Verblijf van de gast(en)

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
HorecaMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waar ging het de vorige les
ook alweer over? geef ruim antwoord

Slide 2 - Woordweb

Gastvrijheid kent verschillende fases, het
ontvangst - verblijf - afscheid van de gast.
 Doel van deze les: Wat weet jij van de verblijffase?
- Weten wat de gasten kunnen verwachten tijdens de verblijfsfase.
- Gasten kunnen adviseren
- Gasten de tijd en aandacht te geven, van begin tot eind.

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij de
verblijfsfase?

Slide 4 - Woordweb

Vanaf welk moment begint de
verblijfsfase? beargumenteer goed.

Slide 5 - Woordweb

Wat is belangrijk tijdens de verblijfsfase
van de gast(en)?

Slide 6 - Woordweb

Sleepvragen
Zoek bij elke afbeelding de juiste tekst 

Slide 7 - Tekstslide

Adviseren

Communicatie 
Contact houden, vaste gasten
Kennis/
nieuwe gasten
Uitleg/sfeer

Slide 8 - Sleepvraag

5 fases
Er zijn 5 fases:
1. Oriëntatiefase - Vooraf 
2. Ontvangstfases
3. Verblijfsfase
4. afscheidsfase
5. Evaluatiefases

Slide 9 - Tekstslide

Nieuwe gasten krijgen het idee minder gezien te worden dan de vaste gasten.
Hoe kan je dit gevoel voorkomen?




A
Je geeft aan dat het normaal is als gasten nieuw zijn.
B
Je vraagt je collega om je te helpen.
C
Je zet je vakbekwaamheid in, je verteld over de wijn die de gasten hebben gekozen, ter ondersteuning neem je de fles mee.
D
Je vind het vervelend, maar neemt niet meteen stappen. Je wacht op het moment dat de gasten toenadering zoeken.

Slide 10 - Quizvraag

Non- en verbale communicatie is heel belangrijk. Je gasten leunen achterover in hun stoel en kijken verveeld of afwachtend om zich heen. Daar moet je op reageren zonder dat de gast iets hoeft te zeggen. Hoe noemen we dat?


A
Horen, zien en zwijgen.
B
Zien, zwijgen en negeren
C
Horen, negeren en zwijgen
D
Geen idee

Slide 11 - Quizvraag

Wat vertel je de gasten bij het aanreiken van de menukaart?
A
Je vertelt welke dag-specials er allemaal zijn.
B
Je geeft aan, dat de gasten zelf alles kunnen vinden, als ze maar goed lezen.
C
Je vertelt hoe jullie concept werkt.
D
Je geeft de dag-specials aan, wat er eventueel op is en hoe het concept van het restaurant werkt.

Slide 12 - Quizvraag

Tot slot een terugkoppeling,
wat heb je geleerd tijdens deze les over de verblijfsfase?
Noem minimaal 3 dingen...

Slide 13 - Woordweb