les 5A

Pak je boek, je schrift, je rekenmachine en een pen/potlood

gebruik de
ik loop langs en controleer het gemaakte huiswerk
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Pak je boek, je schrift, je rekenmachine en een pen/potlood

gebruik de
ik loop langs en controleer het gemaakte huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

  • je gaat  6 minuten in sti
Deze les?
  • we kijken de gemaakte opdrachten na
  • uitleg volgende paragraaf, je bent stil 
  • je gaat 10 minuten in stilte werken
  • daarna kun je zachtjes met elkaar overleggen
  • we sluiten de les af
Vragen (aan mij) mogen altijd gesteld worden

Slide 2 - Tekstslide

Opgave 1.13a
Milieuverontreiniging heeft gevolgen voor je gezondheid en je geluk. Dus welvaart in ruime zin neemt hierdoor af.
b Bij vrijwilligerswerk ga je niet meer inkomen krijgen, dus de welvaart in enge zin neemt hierdoor niet toe.
c Als bewoners per gewicht moeten betalen zijn ze
veel gemotiveerder om ervoor te zorgen dat er
minder afval afgevoerd hoeft te worden.
De gemeente kan zo ook de opbrengsten meer
afstemmen op de kosten.


Slide 3 - Tekstslide

Opgave 1.13d
Als Karam huisman wordt heeft hij meer tijd om van aanbiedingen van supermarkten gebruik te maken. En misschien kook hij dan zelf in plaats van kant-en-klare maaltijden.
e Karams inkomen van € 1.400,- missen ze, ze kunnen besparen:
(250 + 100 + 400 + 300 + 50 + 80) € 1.180,-
Ze gaan er financieel dus wel op achteruit 1400-1180 = €220 .
f Goed besluit: meer tijd met de kinderen, rustiger in huis
of Geen goed besluit: maakt geen deel uit van de maatschappij, wat als het huwelijk strand of Chaima wegvalt....



Slide 4 - Tekstslide

Opgave 1.14a In de Centraal-Afrikaanse Republiek  is (100-25,8) 74,2% van de vrouwen analfabeet.
b koopkracht Nederland $ 50.013
koopkracht Centraal-Afrikaanse Republiek $ 660
In procenten is dit minder: (660-50013)/50013x100 = -98,7%
c Als je alleen naar de koopkracht kijkt houdt je geen rekening met geluk en gezondheid, uitputting aarde, milieuvervuiling, opleidingsniveau, levensverwachting, vrije tijd en werktijden.
d Nederland staat hoger vanwege de levensduurverwachting, het analfabetisme en de opleidingsduur.


Slide 5 - Tekstslide

Opgave 1.16a   
1: onjuist (geen munten en bankbiljetten)
2: juist
3: onjuist (geen direct opeisbare banktegoeden)
4: onjuist
5: onjuist
6: juist
1.16b
1 Ruil in natura: er komt geen geld aan te pas!

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 1.17a 
Chartaal 3,75+12,45 = € 16,20
b Totale geld: 20+16,20+9,50 = € 45,70
In procenten is dit 16,20/45,70 x100 = 35,44857768 = 35,4%
c Op haar Rabobank staat nog 20-15 = € 5,- (=credit saldo)
Op haar ING staat nog 9,50-15 = -€ 5,50 dit is een schuld aan de bank; een debet saldo.
d Het nadeel van rood staan: je moet het geld terugbetalen en er ook rente over afbetalen.

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 1.17e 
1: 105,62+18,94 = € 124,56                                 (creditsaldo)
2: 3.295,30-1.457,29 = € 1.838,01                    (creditsaldo)
3: -1.788+409,77-2.320,10 = -€ 3.698,33    (debetsaldo) 
4: 5.544,32+324,75-3.040,19 = € 2.828,88 (creditsaldo)
5: -525,69+1.917,18-2.986,31 = -€ 1.594,82  (debetsaldo)

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 1.18a Het girale geld neemt toe: meer mensen kunnen er gebruik van maken, mensen vertrouwen het tegenwoordig meer.
b aandeel 1900: 20% aandeel 2015: 85%
De toename in procenten: (85-20)/20 x100 = 325%
c 2020 chartaal geld is (100-85) = 15% van 440 miljard =
66 miljard.
d 2020: 460.000 vervalste eurobiljetten
2015: 899.000 vervalste eurobiljetten
In procenten is de daling: (460-899)/899 x100 = -48,8%

Slide 9 - Tekstslide

Opgave 1.18e Deze biljetten worden het meest gebruikt en zijn ook best veel geld waard. Plus ze worden overal geaccepteerd!
f De munt van € 5,- die is er namelijk niet! Het is een briefje

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 1.19a
Voor 750 CHF betaalt Frank: 750/0,9941 = € 754,45
De transactiekosten zijn 1,2% van 754,45 = € 9,05
Totaal betaald Frank dus 754,45+9,05 = € 763,50
b Voor 105 CHF krijgt Frank: 105/1,1908 = € 88,18
De transactiekosten zijn 1,2% van 88,18 = € 1,06
Frank krijgt dus terug 88,18-1,06 = € 87,12
Bij chartale omwisseling zijn de personeelskosten hoger net als de transportkosten en verzekeringskosten. Ook moeten de munten en bankbiljetten maar net voorradig zijn, en de bank moet ook weer van het andere geld zien af te komen.

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 1.19d
De handelaar betaalde voor 100.000 CHF 100000/1,08350 = 
€ 92.293,49 
e De handelaar krijgt betaald: 150000/1,46550 = € 102.354,15 
De winst op de partij horloges is dus 102354,15-92293,49 = 
€ 10.060,66




Slide 12 - Tekstslide

§1.5 Economie thuis en recht
recht
  • consumentenorganisaties
  • overheid
  • schenk- en erfrecht

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

  • bemiddelen tussen koper en verkoper
  • waarschuwen misleidende reclame/aanbiedingen
  • de Consumentengids
  • maken algemene verkoopvoorwaarden
  • lobbyen in de politiek
Consumentenbond

Slide 15 - Tekstslide

Overheid beschermt de consument
Colportagewet
Bedenktijd
Prijzenwet

Slide 16 - Tekstslide

Koopovereenkomst
  • als je als consument iets koopt bij een verkoper (winkel of online) dan noemen we dit een consumentenkoop.
  • dit is een mondelinge of schriftelijke afspraak tussen jou en de verkoper die voor allebei rechten en plichten met zich meebrengt.
verkoper heeft recht op betaling
plicht om een deugdelijk product te leveren
koper heeft recht op een deugdelijk product en garantie
koper is verplicht te betalen

Slide 17 - Tekstslide

Juridische regeling relatie
                                 Huwelijk
                                 Geregistreerd partnerschap
                                 Samenlevingsovereenkomst
                                 Gewoon samenwonen
Erven

* echtgenoot en/of kinderen
* ouders en/of broers en zussen en/of neefjes en nichtjes
* grootouders en/of ooms en tantes

 
gemeenschap van goederen of huwelijkse voorwaarden
echtscheiding
scheiding van tafel en bed
ontbinden na tafel en bed
met of zonder voorwaarden
niets wettelijks geregeld, maar zelf
Erflater = overleden       Erfgenamen = hebben recht op (deel) van de nalatenschap
Testament
bij notaris vastgelegd om de nalatenschap anders te verdelen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Maak in stilte

en
zelfstandig
de opdrachten 1.13, 1.14, 1.16 t/m 1.19 






timer
10:00
ben je niet stil => strafwerk!

Slide 20 - Tekstslide