Woordenschat H3- les 1

welkom
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

welkom

Slide 1 - Tekstslide

Weekplanning
vrijdag figuurlijk taalgebruik
maandag homoniemen'
woensdag overtuigend schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-terugblik zakelijke brief
-uitleg letterlijk/figuurlijk taalgebruik
-zelfstandig werken aan weektaak

Slide 3 - Tekstslide

doelen

Ik kan:

- het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik herkennen

- figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen

- de betekenis van uitdrukkingen opzoeken in een woordenboek



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

figuurlijk taalgebruik
In teksten kom je vaak zinnen met een figuurlijke betekenis tegen. Om teksten goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk om figuurlijk taalgebruik te herkennen.
 
Wanneer je zinnen met een figuurlijke betekenis letterlijk opvat, dan is het moeilijk om de tekst te begrijpen.

Slide 6 - Tekstslide

LETTERLIJK


- precies zoals het geschreven is

FIGUURLIJK


- bij wijze van spreken


- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat


- ook wel beeldspraak genoemd

Slide 7 - Tekstslide

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


LETTERLIJK

Er kwamen geen kippen naar de gratis tennisles



Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


FIGUURLIJK

Er kwam helemaal niemand naar de gratis tennisles

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekenen de volgende uitdrukkingen?


-iets door de vingers zien?
-door de zure appel heen bijten?

Slide 9 - Tekstslide

Maak de uitdrukking af:

-Met zijn neus in de ......
-Samen onder één .....
-Als puntje bij .....

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Aan de slag

H3 Woordenschat (figuurlijk taalgebruik) : opdr 2 t/m 4

Bladzijde 83 

We maken opdracht 2 in de les

Na ongeveer 15 minuten opdracht 2 bespreken

Ben je klaar ga dan alvast verder met opdracht 3 en 4




Slide 12 - Tekstslide

exit ticket
Beantwoord de volgende vragen op de post it
Plak de post it op het bord
Ik weet het verschil tussen letterlijk en figuurlijk
Wat ging er goed?
Wat kan er beter?

Slide 13 - Tekstslide

Volgende les
In de volgende les gaan we het hebben over homoniemen
Woordenschat

Slide 14 - Tekstslide