Klas 4 KB - spelling 6.3 - les meervoud zelfstandige naamwoorden

Module 6 Spelling 
 

Meervoud van zelfstandige naamwoorden 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Module 6 Spelling 
 

Meervoud van zelfstandige naamwoorden 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

- In deze les leer je meervouden van zelfstandige naamwoorden te maken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het nut van hoofdletters in een tekst?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Meervoud van foto is?
A
fotos
B
foto's

Slide 5 - Quizvraag

Meervoud van tv is?
A
tv's
B
tvs

Slide 6 - Quizvraag

Meervoud van dominee is?
A
dominee's
B
dominees

Slide 7 - Quizvraag

Meervoud van café is?
A
cafes
B
café's
C
cafés
D
cafe's

Slide 8 - Quizvraag

Bij welke letters komt er GEEN 's achter?

Slide 9 - Open vraag

Bij welke woorden weet ik zeker dat er altijd + ën aan vastgeplakt moet worden?

Slide 10 - Open vraag

Aan de slag 
H7.3 - Taalverzorging 


Maken: noteer het meervoud van de volgende woorden op een apart blaadje!


Slide 11 - Tekstslide

Noteer het meervoud van de volgende woorden:



Als je klaar bent, kun je op de volgende dia nakijken!
1. etage
2. lama
3. cd
4. abonnee
5. pony
6. garage
7. taxi
8. bikini
9. dj
10. notitie
11. niveau

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden
1. etages                                        7. taxi's 
2. lama's                                        8. bikini's 
3. cd's                                             9. dj's 
4. abonnees                                10. notities 
5. pony's                                        11. niveaus 
6. garages 

Slide 13 - Tekstslide

Noteer het meervoud van de volgende woorden:



Als je klaar bent, kun je op de volgende dia nakijken!
1. drie
2. epidemie
3. porie
4. genie
5. bacterie
6. categorie
7. kolonie

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden
1. drieën
2. epidemieën                                
3. poriën                                              
4. genieën 
5. bacteriën 
6. categorieën 
7. koloniën  

Let op! De rode lettergreep geeft aan dat daar de klemtoon ligt.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag 
H6.3 - Spelling op blz. 103

Maken: opdracht 8, 9, 10 + 11a

Klaar? 
- Maak de oefeningen via Cambiumned (zie volgende dia)
- Oefen met de Versterk Jezelf via je mobiel! 

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag 
Maken: 
Oefening 1: link
Oefening 2: link
Oefening 3: link
Oefening 4: link
Oefening 5: link

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden - opdracht 8 - blz. 103
1. dj's                                                 
2. contracten
3. labels
4. eindexamens
5. dagen
6. werelddelen
7. beroemdheden
8. pioniers
9. dancestromingen
10. piano's 
11. families




12. podiums / podia
13. vakanties
14. repetitieschema's
15. zeeën
16. optredens
17. attracties
18. platenzaken
19. rijbewijzen
20. busjes
21. ervaringen 

Slide 18 - Tekstslide

Antwoorden - opdracht 9 - blz. 104
1. genieën
2. paraplu's
3. hobby's 
4. kinderhobo's
5. mbo's 




Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden - opdracht 10 - blz. 104
- knieën 
- drama's
- baby's 
- tv's
- duo's
- poriën
- dvd's 
- symfonieën 


Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
H6.3 - Spelling op blz. 103
(afmaken)


Maken: opdracht 8, 9, 10 + 11a


Klaar?
- Maak de oefeningen via Cambiumned (zie volgende dia)
- Oefen met de Versterk Jezelf via je mobiel! 

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag 
Maken: 
Oefening 1: link
Oefening 2: link
Oefening 3: link
Oefening 4: link
Oefening 5: link

Slide 22 - Tekstslide