2F - 29-9-2023 - Unit 2 - les 15

Engels
Welcome 2F
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Engels
Welcome 2F

Slide 1 - Tekstslide

Unit 2 - Extremes
Lesson 15
- Check homework ex. 5 + 6 (pp. 52-53)
- Goals
- Grammar: much/many; comparisons
- Practise
- Homework



Slide 2 - Tekstslide

Goals
  • Je kunt much/many gebruiken.
  • Je kunt de trappen van vergelijking (comparisons)  gebruiken. 

Slide 3 - Tekstslide

Much & many
Much & Many 
....
....
Veel & veel        Rule?

Slide 4 - Tekstslide

many
much

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Much or many?
food
A
much
B
many

Slide 7 - Quizvraag

Much or many?
potatoes
A
much
B
many

Slide 8 - Quizvraag

Much or many?
picture
A
much
B
many

Slide 9 - Quizvraag

Much or many?
cheese
A
much
B
many

Slide 10 - Quizvraag

_____ flowers
A
much
B
many

Slide 11 - Quizvraag

Much or many?
orange juice
A
much
B
many

Slide 12 - Quizvraag

I understand this!
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 13 - Poll

Step 1 :      Look at the word that follows much/many 
Step 2 :     Can you count this word?
Step 3 :     Yes -->  many          No --> much

timer
1:00
I don't have much / many time for sports this week. 
Does this shop has much / many products? 
John doesn’t always have much / many books in his bag.
How much / many homework have you got?
MUCH
MUCH
MANY
MANY

Slide 14 - Sleepvraag

Comparisons
In het Nederlands: trappen van vergelijkingen.

Gebruik: Om mensen of dingen te beschrijven/vergelijken

C
B
A
Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.

Slide 15 - Tekstslide

Vergelijkingen
Woorden van 1 lettergreep:
- Vergrotende trap: -er
- Overtreffende trap: -est
old
older
oldest

Slide 16 - Tekstslide

Vergelijkingen
Spelling 1 lettergreep:
Woorden die eindigen op een -e 
Nice - Nicer - Nicest

Woorden die eindigen op een klinker + medeklinker
Fat - Fatter - Fattest 




Slide 17 - Tekstslide

Welk rijtje is juist?
A
long - longger - longest
B
good - gooder - goodest
C
small - more small - smallest
D
small - smaller - smallest

Slide 18 - Quizvraag

Geef de vergrotende en overtreffende trap van: fast

Slide 19 - Open vraag

2+ lettergrepen
Woorden van 2 lettergrepen of meer:
- Vergrotende trap: more 
- Overtreffende trap: most
expensive
more expensive
most expensive

Slide 20 - Tekstslide

Uitzondering 2 lettergrepen

Woorden die eindigen op een -y 
Lazy - Lazier - Laziest 
Happy - Happier - Happiest 

woorden die niet eindigen op -le, -er, -ow, -y:
famous - more famous - most famous
careful - more careful - most careful

Slide 21 - Tekstslide

Geef van het volgende bijvoeglijke naamwoord de vergrotende en overtreffende trap:
1. expensive

Slide 22 - Open vraag

Geef van het volgende bijvoeglijke naamwoord de vergrotende en overtreffende trap:
2. happy

Slide 23 - Open vraag

Geef van het volgende bijvoeglijke naamwoord de vergrotende en overtreffende trap:
3. tired

Slide 24 - Open vraag

Onregelmatig 
Good - Better - Best
Bad - Worse - Worst 

Deze leer je uit je hoofd! 

Slide 25 - Tekstslide

Welk rijtje is juist?
A
Short - Shorter - Shortest
B
Short - more short- most short
C
Ugly - Uglier - most ugliest
D
Ugly - uglyer - uglyest

Slide 26 - Quizvraag

That group is ... (serious) than the other group.
A
the more serious
B
the most serious
C
more serious
D
most serious

Slide 27 - Quizvraag

Welk rijtje is juist?
A
Good - Better - Best
B
Good - Gooder - Goodest
C
Beautiful - Beautifuler - Beautifulest
D
Small - More small - Most small

Slide 28 - Quizvraag

(Not) as... as


We use (not) as... as to:
Make comparisons that are somehow equal (as...as)
Make comparisons that are somehow not equal (not as... as)

Dutch: als, dan 

Slide 29 - Tekstslide

How to use it?
Gelijk: 
 as + adjective/adverb + as 

Example:
The weather this summer is as bad as last year.

Slide 30 - Tekstslide

Niet gelijk
not as + adjective/adverb + as

Example:
The weather this summer is not as good as last year

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

I understand this!
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 33 - Poll

Unit 2 - Extremes
Make
- exercises 7 + 8 (pp. 53-54)

timer
6:00

Slide 34 - Tekstslide

Unit 2 - Extremes
Next class on Monday 2 October

Homework:
learn vocabulary 2.2 (p.140)
Bring your workbook A and your iPad.



Slide 35 - Tekstslide