W20 EN L1 U5 les review little-few

Week 20

Today
Recap: (a) little<>(a) few
Grammar: should<>shouldn't
Grammar: much<>many
Vocabulary
Reading Skills
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Week 20

Today
Recap: (a) little<>(a) few
Grammar: should<>shouldn't
Grammar: much<>many
Vocabulary
Reading Skills

Slide 1 - Tekstslide

Before the new grammar...
Recap little <> a little <> few <> a few

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

I only have ________ sugar left, not enough.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 5 - Quizvraag

______ people know that Miss Moreira Santos has scars on both feet.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 6 - Quizvraag

There's too ________ milk in the fridge to bake a cake.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 7 - Quizvraag

Almost finished with my homework! Only ______ exercises left.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 8 - Quizvraag

LITTLE/FEW
..... water
A
little
B
few

Slide 9 - Quizvraag

I have ______ money.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 10 - Quizvraag


Are you coming? Yes, I'm just going to take ........................... more pictures.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 11 - Quizvraag

I learn for my test .... hours a day.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 12 - Quizvraag

Let's start with some new stuff
Firstly, an instruction abouot should<>shouldn't and about what much and many mean and when to use them
Followed by three exercises

Slide 13 - Tekstslide

5.3: Zou (niet) moeten: should/shouldn't
Met 'should' geef je aan dat iets eigenlijk zou moeten.
Met 'shouldn't' geef je aan dat iets eigenlijk niet zou moeten. 

De vorm is heel simpel!
Should/shouldn't + hele werkwoord
Voorbeeld: You should drink more water!
Voorbeeld: I shouldn't waste my time like this.

Slide 14 - Tekstslide

5.4: Veel (much/many)
Zowel 'much' als 'many' geven aan dat er iets 'veel' is.
Alhoewel,  je hebt een kleine verschil tussen de twee.

Much: veel + enkelvoud (ontelbaar)
'Much' gebruik je wanneer het zelfstandignaamwoord ontelbaar is. 
Voorbeeld: much time.
(Tijd kan je niet tellen, secondes, minuten en uren wel.)

Slide 15 - Tekstslide

5.4: Veel (much/many)
Many: veel + meervoud (telbaar)
'Many' gebruik je wanneer het zelfstandignaamwoord telbaar is.
Voorbeeld: many boys.
(Je kan tellen hoeveel jongens er zijn in een groep.)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

What do you remember?
-->

Slide 18 - Tekstslide

Much or many?
_____ food
A
Much
B
Many

Slide 19 - Quizvraag

Much or many?
secrets
A
much
B
many

Slide 20 - Quizvraag

much or many?
postcards
A
much
B
many

Slide 21 - Quizvraag

Much or many?
_____ fun
A
Much
B
Many

Slide 22 - Quizvraag

Look back
Vandaag hebben we een recap gedaan over (a)little<> (a)few
Als het goed beheers je dit nu heel erg goed
Je hebt twee nieuwe grammatica onderdelen geleerd:
Wanneer en hoe should<>shouldn't gebruiken
Wat much en many betekenen wanneer je much en wanneer je many moet gebruiken
Ook heb je weer je leesvaardigheid verbeterd!

Slide 23 - Tekstslide