In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
oefenen met Taalblokken en papieren versie
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 2 - Open vraag
Wat is het doel van de tekst?
Slide 3 - Open vraag
Welke woorden ken je niet?
Slide 4 - Open vraag
Waarover wil de auteur de lezer in deze tekst vooral informeren?
A
over de plannen van de minister om scholing te verplichten.
B
over de urgentie om scholing binnen bedrijven aan te pakken
C
over het feit dat werkgevers niet weten hoe scholing in te zetten..
Slide 5 - Quizvraag
Hoe introduceert de auteur in alinea 1 het onderwerp van de tekst?
A
door de aanleiding voor het schrijven van de tekst te geven.
B
door een beknopte samenvatting van de tekst te geven.
C
door zijn eigen conclusie over het onderwerp prijs te geven.
Slide 6 - Quizvraag
In alinea 2 zegt de minister: Wij moeten kiezen voor het recht op scholing, maar ook voor de verplichting van werknemers om bij te leren." Wat is de functie van alinea 3? Alinea 3 geeft:
A
een herhaling van dit standpunt.
B
een nuancering van dit standpunt.
C
een onderbouwing van dit standpunt.
Slide 7 - Quizvraag
Wat bedoelt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met een flexibel plan in alinea 3? Het plan houdt rekening met:
A
Individuele scholingswensen.
B
nieuwe ontwikkelingen.
C
verdeling van scholingsgelden.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de kern van alinea 4?
A
De economische succesfactoren van Nederland blijken steeds minder effectief.
B
De uitvoer van goederen levert niet meer zoveel op als in de afgelopen jaren.
C
Men moet meer inzetten op de voortdurende ontwikkeling van werknemers.
Slide 9 - Quizvraag
In alinea 7 zegt Limmen: "De mens is conservatief. Werknemers hebben niet altijd zin in verandering." In de tekst staat nog een andere reden waarom de werknemer zich niet snel laat scholen. Welke is dit?
A
Werknemers vinden dat werkgevers hen te weinig tijd en geld bieden om te gaan scholen.
B
Werknemers vinden scholing moeilijk te organiseren naast hun drukke werk en privéleven.
C
Werknemers vinden scholing niet belangrijk als ze geen uitzicht hebben op een vaste baan.
Slide 10 - Quizvraag
Vraag 7
A
a
B
b
C
c
D
d
Slide 11 - Quizvraag
vraag 8
A
a
B
b
C
d
Slide 12 - Quizvraag
vraag 9
A
a
B
b
C
c
Slide 13 - Quizvraag
Tips om examen lezen en luisteren voor te bereiden.