Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Test jezelf: beeldspraak, stijlfiguren en poëzie
Hij ging er als een haas vandoor.
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
vergelijking
1 / 32
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hij ging er als een haas vandoor.
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
vergelijking
Slide 1 - Quizvraag
'Dat is een leuk sommetje', zei de winnaar van de hoofdprijs in de Staatsloterij.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
pleonasme
Slide 2 - Quizvraag
Als je twee synoniemen in een zin gebruikt, doe je iets dubbelop. Hoe heet die stijlfiguur?
A
pleonasme
B
herhaling
C
tautologie
D
opsomming
Slide 3 - Quizvraag
Het leven lachte hem toe, maar zijn studieboek staarde hem misprijzend aan.
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
tegenstelling
Slide 4 - Quizvraag
Toen Paul de Leeuw het podium opkwam, lag de zaal al plat.
A
metonymia
B
metafoor
C
personificatie
D
vergelijking
Slide 5 - Quizvraag
Jantje is een schat van een kind.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia
Slide 6 - Quizvraag
Jouw kamer is als een paleisje!
A
vergelijking
B
metafoor
C
ironie
D
hyperbool
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het hier een zwijnenstal.
A
sarcasme
B
vergelijking
C
hyperbool
D
metafoor
Slide 8 - Quizvraag
(als het regent ) 'Wat een heerlijk weertje buiten!'
A
metafoor
B
sarcasme
C
ironie
D
hyperbool
Slide 9 - Quizvraag
Wel ja, ga vooral door met niets doen, da ga je het zéker halen!
A
sarcasme
B
ironie
C
hyperbool
D
metafoor
Slide 10 - Quizvraag
Wil je ziek worden?
A
tegenstelling
B
retorische vraag
C
overdrijving
D
tautologie
Slide 11 - Quizvraag
Soms zijn je vrienden een groter gevaar dan je vijanden
A
paradox
B
ironie
C
tegenstelling
D
opsomming
Slide 12 - Quizvraag
Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 13 - Quizvraag
De bewoners waren ONAANGENAAM VERRAST door de rellen in de wijk.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 14 - Quizvraag
Hoe gespecialiseerder iemand is, des te minder kan hij.
A
Paradox
B
Tegenstelling
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een rijmschema?
Een rijmschema geeft de rijmstructuur weer door middel van...
A
cijfers
B
letters
C
figuurtjes
D
streepjes
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het
rijmschema?
A
gepaard
B
omarmend
C
gekruist
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het
rijmschema?
A
gepaard (aabb)
B
omarmend (abba)
C
gekruist (abab)
D
gebroken (abcb)
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het
rijmschema?
A
Gepaard
B
Gekruist
C
Omarmend
D
Gebroken
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het
rijmschema?
A
gepaard (aabb)
B
omarmend (abba)
C
gekruist (abab)
D
gebroken (abcb)
Slide 20 - Quizvraag
Waar zie je assonantie?
A
Heerlijk helder Heineken
B
Deze zin is erg lang
C
De groep vogels poept op de stoep
D
De bladeren vallen onder de boom
Slide 21 - Quizvraag
Wat is een distichon?
A
Strofe van twee regels
B
Strofe van acht regels
C
Inhoudelijke wending in een sonnet
D
Samenvatting van de inhoud van een gedicht
Slide 22 - Quizvraag
Welke is de alliteratie?
A
Achter elke muur zit een man zijn manen te kammen
B
Het land dat we allemaal kennen
C
Een bos met teddyberen...
D
... gleden twee smalle witte eenden..
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van alliteratie?
A
Duizend dingen
B
tjielp-tjielp
C
hol - bol
D
Woorden rijmen binnen zinnen.
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een vorm van assonantie?
A
blijven-kijken
B
groen-gras
C
plek-leven
D
grote-kom
Slide 25 - Quizvraag
Hoe heet een strofe van vier regels?
A
terzine
B
kwatrijn
C
distichon
D
quintet
Slide 26 - Quizvraag
Hoe heet een strofe van drie regels?
A
terzine
B
distichon
C
kwatrijn
D
sextet
Slide 27 - Quizvraag
Wat is alliteratie?
A
Een tegenstelling in woorden
B
Een herhaling van klanken
C
Herhaling van dezelfde beginletter
D
Een vorm van metafoor
Slide 28 - Quizvraag
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
Slide 29 - Quizvraag
Beginrijm/alliteratie
kant & ....
A
klaar
B
bant
C
rand
D
kort
Slide 30 - Quizvraag
Wat is de betekenis van: assonantie
A
beginrijm
B
klinkerrijm
Slide 31 - Quizvraag
enjambement is
A
onnatuurlijke afbreking van een zin
B
een alinea in een gedicht
C
een nieuw verzonnen woord
D
taalfouten in een gedicht
Slide 32 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
stijlfiguren en beeldspraak
Oktober 2021
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Fictie en Poëzie - V3G
Oktober 2021
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Het hart van Rotterdam Jules Deelder
Maart 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Een kind uit vijfenveertig Anna Enquist
Februari 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Brugklas JDW - Poëzie
Januari 2024
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
v3 stijlfiguren 26 items
September 2020
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2B Poëzie periode 4
Juni 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Fictie & Poëzie les 8: Gedicht
Oktober 2022
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3