Beroepsoriëntatie Introductie werkvelden en doelgroepen

 Beroepsoriëntatie
Werkvelden en doelgroepen verkennen



1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

 Beroepsoriëntatie
Werkvelden en doelgroepen verkennen



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
1. AWR 
2. Lesdoelen
3. Opbouw van het vak
4. Uitleg eindopdracht
5. Theoretische gedeelte
6. Aan de slag
7. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan afdeling verzuim bij Yvette.
Je gaat op het leerplein zelfstandig werken.
Het volgend lesuur mag je weer in de les.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

  • weet jij wat de opbouw is van de module en weet jij wat er van jouw wordt verwacht.  
  • kan jij benoemen welke werkvelden er zijn binnen de maatschappelijke zorg
  • kan jij benoemen wat jouw rol is binnen de verschillende werkvelden in de maatschappelijke zorg.
  • kan jij benoemen wat de verschillende doelgroepen zijn in de maatschappelijke zorg.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van het vak
In deze module ga je aan de slag met de verschillende doelgroepen en onderzoeken waar je jezelf ziet stagelopen en werken. Hierbij gaan we ook kijken naar de manier waarbij we in de maatschappelijke zorg werken en naar de eerste onderdelen van communicatie.

In It's Learning kan je dit terugvinden!


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leeractiviteiten
Er zijn meerdere leeractiviteiten waar wij gedurende deze module mee aan de slag gaan.  Door de leeractiviteiten in te zetten zorgen wij ervoor dat jullie de lesdoelen behalen! We gaan in groepjes werken, presentatie maken, opdrachten van boom maken, verslag schrijven en nog veel meer.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht
Je rondt de module af met een eindopdracht. Bij de uitvoering van de eindopdracht mag je zelf de vorm kiezen. Dit mag een presentatie, een filmpje of een verslag zijn. Als je de eindopdracht hebt behaald, heb je deze module afgesloten. Zie volgende dia waarin de eindopdracht is beschreven. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theoretische gedeelte

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvelden binnen MZ
Persoonlijke begeleider zijn werkzaam in de gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verzorgings-en verpleeghuizen, thuiszorg en maatschappelijke opvang. Daarnaast zijn zij werkzaam in welzijnsinstellingen, justitiële inrichtingen, asielzoekerscentra, en ziekenhuizen. Verder zijn zij onder andere ook inzetbaar in overige verzorgend-agogische functies binnen het sociaal agogisch werk of de verpleging en verzorging.(KD Maatschappelijke Zorg)


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvelden op een rij
De onderstaande werkvelden en de daarbij behorende doelgroepen gaan we bespreken bij BO:
  • Gehandicaptenzorg
  • Geestelijke gezondsheidszorg
  • Jeugdzorg
  • Ouderenzorg
  • Verslavingszorg
  • Maatschappelijke opvang
  • Ziekenhuis én verzorging, verpleging en thuiszorg (VVT)
  • Justitiële inrichtingen
  • Asielzoekerscentrum

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondersteuningsvormen op een rij
  • Ambulante zorg
  • Intramurale zorg
  • Residentiële zorg
  • Semimurale zorg
  • Transmurale zorg

Weet jij al wat dit inhoud?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondersteuningsvormen uitgelegd
  • Ambulante zorg: Ambulante zorg wordt ook wel extramurale zorg genoemd. Het is zorg die buiten de muren van een instelling wordt verleend. 

  • Intramurale zorg: Intramurale zorg wordt ook klinische zorg genoemd. Het gaat om vormen van zorg die binnen de muren van een instelling gegeven worden. 

  • Residentiële zorg: Residentiële zorg valt onder intramurale zorg. Ook hier gaat het om zorg die binnen de muren van een instelling wordt gegeven. De term residentiële zorg wordt vooral gebruikt binnen de jeugdzorg. 


Slide 16 - Tekstslide

Ambulante zorg wordt ook wel extramurale zorg genoemd. Het is zorg die buiten de muren van een instelling wordt verleend. De cliënt woont vaak zelfstandig en gaat voor een vorm van zorg naar een specialist of ontvangt thuis de ondersteuning die nodig is. De cliënt hoeft hiervoor niet te overnachten in een instelling. Je kunt hierbij denken aan een afspraak bij een arts, psychologische hulp of de thuiszorg.

Het voordeel van ambulante zorg is dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen als ze hulp nodig hebben. Dit is zowel voor de cliënt als zorginstellingen fijn. Wachttijden voor zorginstellingen waar mensen volledig verblijven worden hierdoor korter.

Intramurale zorg wordt ook klinische zorg genoemd. Het gaat om vormen van zorg die binnen de muren van een instelling gegeven worden. Mensen worden opgenomen in een instelling en verblijven hier meerdere dagen omdat ze niet in staat zijn om voor zichzelf te zorgen. Je zou hierbij kunnen denken aan een ggz-instelling, een instelling voor cliënten met een verstandelijke beperking of een ziekenhuis.

Bij intramurale zorg is er meer kans op wachtlijsten omdat zorginstellingen eerst plek moeten hebben om mensen te kunnen laten verblijven.

Residentiële zorg valt onder intramurale zorg. Ook hier gaat het om zorg die binnen de muren van een instelling wordt gegeven. De term residentiële zorg wordt vooral gebruikt binnen de jeugdzorg. Binnen residentiële jeugdzorg verblijven kinderen tot achttien jaar die niet thuis kunnen blijven wonen. Zij wonen (tijdelijk) in een instelling. Voorbeelden hiervan zijn een woongroep voor jongeren met een verstandelijke beperking, het volgen van kamertraining of een justitiële jeugdinrichting.
Ondersteuningsvormen uitgelegd

  • Semimurale zorg: Semimurale zorg zit tussen extramurale en intramurale zorg in. Bij semimurale zorg heeft een cliënt meer zorg nodig dan bij extramurale zorg maar een volledig verblijf in een instelling is niet nodig. 

  • Transmurale zorg: Transmurale zorg wordt ook ketenzorg genoemd. Transmurale zorg is zorg die wordt aangeboden door verschillende zorgverleners. 


Slide 17 - Tekstslide

Semimurale zorg zit tussen extramurale en intramurale zorg in. Bij semimurale zorg heeft een cliënt meer zorg nodig dan bij extramurale zorg maar een volledig verblijf in een instelling is niet nodig. Een voorbeeld van semimurale zorg is beschermd wonen. Cliënten wonen hier zo zelfstandig mogelijk en krijgen zorg waar ze dat nodig hebben.

Transmurale zorg wordt ook ketenzorg genoemd. Transmurale zorg is zorg die wordt aangeboden door verschillende zorgverleners. Hierbij is er een combinatie van intramurale en extramurale zorg. Verschillende zorgverleners maken samen afspraken zodat ze samen de verantwoordelijkheid nemen voor de zorg van de cliënt. Zo kan een medisch specialist uit het ziekenhuis samenwerken met de huisarts, verpleegkundigen en verzorgenden vanuit thuiszorg.
Werkgebied en taken
Als persoonlijke begeleider werk je met cliënten die zich door omstandigheden moeilijk zelfstandig staande kunnen houden in de maatschappij. De verschillende functies die jij als MZ'er kan uitvoeren zijn: Ambulant begeleider, Woonbegeleider, Medewerker dagbesteding, Jobcoach en Thuiszorgmedewerker.

  • Sommige cliënten hebben langdurige ondersteuning nodig, anderen begeleid je tijdelijk totdat ze zelf de regie over hun leven kunnen voeren.
  • Je begeleidt mensen bij hun persoonlijk en sociaal maatschappelijk functioneren.
  • Je werkt aan het herstel, het behoud of  de ontwikkeling van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van de cliënt. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kerntaken
Als professional wordt van je verwacht:
- dat je in staat bent zelfstandig je werk in te delen en dat je verantwoordelijkheid neemt voor het resultaat.
- je zorgt ervoor dat de cliënt die je begeleidt, zich goed voelen.
- je biedt begeleiding bij zaken zoals persoonlijke verzorging, vrije tijd, dagbesteding, wonen of werk.
- Je zorgt bijvoorbeeld voor activiteiten op het gebied van sport en ontspanning en voor een gezellige en rustige leefomgeving. 
- Je begeleidt mensen bij zelfstandig wonen, het huishouden en bij activiteiten. 
- Jij coördineert de begeleiding en onderhoudt de contacten met de familie. 

Bij al deze taken heb je oog voor het sociaal netwerk van de cliënt, help je de cliënt zijn netwerk te onderhouden en verstevigen, en wijs je de cliënt op de verschillende vormen van sociale ondersteuning die beschikbaar zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroepen
Je hebt te maken met verschillende doelgroepen, sommige cliënten die je begeleidt wonen in een instelling en hebben langdurige ondersteuning nodig. Andere cliënten gaan naar de dagopvang en hebben tijdelijk een steuntje in de rug nodig om hun leven weer op orde te krijgen. Weer andere cliënten wonen thuis en hebben begeleiding nodig bij hun dagelijkse taken en bezigheden.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netwerk v/d doelgroep
Als MZ'er werk je in een team; contacten opbouwen en onderhouden met mensen binnen en buiten de organisatie is van belang
Je bent gesprekspartner voor de familie en andere naasten.

  • De participatiemaatschappij stimuleert dat ouderen en mensen met problematieken langer thuis blijven wonen. 
  • Begeleiding vindt vaker plaats bij  mensen thuis waarbij je moet samenwerken met zorgpartijen en maatschappelijke organisaties.
  • Je hebt coördinerende taken in het netwerk van andere hulpverleners. Waar nodig schakel je specialistische hulp of mantelzorgers in.
  • Je moet als beroepskracht de kracht van de burger centraal laten staan en de burger zich steeds vaker zelf laat horen en wil meebeslissen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over de theorie
Is er nog iets onduidelijk of heb jij vragen over de behandelde theorie?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duo's maken
Bedenk voor jezelf welk werkveld met de daarbij behorende doelgroep je graag wil kiezen voor je eindopdracht.

Zoek een medestudent op met wie je de eindopdracht wil maken!

Kijk nog eens naar 2.1 in het boek Professioneel Maatschappelijke Zorg

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
Maak samen met je medestudent een mindmap voor de eindopdracht.

- Benoem het werkveld en noteer belangrijke steekwoorden hierbij.
- Vanuit het werkveld kom je bij een doelgroep uit- schrijf ook hier steek woorden over op.
- Maak een keuze in welke ondersteuningsvorm jullie gaan uitdiepen en noteer hier ook steekwoorden bij.
- Verdiep je in de functie en taken die bij jouw rol horen straks als professional en noteer ook hier steekwoorden van.
Gebruik de theorie uit professional maatschappelijke zorg Thema 2 (2.1, 2.2, en 2,3) of zoek online (noteer wel de bronnen die je gebruikt erbij).

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting 
Lesdoel evalueren:
Aan het einde van de les weet jij wat de opbouw is van de module en weet jij wat er van jouw wordt verwacht.
  • Omschrijf de eindopdracht in eigen woorden.
Aan het einde van de les kan jij benoemen wat de verschillende doelgroepen/werkvelden zijn in de maatschappelijke zorg.
  • Wat is een doelgroep?
  • Binnen welke werkvelden kan je werken als MZ (persoonlijke)begeleider?
Aan het einde van de les kan jij benoemen wat jouw rol is binnen de verschillende werkvelden in de maatschappelijke zorg.
  • Wat is jouw rol?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Zie It's learning bij literatuur!

Lees: literatuur
- week 1(deze week)
- week 2 (volgende week)


Ga naar It's learning-> Beroepsoriëntatie-> Bronnen->Leer-uitkomsten, doelen en leer-activiteiten->lees literatuur bij werkvelden en doelgroepen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Bedankt voor jullie aandacht!  

Nog vragen? 


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies