Chronisch ziek zijn

.
Chronisch ziek zijn
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieBegrijpend lezen+2BasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Wanneer iemand ziek is gaat het met de gezondheid van die persoon om een bepaalde reden niet goed. We zijn allemaal weleens ziek: griep, koorts, verkouden. Maar wat betekent het als je chronisch ziek bent? Welke chronische ziekten komen er voor? In deze les over chronisch ziek zijn leren uw leerlingen er alles over.

Onderdelen in deze les

.
Chronisch ziek zijn

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.
Dit weet ik al!
Om de beurt
Werk samen in tweetallen. Waar denken jullie aan als je denkt aan ziek zijn? Schrijf om de beurt iets op een gezamenlijk blaadje. Na één minuut vraagt je leerkracht je om een paar antwoorden te noemen. 
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen leervragen
Wat wil jij graag weten over chronisch ziek zijnSchrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.

Wereldoriëntatie
  • Na deze les kan ik enkele voorbeelden noemen van chronische ziektes met de bijhorende verschijnselen. 
Dit ga je leren
Woordenschat
  • Na deze les weet ik wat de moeilijke woorden betekenen die met chronisch ziek zijn te maken hebben.

Taal
  • Na deze les kan ik een gedicht met een rijmschema (abab, aabbcc of abba) schrijven over of voor chronisch zieke kinderen.

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Woordenschat
het ziekenhuis
het bezoekuur
De tijd waarbinnen een patiënt in een ziekenhuis bezoek kan en mag ontvangen.
Tijdens het bezoekuur kwamen mijn ouders bij mij op bezoek in het ziekenhuis.
de ingreep
Ander woord voor operatie: wat je doet om een probleem te voorkomen of op te lossen.
De ingreep in het ziekenhuis viel gelukkig mee. Ik mocht na een uurtje al naar huis. 
ondergaan
Een behandeling meemaken.
Puck onderging de behandeling.
chronisch ziek zijn
Een chronische ziekte is een ziekte die lange tijd duurt. Genezing is bij een chronische ziekte niet altijd mogelijk.
Bram heeft een chronische nierziekte. 
de ziekenhuisopname
Als je in het ziekenhuis ligt omdat je ziek bent.
De ziekenhuisopname duurde vijf dagen. 

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
Een chronische ziekte heeft vaak te maken met één of meerdere van onze organen.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
.
Wist je dat ... 
... mensen met een chronische ziekte zich niet altijd ziek hoeven te voelen? 
... astma, eczeem, taaislijmziekte, epilepsie, hooikoorts en diabetes (suikerziekte) voorbeelden zijn van lichamelijke chronische aandoeningen?
... astma een veel voorkomende chronische ziekte is bij kinderen?
... mensen van alle leeftijden een chronische ziekte kunnen hebben? Bij mensen ouder dan 75 jaar komt het het meest voor.
... mensen met een chronische ziekte vaak extra op hun gezondheid moeten letten? Ze moeten bijvoorbeeld medicijnen  nemen of regelmatig naar een dokter of het ziekenhuis.
... een chronische ziekte een ziekte is die je voor langere tijd hebt, vaak terugkomt en/of niet volledig te genezen is?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.
Eczeem is een huidaandoening waarbij de huid ontstoken raakt. Hierdoor ontstaan rode, schilferige plekken en (erge) jeuk. 
Astma is een chronische ontstekingsziekte van de luchtwegen. Kinderen met astma zijn vaak benauwd, kortademig, moeten vaak hoesten en/of hebben een piepende ademhaling.
Chronisch ziek zijn: een paar voorbeelden
Wat gebeurt er in je longen als je astma hebt? Bekijk het filmpje.
Hoe ontstaat eczeem eigenlijk? Bekijk het filmpje.
Diabetes is een chronische aandoening waarbij je een afwijking in je stofwisseling hebt, waardoor er te veel glucose (suiker) in het bloed komt. Daarom werd deze aandoening ook wel 'suikerziekte' genoemd.
Wat is diabetes? Bekijk het filmpje.
Epilepsie is een afwijking in de hersenen waardoor je soms even je bewustzijn verliest. Dat wordt een (epileptische) aanval genoemd.
Wat is epilepsie? Bekijk het filmpje.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Ken jij iemand met een chronische aandoening? Wat kun je erover vertellen?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wat is taaislijmziekte?
A
Dan heb je te veel of te dik slijm in je longen, keel of darmen.
B
Dan heb je te weinig of te dun slijm in je longen, keel of darmen.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Had jij weleens van deze ziekte gehoord?
Zo ja, wat kun je erover vertellen?
A
Nee, ik had er nog nooit over gehoord.
B
Ja, namelijk ...

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Heb jij het filmpje goed begrepen?
Test je kennis!
Wat vind jij ervan dat de artsen twee weken gaan leven zoals Jordi leeft? 

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Heb jij het filmpje goed begrepen?
Test je kennis!
Hoe lijkt het jou om een dag te ruilen met het leven van een kind dat chronisch ziek is, zoals Jordi?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Wat vind jij?
Iedereen in Nederland zou een dag moeten leven zoals een dag van een chronisch ziek kind eruitziet!
A
EENS
B
ONEENS

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verdiepende tekst
Lees de tekst hiernaast. 

  • Welke tekstvorm is dit?
  • Wat is het doel van de schrijver van deze tekstvorm?
  • Welk gevoel roept het gedicht bij je op?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij de tekst goed begrepen?
Test je kennis!
Welke zin is WAAR?
A
Een gedicht rijmt altijd.
B
Vaak rijmt een gedicht. Maar dit hoeft niet altijd zo te zijn.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Bekijk het gedicht nog eens goed. 

Wie schrijft het gedicht?                                                   Wat wil de schrijver je vertellen?

Een gedicht roept vaak een emotie of gevoel op. De schrijver hoeft niet letterlijk op te schrijven wat hij bedoelt, maar toch begrijpen we het. 
Een gedicht wordt meestal vanuit een ik-perspectief verteld. De ik-persoon vertelt in het gedicht wat hij of zij meemaakt (of dat nu echt of niet echt is gebeurd). 
'Met rood aangelopen wangen stampvoette ik de trap op.' 

Hoe voelt deze persoon zich, denk je? Waarom denk je dat?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rijmschema's
Verwerkingsopdracht
Bekijk het gedicht nog eens goed. 

Zitten er rijmwoorden in het gedicht?







aabbcc
abab
Bron: gedachten-gedichten.nl
abba
Kleur in het gedicht de woorden die op elkaar rijmen in dezelfde kleur.
Als de laatste woorden uit de zinnen rijmen, spreken we van eindrijm. Herken je een rijmschema in het gedicht?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Aan de slag!
timer
25:00
Schrijf een gedicht over of voor chronisch zieke kinderen.
Is jouw gedicht af? Haal 'm dan door de checklist hieronder!
Mijn gedicht is geschreven voor of over kinderen die chronisch ziek zijn.

Mijn gedicht bestaat uit maximaal 150 woorden.

Mijn gedicht roept een gevoel of emotie op.

Ik heb in mijn gedicht gebruikgemaakt van een rijmschema (aabbcc, abab of abba).

Ik heb feedback gevraagd aan een klasgenootje en heb mijn gedicht vervolgens verbeterd.
Checklist

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presenteren maar!
Draag jouw gedicht voor aan je klasgenoten. 

Tips!
Let op je stem: op welke woorden wil je de nadruk leggen?
Let op het tempo: meestal wordt een gedicht rustig voorgelezen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.

Wereldoriëntatie
  • Ik kan enkele voorbeelden noemen van chronische ziektes met de bijhorende verschijnselen. 
Terugkoppeling lesdoelen
Woordenschat
  • Ik weet wat de moeilijke woorden betekenen die met chronisch ziek zijn te maken hebben.

Taal
  • Ik kan een gedicht met een rijmschema (abab, aabbcc of abba) schrijven over of voor chronisch zieke kinderen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugkoppeling eigen leervragen
  • Welke vragen zijn al beantwoord? 
  • Op welke vragen hoop je de volgende les antwoord te krijgen? 
  • Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen in je opgekomen?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.
Reflectie
Hoe leuk vond jij het om een gedicht te lezen en te schrijven?
A
helemaal niet leuk
B
niet zo leuk
C
best wel leuk
D
heel leuk

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot de volgende keer!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies