3.3 Lezen - les 3

Welkom!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-Dagopening
-Stillezen (tot 8:55)
-Poëzie

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen

25 minuten

Tip:
Maak aantekeningen 
(personages, tijd, plaats, ...)

Slide 3 - Tekstslide

Poëzieweek


25 januari t/m 1 februari

Slide 4 - Tekstslide

Poëzie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Vrijheid

Wat is vrijheid voor jou?

Is het iets waar je recht op hebt of iets wat je nodig hebt?

Slide 7 - Tekstslide

Zoek op internet naar verschillende definities van 'vrijheid'. Noteer de omschrijving die jou het meest aanspreekt.

Slide 8 - Open vraag

Gebruik je zintuigen
Je kunt dingen of ervaringen in een gedicht goed omschrijven aan de hand van zintuiglijke ervaringen: hoe voelt, ziet of ruikt iets?

In het gedicht op de volgende dia zie je hoe de dichter de woestijn omschrijft op basis van zintuiglijke ervaringen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Vrijheid
  • Hoe ziet vrijheid eruit?
  • Hoe voelt vrijheid?
  • Hoe klinkt vrijheid?
  • Hoe proeft vrijheid?

Vul het werkblad in.

Slide 11 - Tekstslide

Vrijheid
De zintuiglijke associaties bij vrijheid ga je gebruiken om een gedicht te schrijven over vrijheid.


Stap 1:
Kijk naar je werkblad. Kies één zintuig dat eruit springt of maak een combinatie van zintuigen die elkaar goed aanvullen.

Slide 12 - Tekstslide

Vrijheid
De zintuiglijke associaties bij vrijheid ga je gebruiken om een gedicht te schrijven over vrijheid.

    Stap 2:
    In je gedicht omschrijf je wat vrijheid voor jou betekent aan de hand van de woorden die je hebt opgeschreven.

    Slide 13 - Tekstslide

    Vrijheid
    Stap 3:
    Lees het gedicht van je buurman/-vrouw en geef elkaar één tip om het gedicht nóg beter te maken.

    Slide 14 - Tekstslide

    Poëzieposter
    - Schrijf je gedicht over op een A4-papier of typ je gedicht in een Worddocument.
    -Kies een passend lettertype en lettergrootte en een mooie kleur.
    -Maak een tekening rondom, naast of achter het gedicht.
    -Lever je gedicht in bij je docent.

    Slide 15 - Tekstslide

    Kritisch lezen
    Je kent al vier leesstrategieën. De vijfde leesstrategie die je in Talent leert is kritisch lezen

    Als je een tekst kritisch leest, stel je jezelf daarbij vragen als: is de schrijver deskundig? Hoe weet hij dat? Is die informatiebron betrouwbaar? Is de informatie waar? Zulke vragen noemen we: beoordelende vragen.

    Slide 16 - Tekstslide

    Kritisch lezen
    In een betoog lees je kritisch de argumenten, tegenargumenten en weerleggingen daarvan. Daarvoor kun je jezelf dan deze beoordelende vragen stellen:
    • Bij een feit als argument: is dit waar? Is het werkelijk zo gebeurd? Hoe komt de schrijver aan die informatie? Is dit onderzocht?
    • Bij een mening als argument: vind ik dit overtuigend? Klopt dit met wat ik zelf vind? Klopt dit met wat ik zelf heb ervaren? Hoe waarschijnlijk is dit?

    Slide 17 - Tekstslide

    Tekstverband: oorzaak-gevolg
    Signaalwoorden geven een tekstverband aan: het verband tussen woorden, zinnen of alinea’s in een tekst. 

    De volgende signaalwoorden geven het verband aan tussen een oorzaak en gevolg: doordat, daardoor, zodat, waardoor, met als gevolg.





    Slide 18 - Tekstslide

    Tekstverband: oorzaak-gevolg
    De oorzaak is datgene waardoor iets anders gebeurt: daardoor komt het. 
    Het gevolg is de gebeurtenis die volgt op de oorzaak.

    Voorbeeld:
    Ik werd getackeld tijdens de wedstrijd en kreeg daardoor een dikke knie.
    Oorzaak: ik werd getackeld tijdens de wedstrijd.
    Gevolg: ik kreeg een dikke knie.



    Slide 19 - Tekstslide

    Tekst 3
    'Als puber kun je de waarheid beter verzinnen'

    Slide 20 - Tekstslide

    Slide 21 - Video

    Lezen: Tekst 3
    'Als puber kun je de waarheid beter verzinnen'
    (blz 181)

    Slide 22 - Tekstslide

    Opdracht 15
    -Waaraan kun je zien dat er in tekst 3 iets wordt beoordeeld?
    -Hoe kun je aan de titel zien dat tekst 3 een betogende tekst is?
    -Stel jezelf de vragen die bij verkennend lezen horen.
    -Heb je het boek Bizar gelezen? Zo ja, wat vond je ervan?

    Slide 23 - Tekstslide

    Nu
    Maken opdracht 16
    (+/-  7  minuten)

    Klaar? -> opdracht 17

    Slide 24 - Tekstslide