Vrijheid van meningsuiting extra les

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DOEL VAN DE LES
  • Aan het einde van de opdracht het je een informatieve film gezien over de vrijheid van meningsuiting.
  • Je hebt geleerd wat vrijheid van meningsuiting betekent en hoe belangrijk deze is.
  • Je weet ook dat “vrijheid van meningsuiting” niet betekent dat je zomaar alles kunt zeggen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

lees de tekst 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MOEILIJKE WOORDEN
Je hebt de tekst gelezen op de vorige dia.
Zoek nu de onderstaande woorden op in een online woordenboek: 
In de volgende dia's schrijf je de betekenis op van alle woorden.
  1. burgers
  2. smaad 
  3. laster
  4. democratie
  5. mening

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent burgers?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent smaad?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent laster?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent democratie?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent mening?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nu weet je, als het goed is, wat de tekst die je hiervoor hebt gelezen betekent en heb je extra informatie gehad over de vrijheid van meningsuiting. 

Kun je in je eigen woorden schrijven wat vrijheid van meningsuiting betekent? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doe het zo kort en krachtig mogelijk. Begin het stuk met:

“Vrijheid van meningsuiting betekent dat ik…………………………………

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deel de opdracht 
Meningen en kwetsen uit.
Je kan de opdracht uitbreiden met de volgende vragen:

Wat zeg je als iemand jou met zijn mening kwetst?
Wat doe je als iemand jou met zijn mening kwetst?
‘Hoe ver kan en mag je gaan met het uiten van je mening?’

Slide 15 - Open vraag

De vraag die in het filmpje centraal staat is: ‘Hoe ver kan en mag je gaan met het uiten van je mening?’
Stel deze vraag na het kijken van het filmpje.
Andere vragen die je kunt stellen:
Een jongen in het filmpje zegt: ‘Als je het grappig bedoeld, is het wel oké.’ Zijn jullie het hiermee eens? Mag je iemand beledigen als je het als grapje bedoeld?
In het filmpje zegt een man: ‘Bewust kwetsen gaat te ver.’ Wat bedoelt hij hiermee?

Is de volgende uitspraak kwetsend?
Een man zegt op een feestje:
‘Buitenlanders zijn niet te vertrouwen.’
WEL KWETSEND
NIET KWETSEND

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Is de volgende uitspraak kwetsend?
Een presentator zegt op tv:
‘Vrouwen kunnen niet autorijden.’
WEL KWETSEND
NIET KWETSEND

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Is de volgende uitspraak kwetsend?
Een meisje zegt tegen een klasgenoot:
Je schoenen zijn echt lelijk.’
WEL KWETSEND
NIET KWETSEND

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Is de volgende uitspraak kwetsend?
Een man zegt op straat tegen zijn vrouw:
‘Houd je bek!’
WEL KWETSEND
NIET KWETSEND

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Is de volgende uitspraak kwetsend?
Een leerling zet op Facebook:
‘Mijn docent is echt een sukkel.’
WEL KWETSEND
NIET KWETSEND

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies