In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Alle zorgverleners zijn verplicht om noodzakelijke zorg te verlenen ook wanneer de patiënt de kosten niet kan betalen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een zorgverzekering?
A
een verzekering voor in de zorg te werken
B
een verzekering waarbij je verzekerd bent tegen medische kosten
C
een verzekering voor medische kosten bij je huisdier
D
een verzekering voor je huis
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Kwalitatief goede zorg gaat niet om.....
A
lage kosten
B
hoge efficiënte
C
het beste voor de zorgprofessional
D
het beste voor de patiënt
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat zijn de voordelen van thuiszorg en ambulante zorg? Er is één antwoord goed.
A
de kwaliteit van leven blijft voor de cliënt gelijk
B
weinig kosten voor de cliënt
C
mantelzorger wordt ontlast
D
de cliënt blijft in zijn eigen vertrouwde omgeving
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Safira heeft de ziekte van Alzheimer. Ze kan niet meer thuis wonen en wordt opgenomen in een verzorgingstehuis. De kosten van de verzorgingstehuis worden betaald uit de Wlz (Wet langdurige zorg). Noteer welke bewering over de Wlz juist is.
A
Het is een particuliere verzekering.
B
Het is een volksverzekering.
C
Het is een werknemersverzekering.
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Maatschappelijke participatie van chronisch zieken heeft twee functies: 1. Goed voor het welbevinden van de chronisch zieke cliënt 2. Goed voor het welbevinden van Nederland als samenleving, waarom is dit zo?
A
Chronisch zieken brengen ervaring mee
B
Het is anders niet eerlijk voor de gezonde mensen
C
Mensen worden steeds ouder > langer zorg nodig > hoge kosten