Toetsvoorbereiding H1- H2- H3

Toetsvoorbereiding H1-H2-H3
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Toetsvoorbereiding H1-H2-H3

Slide 1 - Tekstslide

Meetapparatuur is.............. preciezer dan je zintuigen.
A
ALTIJD
B
NOOIT

Slide 2 - Quizvraag

Grootheid of eenheid...
kilometer
A
grootheid
B
eenheid

Slide 3 - Quizvraag

Grootheid of eenheid...
volume
A
grootheid
B
eenheid

Slide 4 - Quizvraag

Een wijzer met een schaalverdeling heb ik bij:
A
analoge meetapparatuur
B
digitale meetapparatuur

Slide 5 - Quizvraag

Grootheid of eenheid?
Selecteer alle grootheden!
A
Meter
B
Tijd
C
Afstand
D
Graden Celcius

Slide 6 - Quizvraag

Een klok, lineaal en weegschaal zijn voorbeelden van meetapparatuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Grootheid of eenheid:
Massa
A
Grootheid
B
Eenheid
C
Weet ik niet

Slide 8 - Quizvraag

Is temperatuur een grootheid of eenheid?
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 9 - Quizvraag

Wat is waarnemen?
A
Hetzelfde als experimenteren
B
Onderzoeken
C
Zien,horen,voelen, ruiken en proeven
D
Testen

Slide 10 - Quizvraag

Faseveranderingen 1 en 4 zijn
A
verdampen en stollen
B
condenseren en sublimeren
C
stollen en sublimeren
D
condenseren en stollen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een kristalrooster?
A
Een kenmerkende, regelmatige structuur van veel vaste stoffen.
B
Een regelmatige opstapeling van de moleculen binnen een mengsel zonder logische reden of verband
C
hier verdampen de molekulen door naar buiten bij de faseverandering.
D
Een regelmatige stapeling van moleculen van één stof. In dit rooster heeft elk molecuul een vaste plaats.

Slide 12 - Quizvraag

Faseveranderingen 3 en 6 zijn
A
stollen en rijpen
B
smelten en vervluchtigen
C
rijpen en verdampen
D
condenseren en stollen

Slide 13 - Quizvraag

Hoveel fase-overgangen zijn er ?
A
2
B
6
C
4
D
5

Slide 14 - Quizvraag

Rijpen is de fase-overgang van:
A
vloeibaar naar gasvormige
B
gasvormige naar vloeibaar
C
gasvormige naar vast
D
vloeibaar naar vast

Slide 15 - Quizvraag

In welke fase zijn de moleculen in de afbeelding?
A
Vast
B
Vloeistof/Vloeibaar
C
Gas
D
Damp

Slide 16 - Quizvraag


Wat is geen fase van een stof ?
A
vast
B
gas
C
vloeibaar
D
water

Slide 17 - Quizvraag

Stoffen komen in drie fasen voor. Bij welke fase bewegen de moleculen het snelst?
A
vaste stof
B
vloeistof
C
gasvormige stof

Slide 18 - Quizvraag

Bij filtreren scheid je op basis van
A
deeltjesgrootte
B
massa
C
oplosbaarheid
D
dichtheid

Slide 19 - Quizvraag

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 20 - Quizvraag

Hoe bepaal je de dichtheid van een stof?
dichtheid =
A
massa x volume
B
volume x massa
C
massa : volume
D
volume : massa

Slide 21 - Quizvraag

De dichtheid van ijs is
____ dan de dichtheid
van water





















































































































De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
A
GROTER
B
KLEINER

Slide 22 - Quizvraag

Thee krijgt kleur, geur en smaak van de theeblaadjes door:
A
Oplossen
B
Filteren
C
Zuiveren
D
Extraheren

Slide 23 - Quizvraag

Bij filtreren, hoe heet wat achterblijft in de filter?
A
Residu
B
Filtraat
C
Extractie
D
Suspensie

Slide 24 - Quizvraag

Kokend water:
wat zit er in de belletjes
A
zuurstof
B
lucht
C
waterdamp
D
stikstof

Slide 25 - Quizvraag

als water kookt, dan komt water in de :
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gasvormige fase

Slide 26 - Quizvraag

Wat is GEEN eigenschap van water?
A
doorzichtig
B
geurloos
C
kleurloos
D
brandbaar

Slide 27 - Quizvraag

Bij hoeveel graden gaat water koken
A
90 °C
B
100 m
C
101 °C
D
100 °C

Slide 28 - Quizvraag

Een blokje met een grotere dichtheid dan water gaat ......... in water.
A
drijven
B
zweven
C
zinken

Slide 29 - Quizvraag

Een voorbeeld van een oplossing is:
A
Sinaasappelsap
B
Cola
C
Demiwater
D
Suiker

Slide 30 - Quizvraag

In je sinaasappelsap drijven kleine stukjes sinaasappel die niet oplossen. Dit mengsel heet een...
A
een oplossing
B
een emulsie
C
een suspensie

Slide 31 - Quizvraag

Zie je een
zuivere stof of een mengsel?
A
Mengsel op microniveau
B
Zuivere stof op microniveau
C
Mengsel op macroniveau
D
Zuiverestof op macroniveau

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een kristalrooster?
A
Een kenmerkende, regelmatige structuur van veel vaste stoffen.
B
Een regelmatige opstapeling van de moleculen binnen een mengsel zonder logische reden of verband
C
hier verdampen de molekulen door naar buiten bij de faseverandering.
D
Een regelmatige stapeling van moleculen van één stof. In dit rooster heeft elk molecuul een vaste plaats.

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de definitie van een mengsel? Een mengsel...
A
bestaat uit een soort moleculen.
B
bestaat uit meerdere soorten moleculen.
C
bestaat uit meerdere moleculen.
D
bestaat uit meerdere soorten atomen

Slide 34 - Quizvraag

Wat is GEEN oplossing?
A
Bier
B
Appelsap
C
Melk
D
Thee

Slide 35 - Quizvraag

Vaste deeltjes die zweven in een vloeistof...
Hoe heet zo'n mengsel?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Samenvoeging
D
Mix

Slide 36 - Quizvraag