schrijf over de dieren in de dierentuin

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Willkommen im Deutschunterricht

Ga rustig zitten -plattegrond

Pak je laptop, klep dicht

pak een pen

Donnerstag, der 23. Januar

Zurückblick

Was weißt du noch?

het zwakke werkwoord feESTTENTEN

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

stam + en

stam + t

stam + e

stam + st

stam + t

stam + en

 haben

habt

haben

ich

du

er - sie - es

wir

ihr

sie - Sie

habe

hast

hat

haben

habst

habben

Het werkwoord sein

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

 sein

 sein

Welches Tier aus dem Zoo kennst du?

Lesdoel

Aan het einde van de les:

• kun je een korte tekst in het Duits schrijven over een dier in de dierentuin.
  
• kun je een Duitse tekst op spelling en grammatica controleren.
  

Video Zoo Köln

• Maak tijdens het kijken een lijst van 8 dieren die je daar kunt bewonderen.
  
• Noteer ze in het Nederlands.
  
• Schrijf ook de Duitse naam op als je deze hoort of al weet.
  

Wörterbuch

Weet je de vertaling in het Duits niet van het het dier?

Zoek het op in het woordenboek!

Welche Tiere gibt es?

de olifant- der Elefant                                neushoorn - das Nashorn                                      

de pinguin - der Pinguin                           luipaard - das Leopard

het zebra - das Zebra                                 ezel - der Esel

de giraf - die Giraffe

 de geit - die Ziege

het varken - das Schwein

de flamingo - der Flamingo

opbouw tekst

• Welk dier beschrijf je? 
  
• Kenmerken: Hoe ziet het dier eruit? 
  
• Leefomgeving: Waar leeft het dier in de natuur? (land, omgeving)
  
• Bijzonderheden: Wat maakt dit dier speciaal voor jou?
  

Voorbeeld

Mein lieblingstier im zoo ist der Elefant.  

elefanten sind sehr groß und haben eine dicke, graue Haut.  

Sie leben in der Natur in afrika und asien.  

Im Zoo haben sie ein großes Gehege mit viel Platz.  

Ich finde Elefanten toll, weil sie so stark und intelligent sind.  

nuttige woorden en zinnen

das Tier, der Zoo, groß, klein, gefährlich, freundlich, das Fell, die Haut, fressen, trinken, streicheln, lieben, 

Nuttige zinnen:

Mein Lieblingstier im Zoo ist …

Es hat … und ist …

Es lebt in …

Ich finde es …, weil …

Nu jij!

• Schrijf 6-8 zinnen over je gekozen dier uit de dierentuin.
  
• Als je klaar bent wissel je de opdracht met je buurman/vrouw
  
• Controleer zijn/haar werk op en schrijf de feedback op:

1. hoofdletters: begin van de zin en zelfstandige naamwoorden
2. zijn de werkwoorden goed geschreven?
3. lopen de zinnen goed?

bespreken

Wie wil zijn tekst vrijwillig voorlezen?

Wat ging goed?

Wat kan beter?

Afsluiting

Wat heb je geleerd vandaag?

Is het lesdoel bereikt?