In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Ministers en hun budgetten
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Regering
De regering bestuurt een land, de regering bestaat uit ministeries (afdelingen); ministers zijn verantwoordelijk voor hun ministerie.
Slide 4 - Tekstslide
Prinsjesdag
3e dinsdag van september
De rijksbegroting = een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk
de miljoenennota = de toelichting op de rijksbegroting
Slide 5 - Tekstslide
Rijksbegroting
Rijksbegroting
Slide 6 - Tekstslide
Miljoenennota
Een toelichting op de rijksbegroting. De Miljoenennota beantwoordt vragen zoals:
wat zijn de belangrijkste plannen?
wat gaan die plannen kosten?
Slide 7 - Tekstslide
Ministers
krijgen elk een eigen budget
elk budget is bedoeld voor bepaalde uitgaven
elk minister verdedigt zijn of haar begroting in het parlement
Slide 8 - Tekstslide
parlement kan rijksbegroting afkeuren
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeelden uitgaven
onderwijs
sociale uitkeringen
rente over staatsschuld
infrastructuur
gezondheid en sport
Slide 10 - Tekstslide
CBS: Centraal bureau voor de Statistiek: verzamelt informatie ( kijkt terug)
CPB: Centraal Planbureau: bekijkt gevolgen van plannen ( kijkt vooruit)
SER: Sociaal Economische Raad: adviseert over zaken als werkgelegenheid, lonen en uitkeringen
Adviseurs van de overheid
Slide 11 - Tekstslide
Staatsschuld
een begrotingstekort - toename staatsschuld
een begrotingsoverschot- afname staatschuld
Ministerie van Financiën gaat hierover
Slide 12 - Tekstslide
Staatsschuldquote
Staatsschuld / BBP x 100
Norm EU: 60% Van de totale Nederlandse Productie
Begrotingstekort: Max. 3% van de staatsschuld
Slide 13 - Tekstslide
Subsidies
Een subsidie is een financiëlebijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te steunen.
De overheid stimuleert bepaald gedrag als zonnepanelen of sportclubs
Slide 14 - Tekstslide
Hoe stimuleren ministers bepaalde uitgaven?
Hoe remmen ministers bepaalde uitgaven?
subsidies
heffingen
Slide 15 - Tekstslide
Formule ( vraag 4b)
(Nieuw - oud) : oud x 100%
Slide 16 - Tekstslide
Wie leest de troonrede voor?
A
Minister-president
B
Minister van financiën
C
Minister van geldzaken
D
De koning
Slide 17 - Quizvraag
Welke minister gaat naar de Tweede Kamer met het koffertje
A
Minister van Buitenlandse Zaken
B
Minister van Binnenlandse Zaken
C
De minister van Financien
D
De minister-president
Slide 18 - Quizvraag
Wie geeft leiding aan de gemeentelijke overheid?
A
Minister-president
B
Wethouder
C
Burgemeester
D
Minister van gemeentezaken
Slide 19 - Quizvraag
Wie bepaalt wat er met Nederland gebeurt?
A
De minister van Financiën
B
De minister-president
C
Het volk en de volksvertegenwoordiging
D
De Koning
Slide 20 - Quizvraag
Wie schrijft de Troonrede?
A
Koning
B
Koningin
C
Minister-President
D
Niemand
Slide 21 - Quizvraag
Op Prinsjesdag krijgen de volksvertegenwoordigers de rijksbegroting. Kies door wie de rijksbegroting wordt aangeboden
A
De Koning
B
De minister-president
C
De minister van financiën
Slide 22 - Quizvraag
5.De minister laat een nieuwe snelweg aanleggen
A
werkgever
B
regulator
C
leverancier van collectieve goederen
Slide 23 - Quizvraag
Wie staat aan het hoofd van het Rijk?
A
burgemeester
B
dijkgraaf
C
Commissaris van de Koning
D
minister
Slide 24 - Quizvraag
Minister is een Latijns woord. Weet jij wat het betekent?
A
Baas
B
Dienaar
C
Meester
Slide 25 - Quizvraag
Hoe heet onze minister van Financiën ?
A
Arie Slob
B
Wopke Hoekstra
C
Mark Rutte
D
Rien Vermeer
Slide 26 - Quizvraag
Als alle begrotingen klaar zijn, controleert de minister van ... ze allemaal.
A
Volksgezondheid
B
Onderwijs
C
Veiligheid
D
Financiën
Slide 27 - Quizvraag
Toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën
A
Begroting
B
Miljoenennota
C
Rijksbegroting
D
Staatsschuld
Slide 28 - Quizvraag
Af en toe mankeert er wat aan het spoorwegnet. Er is bijvoorbeeld een wissel of een sein kapot. Dan rijden de treinen met vertraging. Dit kan aanleiding zijn voor parlementsleden om vragen te stellen. Geef aan welke minister deze vragen moet beantwoorden.
A
de minister van Financiën
B
de minister van Infrastructuur en Milieu
C
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Slide 29 - Quizvraag
Wie was vorig jaar tijdens Prinsjesdag de designated survivor?
A
Premier Rutte
B
Koning Willem Alexander
C
minister Blok
D
Koningin Maxima
Slide 30 - Quizvraag
De miljoenennota en rijksbegroting worden aan de Eerste en Tweede Kamer aangeboden door de minister van financiën.
A
juist
B
onjuist
Slide 31 - Quizvraag
Met de verkiezingen, kiezen we..
A
de regering
B
het parlement
C
de leden van de Tweede Kamer
D
de minister president
Slide 32 - Quizvraag
Nederland heeft nog nooit een vrouwelijke minister-president gehad.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar
Slide 33 - Quizvraag
De minister van ... maakt een plan waarin staat dat er meer politie op straat ingezet moet worden.
A
Financiën
B
Milieu
C
Veiligheid
D
Volksgezondheid
Slide 34 - Quizvraag
In het plan van de minister van ... staat dat het belangrijk is dat er meer windmolens komen.