5.3 Ministers en hun budgetten

Ministers en hun budgetten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ministers en hun budgetten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Regering
De regering bestuurt een land, de regering bestaat uit ministeries (afdelingen); ministers zijn verantwoordelijk voor hun ministerie.

Slide 3 - Tekstslide

Prinsjesdag
  • 3e dinsdag van september
  • De rijksbegroting = een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk
  • de miljoenennota = de toelichting op de rijksbegroting

Slide 4 - Tekstslide

Rijksbegroting
Rijksbegroting

Slide 5 - Tekstslide

Miljoenennota
Een toelichting op de rijksbegroting. De Miljoenennota beantwoordt vragen zoals:
  • wat zijn de belangrijkste plannen?
  • wat gaan die plannen kosten?

Slide 6 - Tekstslide

Ministers
  • krijgen elk een eigen budget
  • elk budget is bedoeld voor bepaalde uitgaven
  • elk minister verdedigt zijn of haar begroting in het parlement

Slide 7 - Tekstslide

parlement kan rijksbegroting afkeuren

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden uitgaven
  • onderwijs
  • sociale uitkeringen
  • rente over staatsschuld
  • infrastructuur
  • gezondheid en sport

Slide 9 - Tekstslide

  • CBS: Centraal bureau voor de Statistiek: verzamelt informatie ( kijkt terug)
  • CPB: Centraal Planbureau: bekijkt gevolgen van plannen ( kijkt vooruit)
  • SER: Sociaal Economische Raad: adviseert over zaken als werkgelegenheid, lonen en uitkeringen

Adviseurs van de overheid

Slide 10 - Tekstslide

Staatsschuld
  • een begrotingstekort - toename staatsschuld
  • een begrotingsoverschot- afname staatschuld
  • Begrotingstekort mag niet groter dan 3% zijn en staatschuld niet groter dan 60% van de totale productie in NL in 1 jaar

Ministerie van Financiën gaat hierover

Slide 11 - Tekstslide

Staatschuldquote 
Staatschuld/BBPx100%
Begrotingstekort mag niet groter dan 3% zijn en staatschuld niet groter dan 60% van de totale productie in NL in 1 jaar

 staatschuld = 300 miljoen 
BBP= 600 miljoen 
300/600x100% = 50% dus het mag 

Slide 12 - Tekstslide

Subsidies
Een subsidie is een financiële bijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te steunen

De overheid stimuleert bepaald gedrag als zonnepanelen of sportclubs

Slide 13 - Tekstslide

Hoe stimuleren ministers bepaalde uitgaven?

Subsidies

Hoe remmen ministers bepaalde uitgaven?
Heffingen

Slide 14 - Tekstslide

Formule  ( vraag 9)
(Nieuw - oud) : oud x 100%

Slide 15 - Tekstslide

nu maken
maken 5 tot met 12
lastig? maak eerst 1 tm 4

Slide 16 - Tekstslide