Thema 9 Blok 4 Bevolking, landbouw en natuur

Thema 9 Grondstoffen
Blok 4 Bevolking, landbouw en natuur
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 9 Grondstoffen
Blok 4 Bevolking, landbouw en natuur

Slide 1 - Tekstslide

1. Wat gaan we doen deze les? 
  • Introductie
  • Uitleg blok 4
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

 


Slide 2 - Tekstslide

Waar gaat dit blok over? 
Rond 1800 woonden er 2 miljoen mensen in Nederland. 
Het Nederlands landschap bestond uit grasland, moeras, akkers ed.  Er was vrijwel geen bos (meer)

Tegenwoordig is Nederland zeer dichtbevolkt, we verkopen een groot deel van onze landbouwproducten aan het buitenland. Ook de wereldbevolking is hard gegroeid.  Hoe kon dat zo gebeuren? Wat is er met het landschap gebeurd? Hoe zorgen we voor genoeg eten voor al die mensen? 


Slide 3 - Tekstslide

Grenzen aan de groei
  • Lang woonden er niet zoveel mensen op de wereld.  Er was sprake van kindersterfte. Er  waren epidemieën, oorlogen, misoogsten. 
  • De bevolkingsgroei startte doordat de oogsten beter werden, oorlogen afnamen, kennis over ziektes verbeterde
  • Vanaf 1600 groeit de Europese bevolking in hoog tempo. 
  • Welvaart neemt nog steeds toe => gevolg is zorg over milieu door groeiende vraag naar grondstoffen
  • Club van Rome stelde al in  1972 aan de orde dat de wereld deze groei niet aankan en dat klimaatverandering op zal treden. Maar bevolkingsgroei remt wel af door welvaartsgroei.

Slide 4 - Tekstslide

Landbouw vroeger

Boeren bemesten tegenwoordig het land om grotere oogsten te krijgen. Eerder waren boeren aangewezen op vruchtbare grond => langs rivieren, langs de kust. Boeren deden hier aan akkerbouw. 

In lagere delen van Nederland werd aan veeteelt gedaan. 

In hogere delen van Nederland was minder vruchtbare grond. Boeren hadden mest nodig om graan en rogge te verbouwen. Daarom hielden ze schapen voor de mest. Productie was in eerste instantie voor eigen gebruik, wat overbleef werd verkocht.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Veranderingen in de landbouw
Rond 1850 werd kunstmest uitgevonden. Hierdoor waren er niet meer zoveel schapen nodig > Er kwamen weer meer bossen in Nederland. 
Sommige boeren plantten bomen om aan de vraag naar hout te voldoen. Ook nam de akkerbouw toe. 

Weides werden vroeger  afgeschermd met houtwallen. 
Later werd er gebruik gemaakt van prikkeldraad. 
Ondanks de nieuwe bossen werd het landschap steeds 
kaler. Er was vooral veel ruimte voor landbouw en veeteelt, maar minder voor vogels en knaagdieren. 


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Graan uit Amerika 
In de VS werd (nadat 'the midwest' gekoloniseerd was) veel graan verbouwd. Spoorlijnen en vrachtschepen maakten export naar Europa mogelijk. De grote stukken land in combinatie met  mechanisatie maakten het Amerikaanse graan goedkoop. 
Gevolg> Prijzen daalden en in Europa ontstond een landbouwcrisis.
In Europa mechaniseerde de landbouw ook. Gevolg > arbeiders werden werkeloos. 
De intensieve landbouw in de VS zorgde voor problemen. Verkeerd gebruik van de grond leidde tot stofstormen of 'dustbowls' 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Genoeg te eten
Na WOII veranderd de landbouw in Nederland. Doel > nooit meer honger. Specialisatie en schaalvergroting zorgden voor een hogere productie. 

Specialisatie > één of enkele product verbouwen en daar productie op richten. 
Schaalvergroting > bedrijven worden steeds groter maar het het aantal bedrijven neemt af. 

Gevolg > grote stallen voor vleesproductie > mestoverschot 
Gevolg > veel voedsel beschikbaar > lage voedselprijzen > meer geld voor luxe producten 
 

Slide 12 - Tekstslide

 Aan de slag! 
 Maken opdracht 1 t/m 8, 11 t/m 13

Ben je klaar?
Blokken aftekenen, verder werken, Kennen en kunnen samenvatten, Quizlet oefenen.

Slide 13 - Tekstslide

Thema 9 Grondstoffen
Blok 4 Bevolking, landbouw en natuur

Slide 14 - Tekstslide

1. Wat gaan we doen deze les? 
  • Introductie
  • Uitleg blok 4
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

 


Slide 15 - Tekstslide


Dit is een voorbeeld van: 
A
schaalvergroting
B
irrigatie
C
mechanisatie
D
specialisatie

Slide 16 - Quizvraag


Dit is een voorbeeld van
A
schaalvergroting
B
irrigatie
C
mechanisatie
D
specialisatie

Slide 17 - Quizvraag

Wat was een logisch direct gevolg van de verbeterde landbouwtechnieken?
A
Meer voedsel
B
Bevolkingsgroei
C
Verstedelijking
D
Specialisatie

Slide 18 - Quizvraag

Wat was een logisch indirect gevolg van de verbeterde landbouwtechnieken?
A
Meer voedsel
B
Bevolkingsgroei
C
Verstedelijking
D
Specialisatie

Slide 19 - Quizvraag

Ruimtegebrek
Nederland heeft veel dierenstallen en heeft strenge regels
Daarom kunnen ze niet uitbreiden, want er is geen oplossing voor de hoeveelheid mest.
In mest zit fosfaat en dat heeft de natuur nodig, maar als er teveel is dan wordt de grond niet meer geschikt voor landbouw.
Nu halen we veevoer uit Amerika, waardoor daar de grond onvruchtbaarder wordt

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Nederlandse boeren
Boeren produceren niet alleen voedsel maar ook stikstof wat schadelijk is voor de natuur in de omgeving
Hierdoor raakt het milieu verstoort wat weer slecht is voor de mens
Het dilemma wat ontstaat is wat we belangrijker vinden: De boeren die veel voor de wereld produceren of het behoud en herstel van het milieu

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

 Aan de slag! 
 Maken opdracht 14 t/m 18

Ben je klaar?
Blokken aftekenen, verder werken, Kennen en kunnen samenvatten, Quizlet oefenen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video