3 het poepen
4 eigen antwoorden, bijvoorbeeld:
a appel:
- appeltje-eitje (een simpel klusje)
- door de zure appel heen bijten (een onaangenaam klusje opknappen)
- voor een appel en een ei (heel goedkoop)
- appels met peren vergelijken (dingen met elkaar vergelijken die niets met elkaar te maken hebben)
b kip:
- ergens als de kippen bij zijn (ergens snel bij zijn)
- met de kippen op stok gaan (vroeg naar bed gaan)
- als een kip zonder kop (ondoordacht)
- kippig zijn (bijziend zijn)
c water:
- het water loopt hem in de mond (hij heeft er veel trek in)
- boven water komen (tevoorschijn komen)
- in het water vallen (mislukken)
- water bij de wijn doen (een compromis sluiten)