Th1A - 22/03 Helden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Welkom

Telefoon in de telefoontas

 

Geen jassen of petten

Neem lekker plaats! 

Agenda

Inloop - 5 min.

Lekker Lezen- 10 min.

Opdracht Helden - instructie - 5 min.

Opdracht Helden - uitvoeren - 15 min.

Opdracht Helden - reflectie - 5 min.

Klassikaal: nakijken §2 - 5 min.

Afronding - 5 min.

Agenda tweede uur

Inloop - 5 min.

Jeugdjournaal - 10 min.

Nakijken §2 - klassikaal - 10 min

Aan de slag §3 - Samenwerken - 20 min

Afronding - 5 min.

Lekker Lezen

Opdracht: Helden - INSTRUCTIE

Werk in tweetallen. Één is tekenaar, ander is interviewer.

STAP 1: Tekenaar maakt (zonder te laten zien) een tekening van een held.

STAP 2: De Interviewer bedenkt 10 vragen, en schrijft deze op! 

LET OP: jullie krijgen beiden 5 minuten om te tekenen/vragen te bedenken

STAP 3:  Degene met de vragen 'interviewt' de tekenaar. Met de informatie die je krijgt probeer je duidelijk te krijgen hoe de superheld er uit ziet. 

STAP 4: Alle vragen gesteld? De interviewer probeert de tekening zelf uit te tekenen.

STAP 5: Vergelijk de tekeningen, lijken ze op elkaar?

Opdracht: Helden

Werk in tweetallen. Één is tekenaar, ander is interviewer.

STAP 1: Tekenaar maakt (zonder te laten zien) een tekening van een held.

STAP 2: De Interviewer bedenkt 10 vragen, en schrijft deze op! 

Opdracht: Helden

STAP 3: Degene met de vragen 'interviewt' de tekenaar. Met de informatie die je krijgt probeer je duidelijk te krijgen hoe de superheld er uit ziet.

STAP 4: Alle vragen gesteld? De interviewer probeert de tekening zelf uit te tekenen.

Klaar? Draai de rollen om!

Opdracht: Helden

STAP 5: Vergelijk de tekeningen, lijken ze op elkaar?

We bespreken klassikaal de uitkomst. 

Introductie Werkwoordspelling

1. Bij het spellen van de persoonsvorm TT gaan we eerst uit van de ik-vorm 

LOPEN ---> IK LOOP

2. Bij (je, jij) en bij  (hij, zij, het) wordt altijd een –t toegevoegd aan de ik-vorm. 

HIJ/ZIJ/HET/JE/JIJ LOOPT

Dit hoeft niet als een werkwoord al eindigt op een –t (

ZITTEN ---> IK ZIT ----> HIJ ZIT EN NIET HIJ ZITT

Zelfstandig werken

Maak opdracht 1 t/m 4

TOETS

Samenwerken

Maak opdracht 1 t/m 6 - blz 238 en 239

Schema werkwoordspelling: Blz 278

Afronding

Wat ging goed?

Wat kon beter?

Zou je iets veranderd willen zien? 

 

Agenda tweede uur

Inloop - 5 min

Geheugen opfrissen - 5 min

Samenwerken Werkblad - 20 min

Nakijken - 5 min

Klassikaal bespreken - 10 min

Afronding - 5 min

Geheugen opfrissen

• §1 - Hoofdletters en leestekens
  
• §2 - Laatste letter -D of -T
  
• §3 - Bijvoeglijk naamwoord
  
• §4 - Meervouden (Zelfstandig naamwoord)
  
• §5 - Verkleinwoorden

Kan jij alle spellingregels opnoemen?

Samenwerken - Werkblad

Werk in tweetallen: NIET schrijven op het werkblad! Overleg met elkaar:

- Is het een zelfstandig naamwoord of een bijvoeglijk naamwoord?

- Waarom horen woorden bij elkaar? Welke spellingregel wordt gebruikt? 

- Verkleinwoorden? Welke spellingregels worden er gebruikt?

Klaar?  > Maak dan de puzzel. 

Ook klaar? > Maak dan §5, opdracht 1 t/m 5.

TOETS

Reflectie

Wat ging goed?

Wat kon beter?

Zou je iets veranderd willen zien?