2H_voorvoegsels en achtervoegsels

Voorvoegsels en achtervoegsels
Overhoring leerwerk (blz. 47)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Voorvoegsels en achtervoegsels
Overhoring leerwerk (blz. 47)

Slide 1 - Tekstslide

Juist of onjuist?
Voor- en achtervoegsels zijn op zichzelf losse woorden.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Voor- en achtervoegsels geven een andere betekenis aan een woord.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Een voorvoegsel kan een tegenstelling aangeven.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Kies het woord dat een voor- of achtervoegsel heeft.
A
theepot
B
pianoles
C
gelukkig
D
ticket

Slide 5 - Quizvraag

Kies het woord dat een voor- of achtervoegsel heeft.
A
marathon
B
flaptekst
C
plakband
D
schoonheid

Slide 6 - Quizvraag

Losse woorden in hun kortste vorm noemen we ...
(antwoord in het meervoud)

Slide 7 - Open vraag

Maak een woord met het achtervoegsel -loos.

Slide 8 - Open vraag

Maak een woord met het voorvoegsel
her-.

Slide 9 - Open vraag

Maak een woord met het achtervoegsel -achtig.

Slide 10 - Open vraag

Maak een woord met het voorvoegsel
on-.

Slide 11 - Open vraag

Neem je boek op blz. 47.

Slide 12 - Tekstslide