oefentoets bk

oefentoets bk
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

oefentoets bk

Slide 1 - Tekstslide

Waar staat Natuurkunde en Scheikunde voor?

Slide 2 - Open vraag

Bij de ruisende blauwe vlam staat de luchtschijf ver opengedraaid
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quizvraag

Het roesten van een sleutel is ....
A
scheikunde
B
natuurkunde

Slide 4 - Quizvraag

je schrijft een eenheid achter een getal. (bijvoorbeeld als je een meting hebt gedaan)
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

Wat staat er in een onderzoeksvraag?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de grootheid van de eenheid: millimeter, centimeter, meter

Slide 7 - Open vraag

Wat meet je met een maatcilinder
A
temperatuur (graden celcius)
B
gewicht (in gram of kg)
C
het volume (in mL)

Slide 8 - Quizvraag

Een wijzer met een schaalverdeling heb ik bij:
A
analoge meetapparatuur
B
digitale meetapparatuur

Slide 9 - Quizvraag

Een kookkolf gebruik je om:
A
Water mee af te wegen
B
Het volume te bepalen
C
water te koken

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heet het glaswerk waar ik het volume in kan bepalen (met een schaalverdeling in mL)

Slide 11 - Open vraag

Ik wil een klein volume verwarmen. Welke vlam gebruik ik
A
De pauzevlam
B
de stille blauwe vlam
C
de ruisende blauwe vlam

Slide 12 - Quizvraag

Een appel valt van de boom op de grond. Dit komt door de zwaartekracht. Hoort dit thuis bij:
A
een scheikundig verschijnsel
B
natuurkundig verschijnsel
C
biologisch verschijnsel
D
wetenschappelijk verschijnsel

Slide 13 - Quizvraag

Gram, kilogram hoort bij de grootheid
A
massa
B
volume
C
tijd

Slide 14 - Quizvraag

Met welke onderdelen van de brander kan ik de soort vlam bepalen

Slide 15 - Open vraag

Bedenk een onderzoeksvraag:

Piet wilt van suiker caramel maken. Hij doet dit bij 70 graden en bij 100 graden.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het voordeel van meetapparatuur ten opzichte van waarnemen met je zintuigen?
A
sneller
B
makkelijker
C
nauwkeuriger

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het voordeel van meetapparatuur ten opzichte van waarnemen met je zintuigen?
A
sneller
B
makkelijker
C
nauwkeuriger

Slide 18 - Quizvraag