ik kan omrekenen van m/s naar km/h en andersom 
  • wanneer we het over gemiddelde snelheid hebben en hoe je die kunt berekenen met een verhoudingstabel 
  • wanneer we het over een constante snelheid hebben

Slide 4 - Tekstslide

Wat kan je ons vertellen over snelheid?
snelheid

Slide 5 - Woordweb

Bij de grootheden 'afstand' , 'tijd' , en 'snelheid' horen verschillende eenheden. 
Voorbeeld:  bij de grootheid 'temperatuur' hoort de eenheid 'graden Celsius'.
Zet de juiste grootheden en eenheden bij elkaar.
km/h
of
m/s
km
of
m
h
of
s
Snelheid
Afstand
Tijd

Slide 6 - Sleepvraag

Van km/h naar m/s =
A
delen door 3,6
B
keer 3,6

Slide 7 - Quizvraag

km/h en m/s

Slide 8 - Tekstslide

75 km/h is ... m/s
A
20,8 m/s
B
270 m/s

Slide 9 - Quizvraag

meters
seconden
Een hardloper loopt 0,2 km in 58 seconden. 
Met een verhoudingstabel kan je uitrekenen hoe lang hij met deze snelheid over 1 kilometer doet.

Sleep de juiste onderdelen naar de juiste plek!
0,2
58
1
290

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is constante snelheid?
A
Een snelheid die constant op de zelfde waarde blijft
B
een vlieg die tegen een raam stoot
C
dat je sneller gaat
D
dat je vertraagt

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoelen bij 4.2 Snelheid berekenen 

  • je leert hoe je de snelheid kan berekenen
  • je leert hoe je de formule van de snelheid kan omschrijven en daarmee de afstand en tijdsduur kan berekenen

Slide 12 - Tekstslide

=
_____________
Zet de woorden op de juiste plek in de formule om de snelheid te berekenen. 
snelheid (v)
afstand (s)
tijd (t)

Slide 13 - Sleepvraag

De formule is:
Snelheid = afstand : tijd
Snelheid
Tijd
Afstand

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is de formule van snelheid
A
snelheid = tijd : afstand
B
snelheid= afstand : tijd
C
snelheid = afstand x tijd
D
snelheid = tijd x afstand

Slide 15 - Quizvraag

De formule van afstand =
A
tijd x afstand
B
snelheid x tijd
C
snelheid : tijd
D
tijd : snelheid

Slide 16 - Quizvraag


De snelste tijd van Usain Bolt is 14,35 seconden op de 150 meter. Hoeveel meter per seconde loopt hij?

Slide 17 - Open vraag

12 minuten = 720 sec. De hardloper heeft een snelheid van 3,50 m/s. Welke afstand legt hij af?
A
42 m
B
42 km
C
2520 m
D
2520 km

Slide 18 - Quizvraag

De gemiddelde snelheid van Thijs is 25,2 km/h. Hij zit 3 uur op zijn fiets. Hoeveel km heeft hij afgelegd?

Slide 19 - Open vraag

Leerdoelen bij 4.3 Afstand, tijd diagrammen
Je leert
  • hoe je een beweging in een diagram kunt weergeven
  • hoe je aan het diagram kunt zien hoe de snelheid veranderd
  • hoe je de snelheid kan bepalen uit een diagram

Slide 20 - Tekstslide

Wat moet je altijd op de horizontale as zetten bij een afstand,tijd-diagram?
A
De afstand
B
De tijd

Slide 21 - Quizvraag

In de figuur zie je een afstand-tijd-diagram.

Wat voor beweging zie je hier?
A
hoge snelheid
B
kleine snelheid
C
snelheid van 0

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer is de fietser het snelst?
A
tussen A en B
B
tussen B en C
C
tussen C en D
D
tussen A en D

Slide 23 - Quizvraag

Leerdoelen bij 4.4
Je leert
  • drie soorten bewegingen kennen
  • de soorten bewegingen kennen aan een afstand, tijd-diagram

Slide 24 - Tekstslide

Wat is een vertraagde beweging?
A
Een beweging waarbij je steeds sneller gaat.
B
Een beweging waarbij je steeds langzamer gaat.
C
Een constante beweging.

Slide 25 - Quizvraag

Welke beweging is dit?
A
Een versnelde beweging
B
Een beweging met constante snelheid
C
Een vertraagde beweging

Slide 26 - Quizvraag

Welke beweging is dit?
A
Een versnelde beweging
B
Een beweging met constante snelheid
C
Een vertraagde beweging
D
Stilstaan

Slide 27 - Quizvraag

Welke beweging is dit?
A
Een versnelde beweging
B
Een beweging met constante snelheid
C
Een vertraagde beweging
D
Stilstaan

Slide 28 - Quizvraag

Sleep de afstand tijd diagrammen naar de bijbehorende beweging
Een versnelde beweging
Een eenparige beweging
Een vertraagde beweging

Slide 29 - Sleepvraag

Welk diagram hoort bij de beweging?
Geef de naam van de beweging in het volgende scherm aan

Slide 30 - Sleepvraag

Leerdoelen bij 4.5
Je leert
  • wat reactie afstand is en hoe je die berekent
  • wat stopafstand is en hoe je die berekent  

Slide 31 - Tekstslide

De reactieafstand is...
A
De afstand die je aflegt in de reactietijd
B
De tijd die je nodig hebt tijdens het remmen
C
De tijd die je nodig hebt voordat je remt
D
De afstand die tijdens het remmen wordt afgelegd

Slide 32 - Quizvraag

Sleep de letters naar het juiste bijbehorende woord
Reactieafstand
Stopafstand
Remweg
A
B
C

Slide 33 - Sleepvraag

remweg
stopafstand
reactietijd
reactie afstand
Tijd die je nodig hebt om te reageren
Afstand die je aflegt terwijl je remt
Afstand die je aflegt vanaf dat je gevaar ziet tot dat je begint met remmen.
Afstand van het moment dat je gevaar ziet, tot je stil staat

Slide 34 - Sleepvraag

Een auto rijdt door de bebouwde kom met 30 km/u. De remtijd is 2 seconden. Hoe groot is de remafstand?
A
8,3 meter
B
16,7 meter
C
30 meter
D
20 meter

Slide 35 - Quizvraag

Einde van de vragen

Slide 36 - Tekstslide

Einde van de les
Deze les: geleerd wat er allemaal in de toets kan komen. Hopelijk heb je inzicht van wat je wel/ niet snapt.

OPDRACHT: Maak de oefentoets, nask is ook een vak waar oefening voor nodig is!

Slide 37 - Tekstslide