Herhaling theme 5- Down under- kader

What do you need to learn?
  1. Vocabulary ABC, 85 / 86
  2. Stone 11 and 12  
  3. Grammar 8 and 11   
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

What do you need to learn?
  1. Vocabulary ABC, 85 / 86
  2. Stone 11 and 12  
  3. Grammar 8 and 11   

Slide 1 - Tekstslide

Theme 5 - Down Under

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulary ABC
10 woorden

Slide 3 - Tekstslide

suitable
field
explanation
creature
arrange
likewise
current
tend to
levend wezen
uitleg
geneigd zijn om
geschikt
stroming
insgelijks
veld
regelen

Slide 4 - Sleepvraag

Vertaal het volgende woord:
removal van

Slide 5 - Open vraag

Vertaal het volgende woord:
werelddeel

Slide 6 - Open vraag

Vertaal het volgende woord:
apparently

Slide 7 - Open vraag

Vertaal het volgende woord:
relaxed

Slide 8 - Open vraag

Vertaal het volgende woord:
exchange

Slide 9 - Open vraag

Make a sentence:
go backpacking

Slide 10 - Open vraag

Make a sentence
settle

Slide 11 - Open vraag

Stone 11,
praten over gebruiken

6 zinnen.
Denk aan je hoofdletters en leestekens.

Slide 12 - Tekstslide

Vertaal de zin naar het Engels:
Op nationale feestdagen wonen ze muziekevenementen bij.

Slide 13 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Engels:
In mijn land gaan mensen in hun vrije tijd naar buitensportevenementen.

Slide 14 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Engels:
Hier gaan mensen vaak naar het platteland.

Slide 15 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Engels:
De mensen in Australië zijn heel goed in koken.

Slide 16 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Engels:
De mensen in Engeland zijn niet zo gek op het buitenleven als de Australiërs.

Slide 17 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Engels:
Mensen hier doen niet zo veel aan sport als wij.

Slide 18 - Open vraag

Grammar 11
Tegenwoordige tijd (present simple)
Duurvorm tegenwoordige tijd (present continuous)
Toekomende tijd (future)

Slide 19 - Tekstslide

My dad ___ me and my brother to the cinema every month.
A
take
B
is taking
C
will takes
D
takes

Slide 20 - Quizvraag

My brother always ___ his car on the driveway.
A
is parking
B
is going to park
C
will park
D
parks

Slide 21 - Quizvraag

Take an umbrella, it ___ soon.
A
is going to rain
B
rains
C
is raining
D
rain

Slide 22 - Quizvraag

Noah ___ in Italy this summer.
A
goes to camping
B
is going to go camping
C
camps
D
camp

Slide 23 - Quizvraag

I ___ myself a hamburger with lots of ketchup.
A
am making
B
makes
C
are making
D
is making

Slide 24 - Quizvraag

I ___ you again, you have to do it.
A
am asking not
B
won't ask
C
ask not
D
will not asking

Slide 25 - Quizvraag

My dad always ___ all the biscuits.
A
finishes
B
will finish
C
is finishing
D
are finishing

Slide 26 - Quizvraag

Claire ___ her mum in the kitchen right now.
A
is helping
B
am helping
C
is to help
D
helps

Slide 27 - Quizvraag

The farmer ___ his cows every day.
A
is feeding
B
feeds
C
will feeds
D
is to feeding

Slide 28 - Quizvraag

Dad ___ me tea after school today.
A
make
B
am making
C
is making
D
makes

Slide 29 - Quizvraag

What do you need to learn?
  1. Vocabulary ABC, 85 / 86
  2. Stone 11 en 12 
  3. Grammar 8 en 11

Gebruik de rest van de les om te leren. 
Begrijp je iets niet? Vraag het je docent!

Slide 30 - Tekstslide