1BK 2.2 Organen van planten

Herhalen
Organen van mensen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalen
Organen van mensen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een orgaan?
A
Een deel van een organisme.
B
Een bouwsteen van een organisme
C
Een deel van een organisme met een bepaalde taak.
D
Een bouwsteen van een organisme met een bepaalde taak.

Slide 2 - Quizvraag

Welke organen ken je?

Slide 3 - Woordweb

Wat is een orgaanstelsel?
A
alle organen die werken
B
alle organen die bezig zijn met leven
C
alle levende organen
D
alle organen die samenwerken aan 1 taak

Slide 4 - Quizvraag

Welk orgaanstelsel is dit?
A
Spierstelsel
B
Botstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 5 - Quizvraag



Welk organenstelsel is dit?
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
bottenstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 6 - Quizvraag

Dit is een orgaan van de mens.
Tot welk orgaanstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het ademhalingsstelsel
B
Tot het bloedvatenstelsel
C
Tot het verteringsstelsel
D
Tot het zenuwstelsel

Slide 7 - Quizvraag


Hoe heet het donker bruine orgaan?
A
Het hart
B
De maag
C
De long
D
De lever

Slide 8 - Quizvraag

sleep de naam naar de juiste plek
Luchtpijp
Bronchie
Long

Slide 9 - Sleepvraag

Wat is de functie
van deze organen?
A
Ademhalen
B
Bloed rondpompen
C
Zuurstof afgeven
D
Zuurstof opnemen

Slide 10 - Quizvraag

Aorta
Bronchie
Dikke darm
Dunne darm
Hart
Holle ader
Lever
Long
Luchtpijp
Maag
Slokdarm

Slide 11 - Sleepvraag

Thema 2 Organen en cellen
2.2 Organen van planten

Slide 12 - Tekstslide

leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de organen van planten beschrijven

Slide 13 - Tekstslide

2.2 Organen van planten
Een orgaan is een deel van een organisme met een eigen taak.

Ook planten hebben organen.

Slide 14 - Tekstslide

De organen van planten zijn:

- bloem
- blad
- stengel
- wortel

Slide 15 - Tekstslide

De wortels van een plant groeien in de grond.
De wortels van een plant samen noem je het wortelstelsel.

De meeste planten hebben een hoofdwortel met een zijwortel.
Aan het uiteinde van de zijwortels zitten wortelharen.




Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Veel planten slaan reservevoedsel op in hun wortels.

Bijvoorbeeld een paardenbloem.
In de winter heeft een paardenbloem geen bloemen en bladeren. Maar onder de grond leeft de wortel nog.
In de lente kan uit de wortel weer een nieuwe plant groeien. De plant gebruikt daarvoor het reservevoedsel uit de wortel.


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

De wortels van een plant hebben 3 taken:

- water met voedingsstoffen opnemen
- reservevoedsel opslaan
- de plant stevig vastzetten in de grond

Slide 20 - Tekstslide

Bladeren
De taak van bladeren is voedsel maken voor de plant (fotosynthese).

Voor fotosynthese is licht nodig.

Slide 21 - Tekstslide

Stengels
De stengels zitten tussen de bladeren en de wortels.

Stengels hebben 2 taken:
- dragen de bladeren en bloemen
- vervoeren van water en voedingsstoffen


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Vervoer
Door een stengel lopen lange, dunne buisjes.  Deze buisjes heten vaten.
Vaak liggen de vaten in groepjes bij elkaar.
Een groepje vaten heten een vaatbundel.
De vaten lopen door de hele plant: van de wortels via de stengel naar de bladeren.

Slide 25 - Tekstslide

Het wortelstelsel bestaat uit de wortelharen.
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

De hoofdwortel zet de plant vast in de grond.
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

De wortelharen nemen water met voedingsstoffen op.
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

De reservestoffen worden opgeslagen in de zijwortels.
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Stengels zorgen voor het transport van stoffen.
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Bladmoes
Bladschijf
Bladsteel
Hoofdnerf
Zijnerf

Slide 31 - Sleepvraag

Aan de slag 
Leerdoel: 
Aan het einde van de les kan je de organen van planten beschrijven.

2.2 Organen van planten
- Maak opdracht 1 en 2, 4, 5 en 7 t/m 9 vanaf blz. 82
- Maak Test jezelf 2.1 + 2.2 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide