2.3 De erfenis van de Verlichting V

2.3 - De erfenis van de Verlichting - V
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.3 - De erfenis van de Verlichting - V

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 3B
  • Beargumenteer dat in de Belgische Opstand nationalistische motieven een rol speelden, maar dat liberale ideeën doorslaggevend waren.
  • Nationalistische motieven speelden een rol, omdat verschillen in taal en geloof meespeelden. Doorslaggevend waren echter liberale ideeën, omdat de liberale zuidelijke elite moeite had met de autoritaire regeerstijl van Willem I.

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 4c
‘Willem heeft het juiste moment afgewacht voor de maatregelen waartoe hij had besloten, en die maatregelen die in het land algemene instemming hebben ondervonden, hebben de onrust doen afnemen en zijn voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de rust waarvan de natie op dit moment zo’n opmerkelijk voorbeeld vormt.’

Uit: Brief van Anna Paulowna (de vrouw van Willem II) aan haar broer, tsaar Nicolaas I van Rusland (1848)

Leg uit of Anna Paulowna een juiste voorstelling van zaken geeft in deze brief.




Slide 4 - Tekstslide

Antwoord vraag 4C
Anna Paulowna geeft geen juiste voorstelling van zaken. Ze stelt het voor alsof Willem al van plan was de grondwet te laten herzien, terwijl hij de commissie instelde omdat hij bang was dat er in Nederland ook een revolutie zou uitbreken.

Slide 5 - Tekstslide

Ontstaan van het nationalisme

Slide 6 - Tekstslide

Wat was de grondgedachte van het nationalisme?
A
recht op een soeverein
B
gelijkheid
C
strijden voor je landsheer
D
recht op een eigen staat

Slide 7 - Quizvraag

Welke filosoof heeft veel invloed op het nationalisme gehad?
A
Rousseau
B
Locke
C
Montesquieu
D
Kant

Slide 8 - Quizvraag

Redenen voor het ontstaan van het nationalisme, eigen staat voor een culturele eenheid:
- als tegenhanger van het rationalisme ( liberalisme, socialisme) ontstond de Romantiek. Rousseau: 'gevoel boven rede'
- de Franse revolutie & de veroveringen van Napoleon; de Fransen vochten als eenheid en overwonnen gebieden werden zich bewust van hun eigen identiteit


Slide 9 - Tekstslide

Bij de eenwording van welke staten was nationalisme de drijfveer?
A
Italië en Duitsland
B
Italië en het koninkrijke der Nederlanden
C
Duitsland en het koninkrijke der Nederlanden
D
Het koninkrijke der Nederlanden en Pruisen

Slide 10 - Quizvraag

Eenwording Duitsland
1815: Oprichting Duitse statenbond
1848: mislukte revolutie van het Frankfurter parlement; Pruisische koning weigerde de kroon uit handen van het parlement
1871: Na Duitse overwinning bij de Frans-Duitse oorlog werd het Duitse keizerrijk in Versailles uitgeroepen

Slide 11 - Tekstslide

Eenwording Italië tussen 1861 en 1870

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten:
I. Vul het schema van de politieke stromingen- liberalisme en nationalisme in
II. Klaar?  Lees blz. 290 t/m 292 en maak vragen 9 t/m 13

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 7a
  • Leg uit waarom Marx teleurgesteld zal zijn geweest over de afloop van de revoluties van 1848.
  • De revoluties leidden niet tot de opheffing van de verschillen tussen arm en rijk. De gegoede burgerij kreeg invloed op het bestuur en kon zo zijn belangen behartigen, maar de arbeidersklasse kreeg nog steeds geen politieke invloed.

Slide 14 - Tekstslide

In 1830 en 1848 waren liberale opstanden geweest, maar voor de arbeiders veranderde er eigenlijk niks...

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bekijk het filmpje en beantwoord de volgende vragen:
- Wat is het grootste verschil in opvattingen tussen de liberalen en sociaal democraten?
- Wat is het grootste verschil in opvattingen tussen de communisten en sociaal democraten?


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

- Wat is het grootste verschil in opvattingen tussen de liberalen en sociaal democraten?
- Wat is het grootste verschil in opvattingen tussen de communisten en sociaal democraten?

Slide 19 - Open vraag

Leg uit waardoor het marxisme en nationalisme elkaars 'aartsvijanden' waren

Slide 20 - Open vraag

Ook anarchisten streefden naar een revolutie voor een klasseloze samenleving
Dit moest een spontane actie zijn, in tegenstelling tot een strak georganiseerde beweging van arbeiders als kern van de revolutie, zoals Marx wilde.

Slide 21 - Tekstslide

Wat te doen?
I. Vul het schema politieke stromingen verder in 
(niet coffesionalisme)
II.  Klaar? Lees blz. 290 t/m 292 en maak vragen 9 t/m 13

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat was een gevolg van de deelname van vrouwen aan het arbeidsproces tijdens de Eerste Wereldoorlog in verschillende Westerse landen?
A
De eerste feministische golf
B
De tweede feministische golf
C
vrouwen werden voor de wet handelingsbekwaam
D
de invoering van vrouwenkiesrecht

Slide 24 - Quizvraag

Heb je vragen over het socialisme en/of feminisme?

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Tekstslide

Het ontstaan van het feminisme
Net als het socialisme was dit een emancipatiebeweging
Onder meer door het burgerlijk gezinsideaal kreeg het feminisme lang weinig aanhang

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide