5.1 Stroomkringen les 1

H5 Elektriciteit
Les 1
5.1: Stroomkringen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

H5 Elektriciteit
Les 1
5.1: Stroomkringen

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les... 
kun je aangeven wat er nodig is voor een stroomkring
Kun je uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn
Kun je een ampèremeter juist aflezen

Slide 2 - Tekstslide

Elektrische stroomkring
  • Elektriciteit stroomt uitsluitend in 
        een gesloten kring, de stroomkring.
  • Een stroomkring bestaat minimaal uit:
       - Een spanningsbron,
       - Een elektrisch apparaat en
       - Aansluitdraden (koper)
Uitschakelen: Als je de stroomkring ergens onderbreekt.

Slide 3 - Tekstslide

Stroomterkte
  • Stroomsterkte: de grootte van de 
        stroom in de stroomkring.
  • De stroomsterkte is overal in de 
        serie kring evengroot.
Je kan zeggen een klant betaal een energiebedrijf voor het pompen van energie. Ze maken niet zelf stroom.

Slide 4 - Tekstslide

Wat stroomt er eigenlijk?
Elektronen
  • Deze deeltijes zijn elektrisch gelade deeltjes
  • die heel klein zijn
Bij bliksem en bij een plasma 
bol zie je niet de elektronen, 
maar je ziet wel waar de stroom loopt.

Slide 5 - Tekstslide

Voorstelling van stroom

Slide 6 - Tekstslide

Geleiders en isolatoren
Geleiders geleiden elektrische stroom (en warmte) goed:
V.b.; alle metalen, koolstof, water met zout.

Isolatoren laten haast geen elektrische (stroom) en warmte door. 
V.b. Glas, rubber, plastic, hout.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Proef 1: blz 163 (15 minuten)
Doel: Onderzoeken welke stoffen, geleiders of isolatoren zijn.
Maak een foto / printscreen van de opstelling
inleveren op volgende dia

https://phet.colorado.edu/sims/html/circuit-construction-kit-dc-virtual-lab/latest/circuit-construction-kit-dc-virtual-lab_nl.html

Slide 9 - Tekstslide

Foto/screenshot van de opstelling proef 1

Slide 10 - Open vraag

proef 1

Slide 11 - Tekstslide

De stroomsterkte meten

Slide 12 - Tekstslide

Omreken ampère/milliampère
Het symbool van stroomsterkte: I 
De eenheid: A 

1 A = 1000 mA
1 m A = 0,001 A

V.b Reken om      a) 3 A = .....mA         b) 200 mA =....A

Slide 13 - Tekstslide

 Lees de ampèremeter af

Slide 14 - Tekstslide

Zelfdestandig werken
H5.1: stroomkring blz. 138 & 139 doorlezen.

Maak opgaven 1 t/m 6  --> Online Nova methode  (huiswerk voor vrijdag)

Slide 15 - Tekstslide

Samenvatting
  • Elektriciteit is de vloei van elektronen.
  • Voor een elektrische stroom zijn een 
        spanningsbron, en een geslote kring 
        nodig.
  • Een stroomkring teken je in een schakelschema.
  • Een geleider laat een elektrische stroom goed door en een isolator niet.

Slide 16 - Tekstslide