hormonale regeling en anticonceptie week 2

 VOORTPLANTING EN ONTWIKKELING BIJ DE MENS
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
cursus 7MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 VOORTPLANTING EN ONTWIKKELING BIJ DE MENS

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Ik kan


  • de functie van de vrouwelijke geslachtshormonen uitleggen
  • de hormonale aansturing van de menstruatiecyclus uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: oestrogeen,  LH, FSH, mestruatiecyclus, gele lichaam, follikel, baarmoederslijmvlies, ovulatie (eisprong), HCG, progesteron, testosteron

  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen

Slide 3 - Tekstslide

vrouwelijke hormonen
LH en FSH is van invloed op de eierstokken

De eierstokken produceren oestrogeen en progesteron. 

In de eierstokken rijpen de eicellen.

Slide 4 - Tekstslide

oestrogeen


Zorgt voor..
  • primaire en secundaire geslachtskenmerken vrouw
  • geproduceerd door cellen van follikel (zakje waarin eicel zit)
  • stimuleert groei baarmoederslijmvlies
  • stimuleert de hypofyse tot afgifte LH
  • remt productie FSH

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Slide 7 - Link

0

Slide 8 - Video

mannelijke hormonen
hypofyse produceert FSH en LH

FSH - stimuleert productie zaadcellen
LH - stimuleert productie testosteron

productie FSH en LH is constant van puberteit tot hoge ouderdom

Slide 9 - Tekstslide

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: voorbehoedsmiddelen, anticonceptiepil, spiraaltje, pessarium, condoom, periodieke onthouding, coïtus interruptus, sterilisatie, morning-after pil, abortus, kunstmatige inseminatie, invitro-fertilisatie (ivf)

  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen

Slide 10 - Tekstslide

anticonceptiemiddelen
Beschermen je tegen zwangerschap, in sommige gevallen ook nog tegen SOA's (condooms).


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

de pil
'Net doen alsof je zwanger bent'.

Veel progesteron, beetje oestrogeen in de pil. Dit remt de productie van FSH en LH in de hypofyse. 

Slide 13 - Tekstslide

werking pil
  1. hormonen (oestrogeen en progesteron) die eisprong remmen
  2. baarmoederwand groeit niet waardoor (mocht er toch een bevruchting zijn) het embryo zich niet kan innestelen
  3. de taaie slijmprop in de baarmoedermond blijft zitten (normaal gaat ie er op vruchtbare dagen uit), spermacellen kunnen hier niet doorheen

Slide 14 - Tekstslide

minipil?
De minipil is 'de pil' met de minste hoeveelheid hormonen. Er zijn ook zwaardere varianten mogelijk.

Nadelen:
- iedere dag slikken (de minipil)
- hormonen gaan door hele lijf dus redelijk hoge concentratie nodig
- mogelijke bijwerkingen zijn stemmingswisselingen, minder zin in sex, dikker worden, misselijkheid

Slide 15 - Tekstslide

alternatieven met hormonen
  • Prikpil - om de zoveel tijd een injectie bij de huisarts 
  • Hormoonstaafje - een kunststof staafje onder de huid plaatsen die geleidelijk hormonen afgeeft (duurt maanden tot jaren)
  • Morningafter pil - alleen in noodgevallen - bevat hoge concentraties hormonen - slik je binnen 72 uur na onbeschermde sex - kans op zwangerschap nog maar 5 - 10% (heeft bijwerkingen door hoge dosis)

Slide 16 - Tekstslide

spiraaltje
Wordt door arts in de baarmoeder geplaatst.
Maakt baarmoeder ongeschikt voor innesteling.

Koperspiraaltje - eisprong en bevruchting zijn mogelijk, de koper doodt de zaadcellen
Mirenaspiraaltje - bevat ook hormonen die eisprong voorkomen, is er dan toch een bevruchting dan kan het embryo zich niet innestelen

Plaatsen kan erg pijnlijk zijn. Daarom afgeraden aan vrouwen die nog nooit zijn bevallen. 

Slide 17 - Tekstslide

pessarium
  • Een kunstof of rubber kapje die op maat gemaakt moet worden (arts meet dit op). 
  • Plaatst de vrouw rondom de baarmoedermond.
  • Alleen betrouwbaar in combinatie met zaaddodende middelen.
  • Kan wel even blijven zitten maar met de menstruatie moet het verwijderd worden.
  • Herbruikbaar.


Slide 18 - Tekstslide

zaaddodende middelen
Schuim of pasta. 

Bevatten stoffen waar zaadcellen dood aan gaan. 

Alleen in combinatie (onvoldoende betrouwbaar als je het alleen gebruikt) met condoom of pessarium, voor extra bescherming. 

Slide 19 - Tekstslide

vrouwencondoom
  • Beschemt zowel tegen zwangerschap als tegen SOA's.

  • Een soort plastic tunneltentje die deels aan de buitenkant over de schaamlippen heen ligt. Niet heel populair in gebruik, gemakkelijker is het mannencondoom.

Slide 20 - Tekstslide

 anticonceptie voor de man
  • Er bestaat geen mannenpil.
  • Condoom meest gebruikte vorm.
  • Coïtus interuptus = vlak voor de zaadlozing terugtrekken (heel onbetrouwbaar omdat voorvocht ook zaadcellen bevat).

Slide 21 - Tekstslide

periodieke onthouding
  • Tijdens en rondom de vruchtbare periode van de vrouw hebben de man en vrouw geen seks.
  • Een onbetrouwbare methode omdat de cylus van een vrouw onregelmatig kan zijn waardoor je nooit zeker weet wanneer de vruchtbare dagen zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

 steriliseren 
Man -zaadleiders doorgesneden en afgebonden. Sperma bevat hierdoor geen zaadcellen meer (nog wel vocht).
Een man kan nog nog een erectie krijgen en klaarkomen, maar is nu onvruchtbaar.

Vrouw - eileiders doorgesneden en afgebonden. Hierdoor kunnen de eicel en zaadcellen nooit meer bij elkaar komen. Vrouw heeft nog een eisprong en menstruatie maar is nu onvruchtbaar.

Slide 24 - Tekstslide

 steriliseren 
Bij vrouwen is de operatie  ingrijpender.

De operatie is definitief, je bent daarna voorgoed onvruchtbaar (dus bij jonge mensen zonder kinderen wordt deze operatie eigenlijk niet uitgevoerd). 

Slide 25 - Tekstslide

abortus
het kunstmatig afbreken van de zwangerschap (wettelijk toegestaan in NL)

  • tot 12 weken - abortuskliniek
  • 12 tot 24 weken - onder bepaalde voorwaarden in het ziekenhuis

Redenen kunnen zijn 
- het kindje heeft een zware handicap
- moeder is absoluut niet in staat het kindje op te voeden

Slide 26 - Tekstslide

 ongewenst kinderloos
mogelijke oorzaken:
  • te kleine zaadcellen of inactieve zaadcellen
  • hele onregelmatige cyclus
  • verklevingen eileiders (door ontstekingen zoals bij chlamydia)
  • etc etc

De oplossing is afhankelijk van de oorzaak.

Slide 27 - Tekstslide

oplossingen
  • met ovulatietest vruchtbare moment beter bepalen
  • KI/ kunstmatige inseminatie = sperma (meestal eerst 'gewassen' en geconcentreerder) injecteren in de baarmoeder
  • IVF/ in-vitrofertilisatie = sperma en eicel samenbrengen in schaaltje in het lab
  • hormoonbehandelingen
  • ICSI/ intracellulaire inseminatie (sperma injecteren in eicel)


(link naar overzicht)

Slide 28 - Tekstslide